Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Rijksvastgoedbedrijf (RVB),
FASTNED B.V.,
hierna te noemen: Fastned,
2.
[tussenkomende partij sub 2] B.V.,
3a.
VERENIGING ENERGIE VOOR MOBILITEIT EN INDUSTRIE
hierna te noemen: Vemobin,
VERENIGING PARTICULIERE RIJSWEGVERGUNNINGEN VAN TANKSTATIONS,
hierna te noemen: VPR,
advocaten: mrs. S.C. Polkerman en I. de Jong
1.Waarover gaat dit kort geding?
- een huurovereenkomst of erfpacht met de Staat afgesloten.
Wbr-vergunning voor het realiseren, behouden en onderhouden van een energielaadpunt met 2 laadpalen te wijzigen, in die zin dat er 14 extra laadpalen (dus in totaal 16 laadpalen) mogen worden gerealiseerd, behouden en onderhouden. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft in een beschikking van 14 februari 2024 de door Fastned verzochte wijziging toegestaan (hierna: de gewijzigde Wbr-vergunning van Fastned) [2] .
2.De procedure
Processtukken
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 13,
- de akte overlegging producties met daarbij de producties 14 tot en met 17 van Circle K,
- de akte overlegging producties met daarbij productie 18 van Circle K,
- de conclusie van antwoord van de Staat met producties 1 tot en met 13,
- de incidentele conclusie tot tussenkomst, subsidiair voeging met producties 1 tot en met 6
van Fastned,
- de akte overlegging producties (7 en 8) van Fastned,
- de incidentele conclusie tot tussenkomst ex artikel 217 Rv met producties 1 tot en met 9
van [tussenkomende partij sub 2] ,
rectificatie van de incidentele conclusie tot tussenkomst ex artikel 217 Rv met producties
10 tot en met 12 van [tussenkomende partij sub 2] ,
- de incidentele conclusie tot tussenkomst althans voeging (ex artikel 217 Rv) met
producties 1 tot en met 3 van Vemobin e.a.
Beslist is dat het Fastned, Vemobin e.a. en [tussenkomende partij sub 2] wordt toegestaan om in het kort geding tussen Circle K en de Staat tussen te komen en dat in dit vonnis over de proceskosten een beslissing zal worden genomen.
Voor het toestaan van deze tussenkomst is de volgende motivering gegeven.
Op grond van artikel 217 Wetboek van Rechtsvordering (Rv) kan een ieder die daarbij voldoende belang heeft bij een tussen partijen aanhangig geding vorderen daarin te mogen tussenkomen. Het enige vereiste dat wordt gesteld is dat er voldoende belang moet zijn.
Wat betreft Fastned staat niet ter discussie dat zij belang bij tussenkomst heeft. Wat betreft Vemobin e.a. en [tussenkomende partij sub 2] geldt dat zij voldoende hebben toegelicht belang bij de door hen gevorderde tussenkomst te hebben; zij menen allebei ook aanspraak te kunnen maken op de verhuur van de extra grond. Dat Vemobin e.a. en [tussenkomende partij sub 2] belang hebben bij tussenkomst is door de Staat niet (gemotiveerd) betwist.
Het beroep van de Staat op rechtsverwerking is een inhoudelijk verweer dat in de hoofdzaak aan de orde is, en niet in het kader van het toestaan van een gevorderde tussenkomst. Overigens gaat het beroep op rechtsverwerking niet op. Er geldt in het geval van een voorgenomen verhuur van grond door een overheidslichaam geen wettelijke vervaltermijn zoals in het aanbestedingsrecht het geval is. Ook is er geen sprake van een contractueel overeengekomen vervaltermijn. De termijn waarop de Staat een beroep doet is éénzijdig door de Staat opgelegd. Er moet daarom aan de hand van het algemene leerstuk van rechtsverwerking worden bepaald of sprake is van rechtsverwerking of niet. Het enkel stilzitten is daarvoor onvoldoende. Er moet sprake zijn van bijkomende omstandigheden. Dat daarvan sprake is, is niet gebleken. De Staat heeft slechts aangevoerd dat bij hem het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat Vemobin e.a. en/of [tussenkomende partij sub 2] niet tegen de door hem voorgenomen verhuur van de extra grond aan Fastned zouden opkomen. Feiten en omstandigheden waaruit dit blijkt, zijn echter niet gesteld. Het kan niet worden opgemaakt uit de omstandigheid dat deze partijen niet binnen de sluitingstermijn zoals vermeld op het reactieformulier hebben gereageerd.
De conclusie is dat de door Fastned, Vemobin e.a. en [tussenkomende partij sub 2] gevorderde tussenkomst toewijsbaar is.
Circle K en Fastned hebben dat mede gedaan aan de hand van pleitnotities.
De Staat heeft, nadat zij haar standpunt mondeling had toegelicht, schriftelijke aantekeningen overhandigd. De voorzieningenrechter heeft partijen verzekerd dat alleen het gedeelte dat ook daadwerkelijk is voorgedragen bij de beoordeling zal worden betrokken. , Vemobin e.a. en [tussenkomende partij sub 2] hebben hun standpunt mondeling toegelicht. Verder hebben partijen vragen van de voorzieningenrechter beantwoord.
7 maart 2025 uitspraak wordt gedaan.
3.De beoordeling
- Circle K dat de Staat wordt geboden om:
primairmet Circle K te onderhandelen over het sluiten van een huurovereenkomst met betrekking tot (en gedeelte van) de extra grond,
subsidiair, een openbare selectieprocedure te organiseren voor de verhuur van de extra grond, waarbij het in bezit zijn van een publiekrechtelijke vergunning niet als selectiecriterium mag worden gesteld.
- Vemobin e.a. dat de Staat wordt geboden om een openbare selectieprocedure te organiseren voor de verhuur van de extra grond, waarbij het in bezit zijn van een publiekrechtelijke vergunning niet als selectiecriterium mag worden gesteld, onder de voorwaarde dat de Staat de extra grond wil verhuren of anderszins in gebruik wil geven,
- [tussenkomende partij sub 2] dat de voorzieningenrechter een voorziening treft die passend voorkomt.
1. een gewijzigde Wbr-vergunning voor het realiseren, behouden en onderhouden (hierna: het exploiteren) van een energielaadpunt met 16 laadpalen, en
De Staat heeft bevestigd dat de wachtruimte/shop niet op de extra grond zal worden gerealiseerd. Daarvoor zal nog een ander stuk grond op De Aalscholver moeten worden toegekend, en dat zal dan ook worden aangekondigd. De verhuur van de extra grond ziet alleen op het exploiteren van een energielaadpunt met 16 laadpalen.
1. er aan de daarvoor vereiste mededelingsverplichting is voldaan,
2. de Staat op basis van objectief, toetsbare en redelijke criteria heeft kunnen concluderen dat er maar één serieuze gegadigde is voor de verhuur van de extra grond.
Voldaan aan de mededelingsverplichting3.7. De Staat heeft, anders dan Circle K aanvoert, met zijn publicatie van 5 september 2024 op www.biedboek.nl aan zijn mededelingsverplichting zoals genoemd in 3.5. onder a en b voldaan.
Huidig gebruik: Basisvoorziening elektrisch laden
a. welk stuk grond de Staat van plan is te verhuren,
De Staat nog geen uitvoering heeft gegeven aan zijn voornemen om de extra grond aan Fastned te verhuren. De bestaande huurovereenkomst met Fastned is in afwachting van de uitkomst van dit kort geding nog niet gewijzigd.
Fastned is de enige serieuze gegadigde3.11. Vervolgens is aan de orde de beantwoording van de vraag of de Staat heeft kunnen concluderen dat Fastned de enige serieuze gegadigde is voor de verhuur van de extra grond. Geoordeeld wordt dat dit zo is.
De privaatrechtelijke toestemming ziet op het gebruik van de aan de Staat in eigendom toebehorende grond. Die privaatrechtelijke toestemming moet worden gevraagd aan het Rijksvastgoedbedrijf van de Staat (hierna: RVB), en wordt onder andere verleend in de vorm van een huurovereenkomst of erfpacht.
Dit wordt nog versterkt doordat er naast dit criterium nog als criterium is gebruikt dat de voorgenomen verhuur van de extra grond niet in strijd mag zijn met rechten van derden.
Het is bovendien ook begrijpelijk dat de Staat niet voor deze alternatieve criteria heeft gekozen, omdat deze criteria zouden meebrengen dat er gedurende een relatief lange periode geen voorziening op de grond kan worden geëxploiteerd. Aanvragen en procedures tegen vergunningverleningen nemen immers (veel) tijd in beslag. Dat is niet in het algemeen belang dat de Staat ook heeft te dienen. Dat algemeen belang bestaat daarin dat er voor mens en auto basis- en aanvullende voorzieningen moeten zijn langs de wegen van de Staat; auto’s moeten kunnen tanken of opgeladen kunnen worden, en de gebruikers van de auto’s moeten iets kunnen eten enzovoort.
gewijzigde Wbr-vergunning verleend op grond waarvan het haar is toegestaan om op
De Aalscholver een energiepunt met 16 laadpalen te exploiteren.
Wbr-vergunning niet had mogen worden verleend, althans had moeten worden uitgesteld. Zij voeren daarvoor samengevat aan dat het verlenen van de gewijzigde Wbr-vergunning aan Fastned:
- de procedure bij de bestuursrechter de werking van deze gewijzigde Wbr- vergunning, zoals de Staat aanvoert, niet schorst [12] , en
- niet gesteld of gebleken is dat de gewijzigde Wbr-vergunning in het kader van een voorlopige voorziening door de rechter is geschorst.
a. het realiseren op de extra grond van een shop als aanvullende voorziening op het perceel bij de bestaande basisvoorziening van Fastned,
b. huurgenot, en het daarmee verband houdende recht dat haar geen oneerlijke concurrentie door de Staat wordt aangedaan.
Zij voert aan dat zij, zo begrijpt de voorzieningenrechter, als eerste een aanvraag heeft gedaan voor een shop als aanvullende voorziening op de extra grond en dat Fastned pas na haar een aanvraag heeft gedaan voor een wachtruimte/shop als aanvullende voorziening op de extra grond. Op grond van het beleid heeft Circle K daarom, zo voert zij aan, recht op een vergunning en de extra grond.
3.22.3. Circle K voert als onderbouwing van haar standpunt dat de Staat door de verhuur van de extra grond aan Fastned afbreuk doet aan haar recht op huurgenot het volgende aan. Zij wordt in haar huurgenot geschaad doordat het RVB (de Staat) door het verhuren van de extra grond aan Fastned meer concurrentie toelaat dan Circle K hoefde te verwachten toen zij in 2012 het recht kreeg om een benzinestation op De Aalscholver te exploiteren. Circle K hoefde toen alleen rekening te houden met 2 laadpalen en nu worden het er ineens 16.
a. recht op het gebruik van de aan haar op 23 augustus 2018 vergunde voetpad doorkruist,
b. haar in augustus 2021 ingediende aanvraag voor het exploiteren van een Drive thru bij haar wegrestaurant doorkruist.
[tussenkomende partij sub 2] wordt hierin niet gevolgd.
3.23.1. Het is niet aannemelijk dat de verhuur van de extra grond het gebruik van het aan [tussenkomende partij sub 2] gegunde voetpad doorkruist. Het belang van [tussenkomende partij sub 2] bij dit voetpad is, zoals zijzelf heeft toegelicht, dat het voetpad leidt naar de laadvoorziening van Fastned en niet naar een concurrerend wegrestaurant. De Staat heeft toegelicht dat dat nog steeds het geval zal zijn als de extra grond aan Fastned wordt verhuurd. Die extra grond ziet immers alleen op de uitbreiding van het energielaadpunt van Fastned met 14 extra laadpalen. Het concurrerende “wegrestaurant” waarop [tussenkomende partij sub 2] doelt, ziet op de aan Fastned verleende Wbr-vergunning voor het exploiteren van een wachtruimte/shop. Die shop wordt echter, zoals in 3.3. is overwogen, niet gerealiseerd op de extra grond.
Bovendien ontstaat er geen onomkeerbare situatie, omdat sprake is van een koppeling tussen de vergunningverlening en de huurovereenkomst. Als de vergunning eindigt/wegvalt dan komt ook de huurovereenkomst ten einde. Dus als de aan Fastned verleende gewijzigde Wbr-vergunning door de bestuursrechter wordt vernietigd, dan eindigt ook de met Fastned gesloten gewijzigde huurovereenkomst voor wat betreft de extra grond. De Staat heeft bevestigd dat dit het geval is.
1 juli 2030 en 17 juli 2030. Over ongeveer 6 jaar zal er weer een nieuwe verdeling van de vergunningen en de grond plaatsvinden, en dan heeft iedereen weer een nieuwe kans. Zo onomkeerbaar is het dus niet. Dat Fastned door de verhuur van de extra grond een bevoordeelde positie verkrijgt, is, anders dan [tussenkomende partij sub 2] aanvoert, niet aannemelijk. Er is sprake van eerlijke concurrentie; iedereen had een vergunning kunnen aanvragen.
- salaris advocaat € 614,00
- nakosten
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
4.De beslissing
a. de proceskosten van € 2.553,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Circle K niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
a. de proceskosten van in het incident van € 792,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de Staat niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
b. de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten zoals bedoeld onder a als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald, en bepaalt dat Circle K in dit incident geen proceskosten hoeft te betalen,