Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eiser sub 1] ,te [woonplaats] ,
2.
[eiseres sub 2],
hierna: [eiseres sub 2] ,
3.
[eiser sub 3],
4.
[eiser sub 4] ,
5.
[eiseres sub 5],
te Arnhem,
advocaten: mrs. F.J.J. Cornelissen en M. Jonkers.
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de producties 1 tot en met 20 van [eiser e.a.] ,
- de conclusie van antwoord,
- de producties 1 tot en met 8 van Gemeente Huizen,
van eis in de hoofdzaak van Liander,
2.Waarover gaat het kort geding?
3.Het incident tot tussenkomst en subsidiair voeging
1. onderdeel 3 a en b van het mondeling vonnis wordt ingetrokken,
2. onderdeel 4 van het mondeling vonnis wordt gewijzigd in: “ verklaart de proceskostenveroordeling zoals genoemd in onderdeel 2 (a en b)
uitvoerbaar bij voorraad.”
4.De beoordeling in de hoofdzaak
1. Indien er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop van de door het overheidslichaam te verkopen onroerende zaak of redelijkerwijs te verwachten is dat er meerdere gegadigden zullen zijn, dan moet het overheidslichaam:
1. het in dit geval niet de wens van Gemeente Huizen was om de gemeentegrond te verkopen, maar de wens van Liander om de gemeentegrond vanwege haar taak als regionaal netbeheerder aan te kopen,
2. Gemeente Huizen een goede reden zou hebben voor de onderhandse verkoop van de gemeentegrond.
Uit de Didam arresten kan niet worden opgemaakt dat de Didam regels in deze twee situaties niet van toepassing zijn. Bepalend is of er een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten door het overheidslichaam en dat is het geval. Van wie het initiatief tot het sluiten van die overeenkomst is uitgegaan en/of er een goede reden voor het sluiten van die overeenkomst is, doet er niet toe.
- dat zij het voornemen heeft om de gemeentegrond aan Liander te verkopen, omdat Liander de enige serieuze gegadigde is voor aankoop van die grond, en
- Gemeente Huizen de gemeentegrond gaat verkopen voor het plaatsen van een trafostation,
- Gemeente Huizen van mening is dat Liander de enige gegadigde is voor die aankoop, en op grond van welke criteria Gemeente Huizen tot die conclusie is gekomen, namelijk dat de gegadigde (Liander),
a. Het is aannemelijk geworden dat Gemeente Huizen zorgvuldig heeft beoordeeld of er een noodzaak is voor het plaatsen van trafostation in de omgeving van de gemeentegrond. Liander heeft daarvoor een onderbouwing aan Gemeente Huizen gegeven. Die onderbouwing komt erop neer dat er behoefte bestaat aan meer netcapaciteit:
- omdat de huidige capaciteit onvoldoende ruimte biedt voor nieuwe aansluitingen en/of verzwaringen van de bestaande aansluitingen voor onder andere het kunnen plaatsen van laadpalen voor elektrische auto’s, het plaatsen van zonnepanelen, de overstap naar warmtepompen, - om het risico op overbelasting van het net (netcongestie) tegen te gaan.
Er zijn geen omstandigheden gebleken op grond waarvan Gemeente Huizen aan de juistheid van die onderbouwing had moeten twijfelen. Gemeente Huizen mocht daarom, anders dan [eiser e.a.] menen, op de door Liander gegeven onderbouwing afgaan.
Er zijn geen omstandigheden gebleken op grond waarvan Gemeente Huizen aan de juistheid van deze zoekcirkel moest twijfelen. Daarbij is van belang dat Liander de netbeheerder is en als netbeheerder verantwoordelijk is voor de plaatsing van trafostations. Liander is dus degene die deskundig is om te bepalen binnen welk gebied en op welke plekken het trafostation kan worden geplaatst. Het gaat er daarbij niet alleen om dat dit technisch, maar ook dat dit uit financieel oogpunt mogelijk is.
Alleen gegadigden die technisch en financieel in staat zijn om een trafostation op de gemeentegrond te plaatsen kunnen naar die aankoop meedingen. [eiser e.a.] zijn met andere woorden, zoals Gemeente Huizen en Liander ook aanvoeren, geen (potentieel) gegadigden voor de aankoop van de gemeentegrond. Gemeente Huizen schendt door de uitgifte van de grond aan Liander het gelijkheidsbeginsel tegenover [eiser e.a.] niet. Daarmee komt de rechtbank niet meer toe aan een nadere toetsing van het handelen van de Gemeente Huizen aan de Didam regels zoals nader weer gegeven onder 4.5. onder punt 2.
Ten overvloede: Gemeente Huizen is terecht tot de conclusie gekomen dat er maar één serieuze gegadigde is voor de aankoop van de gemeentegrond
Het tweede criterium houdt in dat de gegadigde (Liander) al investeringen heeft gedaan. [eiser e.a.] heeft geen argumenten aangevoerd waarom dit geen objectief, toetsbaar en redelijk criterium zou zijn. De conclusie is dat Gemeente Huizen deze twee criteria had mogen gebruiken om te bepalen dat er maar één serieuze gegadigde is voor de aankoop van de gemeentegrond.
Op basis van het doel van de verkoop en de gestelde criteria kan alleen Liander de grond kopen. Liander is immers de (enige) regionale netbeheerder in Gemeente Huizen. Het is ook voldoende aannemelijk dat Liander, zoals zij heeft toegelicht, al voorbereidende investeringen heeft gedaan voor de plaatsing van het trafostation op de gemeentegrond.
a. onvoldoende te onderzoeken of er een alternatieve locatie mogelijk is voor de plaatsing van het trafostation,
b. de burgers niet te betrekken bij de besluitvorming rondom de plaatsing van het trafostation,
c. de gemeentegrond te verkopen voor plaatsing van een trafostation, terwijl dit een gezondheidsrisico heeft.
5.De beslissing
a. de proceskosten van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiser e.a.] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
a. de proceskosten van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiser e.a.] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,