Uitspraak
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
- Salaris gemachtigde € 814,00
- Nakosten € 135,00(plus verhoging zoals vermeld in de beslissing)
- Totaal € 949,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap CB Homes B.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die een kamer bewoont in een woning van CB Homes. CB Homes vordert ontruiming van de woning, stellende dat de gedaagde geen toestemming heeft voor het bewonen van de kamer en zich niet goed heeft gedragen. De kantonrechter heeft op 4 maart 2025 uitspraak gedaan en de vorderingen van CB Homes afgewezen. De rechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was bij de ontruiming, aangezien de gedaagde in verzet is gegaan tegen een eerder verstekvonnis waarin de huurovereenkomst was ontbonden. De kantonrechter benadrukte dat het belang van de gedaagde om de uitkomst van de verzetprocedure af te wachten zwaarder weegt dan het belang van CB Homes bij een snelle ontruiming. De rechter wees erop dat de gedaagde mogelijk op straat zou komen te staan en dat CB Homes onvoldoende bewijs had geleverd voor de gestelde overlast. Daarnaast werd opgemerkt dat de renovatie van de woning niet onmiddellijk kon beginnen, wat de noodzaak voor ontruiming verder ondermijnde. Uiteindelijk werd CB Homes veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde.