In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 november 2013 een beschikking gegeven in een adoptieprocedure. Verzoekers, een ongehuwd stel, hebben een verzoek ingediend tot adoptie van een minderjarige, geboren uit een draagmoederschapsovereenkomst met een goede vriendin. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift voldoet aan de wettelijke vereisten en dat de adoptie in het belang van het kind is. De verzoekers, die al gezamenlijk gezag hebben over een ander kind, hebben de wens geuit om ook het gezag over de geadopteerde minderjarige te verkrijgen. De rechtbank heeft geoordeeld dat, hoewel de verzoekers niet gehuwd zijn, het in het belang van het kind is dat de adoptante ook het gezag over de minderjarige krijgt. De rechtbank heeft de adoptie toegewezen en bepaald dat het gezag van de adoptante en de biologische vader gezamenlijk zal zijn, met ingang van de datum waarop de beschikking in kracht van gewijsde gaat. De beschikking is gegeven door mr. M.E.J. van Lieshout-Segers, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.