Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 november 2013 in de zaak tussen
[belanghebbende], te [vestigingsplaats].
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de omgevingsvergunning voor het plaatsen van zes lichtmasten van circa 15 meter hoog rondom een voetbalveld. De rechtbank oordeelde dat de verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard, er niet in was geslaagd om de eerder geconstateerde gebreken in de motivering van de vergunning te herstellen. De rechtbank had in een eerdere tussenuitspraak al aangegeven dat de noodzaak van lichtmasten van 15 meter hoog niet voldoende was onderbouwd. Verweerder had de gelegenheid gekregen om zijn stelling te onderbouwen met objectieve gegevens, maar slaagde daar niet in. De rechtbank concludeerde dat de stelling van verweerder, dat hogere lichtmasten noodzakelijk zijn voor het gebruik van de grond, niet was aangetoond met deskundige onderbouwing. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat verweerder een nieuw besluit moest nemen op het bezwaar van eisers, met inachtneming van de uitspraak en de eerdere tussenuitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eisers. De uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke motivering bij het verlenen van omgevingsvergunningen, vooral als het gaat om de impact op de omgeving en de belangen van omwonenden.