Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] , H.O.D.N. [handelsnaam] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 1]
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele procedure, die diende voor de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, heeft eiser zijn vordering verminderd tot alleen een proceskostenveroordeling. Eiser had eerder in een kort geding procedure al zijn vorderingen toegewezen gekregen, maar in deze bodemprocedure heeft hij zijn vorderingen tot ontruiming en betaling ingetrokken. De kantonrechter heeft besloten de proceskosten te compenseren, omdat geen van de partijen in het ongelijk is gesteld. De procedure begon toen gedaagden de huur van een opslagruimte niet tijdig ontruimden en een betalingsachterstand hadden. Eiser heeft daarop een kort geding aangespannen, waarin hij ontruiming en betaling vorderde, wat werd toegewezen. In deze bodemprocedure werd enkel de vordering tot proceskosten behandeld. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel eiser in het kort geding in het gelijk was gesteld, dit niet automatisch betekende dat hij ook in deze procedure als in het gelijk gesteld kon worden. De kantonrechter heeft begrip voor de keuze van eiser om een kort geding te starten, maar concludeerde dat de proceshouding van gedaagden niet de reden was voor de aparte procedures. Uiteindelijk werd besloten dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.