In deze zaak, die zich afspeelt in kort geding, hebben eisers, bestaande uit drie personen, een vordering ingediend tegen de parkbeheerder, [gedaagde] B.V., met betrekking tot de afsluiting van gas en elektriciteit aan hun chalet en de ontzegging van toegang tot het park. De eisers stellen dat zij permanent in hun chalet wonen, wat volgens de regels van het park niet is toegestaan. De kantonrechter heeft op 6 maart 2025 geoordeeld dat de belangen van de eisers op dit moment zwaarder wegen dan die van de parkbeheerder. De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eisers moeten worden toegewezen totdat er in de hoofdzaak over de permanente bewoning is beslist. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisers, gezien hun leeftijd en de omstandigheden, afhankelijk zijn van de voorzieningen in hun chalet. De parkbeheerder heeft de elektriciteit en gas afgesloten als sanctie voor de vermeende permanente bewoning, maar de rechter oordeelt dat dit een te zware maatregel is. De vorderingen van de parkbeheerder zijn afgewezen, en de rechter heeft de parkbeheerder bevolen om de elektriciteit en gaslevering te hervatten en de toegang tot het park te waarborgen. De zaak heeft ook betrekking op een incidentele vordering van een derde eiser, [eiser sub 3], die zich bij de zaak wilde voegen, maar zijn vorderingen zijn afgewezen omdat hij onvoldoende belang heeft aangetoond. De proceskosten zijn toegewezen aan de eisers, die in het gelijk zijn gesteld.