ECLI:NL:RBMNE:2025:921
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek in civiele procedure met herhaalde verzoeken
Op 4 maart 2025 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen over een wrakingsverzoek van verzoekster, die voor de derde keer een wrakingsverzoek had ingediend tegen mr. D.C.P.M. Straver, de behandelend rechter in de hoofdzaak. Verzoekster had eerder twee wrakingsverzoeken ingediend, waarvan het eerste op 18 februari 2025 ongegrond werd verklaard en het tweede op 25 februari 2025 niet-ontvankelijk. De wrakingskamer heeft besloten om het verzoek van verzoekster kennelijk ongegrond te verklaren en haar niet-ontvankelijk te verklaren in haar wrakingsverzoek. De wrakingskamer oordeelde dat de gewraakte rechter niet verplicht is om op alle punten van het wrakingsverzoek te reageren en dat het uitblijven van een reactie op bepaalde onderdelen geen reden voor wraking vormt. Bovendien heeft de wrakingskamer een wrakingsverbod opgelegd aan verzoekster om te voorkomen dat zij de behandeling van de hoofdzaak verder vertraagt. Dit besluit is genomen om misbruik van het wrakingsmiddel te voorkomen, aangezien verzoekster al drie keer een wrakingsverzoek had ingediend in dezelfde zaak, die allemaal ongegrond waren verklaard.