ECLI:NL:RBMNE:2025:957

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 maart 2025
Publicatiedatum
10 maart 2025
Zaaknummer
11545926
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning door medebewoner na vervanging van sloten

In deze zaak heeft eiser, die gedaagde tijdelijk bij hem in huis heeft laten wonen, de kantonrechter verzocht om ontruiming van de woning. Eiser heeft gedaagde op 18 februari 2025 gedagvaard, omdat gedaagde de sloten van de woning heeft vervangen en weigert de woning te verlaten. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 februari 2025 was alleen eiser, vergezeld door zijn gemachtigde mr. B. Al-Yassiri, aanwezig. Gedaagde is niet verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de oproeping van gedaagde correct is verlopen en verleent verstek. Eiser heeft een spoedeisend belang, omdat hij de woning niet kan betreden. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft, aangezien er geen huurovereenkomst is en eiser heeft aangegeven dat hij niet langer wil dat gedaagde in de woning verblijft. De vordering tot ontruiming wordt toegewezen, met een termijn van drie dagen na betekening van het vonnis voor gedaagde om de woning te verlaten. De kantonrechter wijst de vordering tot het opleggen van een dwangsom af, omdat eiser al voldoende mogelijkheden heeft om de ontruiming af te dwingen. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 914,66 worden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11545926 \ UV EXPL 25-42 RJ/58605
Vonnis in kort geding van 5 maart 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. B. Al-Yassiri,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
[eiser] heeft [gedaagde] op 18 februari 2025 gedagvaard voor de kantonrechter.
1.2.
Op 28 februari 2025 is de zaak besproken tijdens een mondelinge behandeling, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Daarbij was [eiser] aanwezig, samen met mr. Al-Yassiri. [gedaagde] is niet verschenen.
1.3.
De kantonrechter heeft bepaald dat het vonnis vandaag wordt uitgesproken.

2.De kern van de zaak

2.1.
[eiser] heeft [gedaagde] tijdelijk bij hem in laten wonen, omdat [gedaagde] woonruimte nodig had. [eiser] wil nu dat [gedaagde] de woning verlaat, maar [gedaagde] wil de woning niet verlaten en heeft de sloten vervangen, waardoor [eiser] de woning niet meer in kan. [eiser] vordert ontruiming en afgifte van de sleutels. De kantonrechter wijst de vordering toe.

3.De beoordeling

Verstek

3.1.
De kantonrechter verleent verstek tegen [gedaagde] , omdat de bij de wet voorgeschreven formaliteiten en termijnen voor oproeping van [gedaagde] in acht zijn genomen en hij niet in het geding is verschenen en niet om uitstel heeft verzocht.
Spoedeisend belang
3.2.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiser] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, omdat [eiser] de door hem gehuurde woonruimte niet in kan omdat [gedaagde] de sloten heeft vervangen.
Toetsingskader
3.3.
In de wet is bepaald dat als tegen de gedaagde partij verstek is verleend, de vorderingen tegen haar worden toegewezen, tenzij de vorderingen de kantonrechter onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
[gedaagde] moet de woning ontruimen
3.4.
[eiser] heeft primair gesteld en onderbouwd dat [gedaagde] moet worden aangemerkt als medebewoner en dat het bedrag van € 800,00 dat hij maandelijks aan [eiser] overmaakt moet worden beschouwd als een gebruiksvergoeding. Dit is door [gedaagde] niet betwist, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid daarvan. Er is dus geen sprake van een huurovereenkomst en er is geen toestemming van de verhuurder of van [eiser] dat [gedaagde] in de woning mag verblijven. Omdat [eiser] heeft aangegeven dat hij niet langer wil dat [gedaagde] in de woning verblijft betekent dat dat [gedaagde] zonder recht of titel in de woning verblijft. De vordering tot ontruiming komt de kantonrechter daarom niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt daarom toegewezen.
3.5.
De termijn voor ontruiming wordt, zoals gevorderd, op drie dagen na betekening van het vonnis gesteld.
De dwangsom wordt afgewezen
3.6.
[eiser] vordert in het petitum van de dagvaarding een dwangsom per dag, met een door de kantonrechter vast te stellen maximum bedrag voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] nalatig blijft om aan de veroordeling tot ontruiming te voldoen. [eiser] heeft deze vordering in het lichaam van de dagvaarding niet verder onderbouwd, en ook niet uitgelegd waarom naast een veroordeling tot ontruiming ook een dwangsom nodig zou zijn.
3.7.
De deurwaarder is op grond van de wet bevoegd tot de daadwerkelijke uitvoering van de veroordeling tot ontruiming (zie artikelen 556 lid 1 en 557 in samenhang met artikel 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Omdat [eiser] dus al mogelijkheden heeft om de ontruiming af te dwingen, is het niet nodig om daarnaast de gevorderde dwangsom toe te wijzen. Deze zal daarom bij gebrek aan belang worden afgewezen.
Aan het subsidiair en meer subsidiair gevorderde wordt niet toegekomen
3.8.
Omdat het primair gevorderde wordt toegewezen, wordt aan het subsidiair en meer subsidiair gevorderde niet toegekomen.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
3.9.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
146,66
- griffierecht
90,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
914,66
3.10.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
De beslissing wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard
3.11.
De kantonrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als een van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] in [plaats] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van [eiser] zijn, en de sleutels af te geven aan [eiser] ,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 914,66, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Wagenaar en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2025.