4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Op zaterdag 10 februari 2024 werd [slachtoffer 3] als verdachte aangehouden voor heling. [slachtoffer 3] was de vriendin van verdachte.
Bij de aanhouding werd een Samsung telefoon inbeslaggenomen. Bij verder technisch onderzoek van de Samsung telefoon is de volgende informatie door mij aangetroffen.
- Foto's van telefoon met daarop een gesprek. Ik herken de applicatie waarmee het gesprek gevoerd is als Snapchat. Ik herken de knoppen onder in het scherm als de knoppen van een Nokia telefoon. Uit het technisch onderzoek is gebleken dat de foto's genomen zijn met de Samsung telefoon. De foto's zijn genomen tussen zaterdag 10-02-2024 om 12:08:38 uur en zaterdag 10-02-2024 om 12:10:50 uur. Op de foto's is te zien dat het gesprek grotendeels op vrijdag 09-02-2024 heeft plaatsgevonden. Hierin is te zien dat de volgende gebruikers deelnemen aan het
gesprek.
o Het account van de telefoon, " [gebruiker 1] " genoemd.
o [gebruiker 2]
o [gebruiker 3]
o [gebruiker 4]
Uit technisch onderzoek van de Nokia is gebleken dat dit gesprek op deze telefoon heeft plaatsgevonden en dat het gebruikte snapchat account van [verdachte] is.
[slachtoffer 3] heeft in haar verhoor bij de politie verklaard:
V: Wie is de gebruiker [gebruiker 1] in de chat?
A: Dat is hij zelf.
V: Is dat [verdachte (voornaam)] .
A: Ja.
In het dossier zitten foto’s van de screenshots van berichten op Snapchat die aangetroffen zijn op de telefoon van [slachtoffer 3] : Op de foto’s is te zien dat het gesprek grotendeels op 9 februari 2024 heeft plaatsgevonden.
(tijd onbekend) [gebruiker 1] :
"1 brakkie in een grote osso je gaat daar voor 2rolexen heen wat erbij gepakt wordt is bij zaak. Weet iedergeval die roleys Zinn daar"
(tijd onbekend) [gebruiker 1] :
"die brakkie is duizend procent ma ze kunne wel osso zijn s gewn gezin"
(tijd onbekend) [gebruiker 1] :
"Ma moet weten jullie komen of komen niet"
om 20:47 uur [gebruiker 2] :
"Als die ding zeker is ik ga niet voor saus naar daar"
om 20:48 uur [gebruiker 1] :
"K ga nu [.] . Alsveerst die guy late belle. Nunu. Ben daarval voor haar huis"
om 20:48 uur [gebruiker 2] :
"Doe snel wat we pakken rond 10 uur trien"
om 20:48 uur [gebruiker 1] :
"See"
om 20:54 uur [gebruiker 2] :
"Wat is die adres"
(tijd onbekend) [gebruiker 2] joined the call
(tijd onbekend) [gebruiker 1]
"Bro wacht effe heb zelf 3opties vnv deze zouden plantage moete zijn heb als tip gekregen ga nu zo na die osso van vnv. Ben deze effe checke. Ga nu na balkon. Zoude 2huizen moeten zijn effe kijke en
(tijd onbekend) ... [gebruiker 2] :
"...aar heb je daar iets. P of zo"
(tijd onbekend) [gebruiker 1] :
"Die anders osso die ik zei is op 5min afstand. Geen p bij mij nu was niet voorbereid heb in [plaats 2] niet vragen nu als"
om 21:47 uur [gebruiker 1] :
"Denk die mensen zijn Niet osso. Ben aan het wachten om die voortuin in te gaan. Ma ziet er donker uit filmpjesnko komen eraan"
om 22:06 uur [gebruiker 1] : [gebruiker 1] stuurt een filmpje. (Toelichting verbalisant: Ambtshalve is mij bekend dat een paars pijltje bij een snapchat bericht betekent dat het een filmpje betreft.)
om 22:06 uur [gebruiker 1] :
"Je gaat niks zien is [.] donker. Zitte allemaal bomen omheen En kan geen flist. Die mensen zijn Niet osso die Buren wel ma die huis ligt Niet aan Hun huis vast snapje is
Los van elkaar 40 stappen zo. Ik kijk nu [.] had nog Niet gezien."
om 22:12 uur [gebruiker 2] :
"Denk er zijn daar over een iur"
om 22:29 uur [gebruiker 2] :
"Kom je ons ophalen bij station"
om 22:34 uur [gebruiker 1] : [gebruiker 1] stuurt een afbeelding. (Toelichting verbalisant: Ik herken de website als de website van [.] .nl)
om 22:34 uur [gebruiker 1] :
"Dit s 1 van de treinen terug voor jullie. Dan s die safe alvast"
om 23:05 uur [gebruiker 2] :
"Je hebt p geregeld toch
om 23:05 uur [gebruiker 1]
: " die man van die op djunta is als die klaar is geeft die me p terug""
Een verbalisant merkt bij het gesprek het volgende op:
Ambtshalve zijn mij de volgende betekenissen van woorden bekend:
"Osso" betekent huis
"Brakkie" betekent braak of inbraak
"Roleys" betekent Rolex of Rolexen
"Vnv" betekent vanavond
"Voor saus" betekent "voor niets"
"Gewn" betekend gewoon
"p" wordt gebruikt om een pistool of vuurwapen aan te duiden.
In het gesprek zegt " [gebruiker 1] " over een mogelijkheid van het uitvoeren van een inbraak waarbij
Twee rolexen buit gemaakt kunnen worden. " [gebruiker 1] " is er zeker van dat de rolexen daar
aanwezig zijn en geeft aan dat de bewoners wel thuis kunnen zijn. Hierna wordt gevraagd of
de andere deelnemers van het gesprek wel of niet komen. " [gebruiker 2] " reageert hierop dat
hij alleen komt als " [gebruiker 1] " er zeker van is. Daarna zegt " [gebruiker 2] " het volgende "we
pakken rond 10 uur trien" en vraagt daarna om het adres. " [gebruiker 1] " zegt dat hij nog een optie heeft,
vermoedelijk voor een inbraak/overval, betreffende een plantage. Hierna zegt hij dat hij gaat
kijken bij de woning.
Een gebruiker met de naam eindigend op " [gebruiker 2] " vraagt aan " [gebruiker 1] " of hij een vuurwapen
heeft. " [gebruiker 1] " reageert hierop dat hij geen vuurwapen bij zich heeft maar er wel eentje in
[plaats 2] heeft. " [gebruiker 1] " zegt dat hij vermoedt dat de bewoners niet thuis zijn en dat hij wacht
om de voortuin in te gaan. Hierna beschrijft hij dat er allemaal bomen om de woning staan,
dat de buren wel thuis zijn en dat het huis van de buren op ongeveer 40 stappen afstand ligt.
" [gebruiker 1] " stuurt een afbeelding van de reisplanner [.] waarin hij zoekt naar treinen die
vertrekken vanaf [plaats 1] station. Deze afbeelding is teruggevonden in het technisch
onderzoek van de Nokia telefoon van medeverdachte [verdachte] . " [gebruiker 2] " vraagt
aan " [gebruiker 1] " of hij een vuurwapen geregeld heeft.
De verbalisant schrijft op dat opvalt dat het huis van aangever omgeven is met bomen en
begroeiing en dat de huizen vrij dicht bij elkaar staan.
Verdachte heeft tegenover de politie onder meer het volgende verklaard:
“Als jullie de camerabeelden van de [straat] bekijken zien jullie mij met twee andere personen op beeld. Dat zijn twee mannen. Deze twee mannen hebben de overval gepleegd.”
“We zitten hier omdat jij via je advocaat hebt aangegeven ons in je telefoon een snapchat
account te laten zien van iemand die als dader betrokken is bij de overval waarvan jij wordt
verdacht. Wij hebben je telefoon, een Nokia meegenomen en geven je bij deze gelegenheid
de account te tonen. O: Jij toont ons nu drie namen. Om welke gaat het?
A: het gaat om de onderste twee namen
De eerste is : [gebruiker 3]
De tweede: [gebruiker 2]
V. Wat kun je nog meer over deze persoon zeggen?
A: Ik weet dat [medeverdachte (voornaam)] (de rechtbank constateert: de voornaam van medeverdachte [medeverdachte] )
vast zit. Ik weet geen achternaam van [medeverdachte (voornaam)] . Ik weet ook niet welke van de twee accounts
van [medeverdachte (voornaam)] is”.
Op de camerabeelden van het appartementencomplex [straat] – destijds de verblijfplaats van verdachte – zijn op 10 februari 2024 tussen 00:49:20 en 00:55:11 uur
en tussen 01:20:15 en 01:36:44 uur drie personen te zien.
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn op 10 februari 2024 omstreeks 4:30 uur in aanraking geweest met de politie. Verdachte was op dat moment gekleed in een zwarte hoodie, blauwe trainingsbroek, zwarte handschoenen en hij droeg zwarte schoenen. Het viel verbalisanten op dat [verdachte] hevig aan het zweten was.
[medeverdachte] was gekleed in een zwarte hoodie, zwarte trainingsbroek, had witte schoenen en droeg zwarte handschoenen. Verdachte verklaarde dat hij handschoenen droeg omdat hij het koud had maar de politie vonden dat vreemd omdat hij hevig zweette.
In de aangifte, gedaan door de heer [slachtoffer 1] , mede namens zijn echtgenote [slachtoffer 2] , staat onder meer het volgende vermeld:
"Ik wil aangifte doen van een overval op mijn woning op de [adres] te [plaats 1] . Op 10 februari 2024, omstreeks 1:10 uur, ging ik naar het toilet. Toen ik uit mijn bed stapte stonden er ineens twee grote mannen voor mij in mijn slaapkamer. Ik zag dat een van de twee daders iets in zijn hand had. Ik heb niet gezien wat dit was. Beide begonnen op mij in te slaan bij mijn gezicht. Toen zag ik dat ze mijn mobiele telefoon en die van mijn vrouw van de snoeren los maakten en wegrenden de trap af. Ik zag op de grond in mijn slaapkamer een patroonhouder liggen van een wapen en dat alle kogels er nog in zaten.
Beide mannen waren helemaal in het zwart gekleed, droegen handschoenen en hadden een bivakmuts op. Ze waren lang. Ik denk ongeveer 1.90 lang. Ze hadden handschoenen aan.Ik heb ook een klap op mijn ribben gehad. Wij zagen dat het keukenraam openstond en dat ze via de keukenraam de woning binnen zijn gekomen. Ze hebben ook mijn laptop weggenomen.”
In de geneeskundige verklaring van de huisarts wordt, met betrekking tot het onderzoek van [slachtoffer 1] op 10 februari 2024, onder meer het volgende vermeld:
uitwendig waargenomen letsel:meerdere blauwe plekken in het gezicht, bloedend wondje linkerwang, dikke bovenlip met schaafwondje;
geschatte duur van de genezing:enkele weken.
Uit onderzoek van de plaats delict blijkt onder meer het volgende:
“Als je in de keuken staat zie je aan je rechterzijde een raam. Deze stond open en als je door het raam klimt dan sta je in de tuin.Ik zag een schoenafdruk op de vensterbank.
De politie heeft een tap aangesloten op het telefoonnummer [telefoonnummer] van de weggenomen mobiele telefoon. Op 10 februari 2024 om 8:18:31 uur kreeg het telefoonnummer een dataverbinding met de cell-id aan de [straat] te [plaats 1] . Het telefoonnummer was gekoppeld aan de Samsung telefoon van [slachtoffer 3] .Als de politie [slachtoffer 3] vraagt hoe de simkaart van het slachtoffer in de telefoon van [slachtoffer 3] terecht is gekomen, verklaart [slachtoffer 3] dat verdachte dat heeft gedaan toen hij in de nacht van vrijdag op zaterdag was thuis gekomen.Ook heeft [slachtoffer 3] tegenover de politie verklaard dat verdachte het simkaartje door het toilet heeft gespoeld.
De politie heeft de weggenomen laptop teruggevonden (onder een plafondplaat in de hal) in het appartementencomplex aan de [straat] te [plaats 1]en aangever heeft deze laptop als zodanig herkend.
Er is een vingerafdruk van verdachte aangetroffen bij het dactyloscopisch onderzoek van de weggenomen laptop.
Medeplegen van de woningoverval
De rechtbank is van oordeel dat verdachte samen met de andere daders betrokken is geweest bij de woningoverval en dat zijn rol niet – zoals verdachte ter terechtzitting heeft verklaard – beperkt is gebleven tot het vooraf verkennen van de woning voor een woninginbraak door de anderen. De rechtbank merkt op dat verdachte zijn verklaring over zijn (beperkte) betrokkenheid bij de woningoverval pas heeft afgelegd nadat het dossier grotendeels gereed was, zodat niet kan worden uitgesloten dat hij bij het afleggen van zijn verklaring rekening heeft gehouden met de belastende feiten en omstandigheden die op dat moment bekend waren. Dit doet op voorhand afbreuk aan de betrouwbaarheid van zijn verklaringen.
De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen volgt dat het idee om in te breken van verdachte afkomstig was, dat hij de tip had gekregen dat er Rolexen in de woning zouden liggen, dat de woning bij hem in de buurt was terwijl de anderen daarvoor met de trein naar [plaats 1] moesten reizen en dat hij kort voor de overval aan de medeverdachten heeft laten weten dat hij zijn “p” (hetgeen de rechtbank evenals de politie interpreteert als ‘pistool’) nog van een ander persoon verwachtte terug te krijgen. Ook is verdachte samen met de andere daders kort voor en kort na de woningoverval op de camerabeelden van het appartementencomplex aan de [straat] (waar de woning van de toenmalige vriendin van verdachte gelegen is) te zien, is de weggenomen laptop op de [straat] aangetroffen, stonden er vingerafdrukken van verdachte op de laptop en is het op basis van de verklaring van [slachtoffer 3] aannemelijk dat verdachte de simkaart van de weggenomen telefoon die avond heeft gebruikt en door de wc heeft gespoeld. De rechtbank neemt ook in aanmerking dat de politie verdachte en medeverdachte [medeverdachte] in de nacht van 10 februari 2024 omstreeks 4:30 uur onder verdachte omstandigheden op straat heeft gecontroleerd (pagina 136 en 137), waarbij de omschrijving van verdachte overeenkomsten vertoont met het signalement van de daders van aangever.
Verder zijn bij de doorzoeking van de woning aan de [straat] onder meer twee roze handschoenen en een bivakmuts in beslag genomen (pagina 103-104) en zijn op deze handschoenen DNA-sporen (bloed) van aangever [slachtoffer 1] aangetroffen (pagina 675-679). Ook heeft [slachtoffer 3] , de toenmalige vriendin van verdachte, verklaard dat zij verdachte in de nacht van 10 februari 2024 met een wapen in haar woning aan de [straat] heeft gezien (pagina 259), dat verdachte in die nacht thuis kwam met een tas met kleding en handschoenen en dat zij, toen zij de kleding wilde wassen, in één van de jaszakken een zakje kogels of patronen heeft gevonden (pagina 44).
De rechtbank is op grond van hetgeen hiervoor is uiteengezet van oordeel dat er sprake is geweest van bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de mededaders, waarbij verdachte een significante rol had.Verdachte was namelijk de initiatiefnemer voor de woningoverval en heeft een grote rol gehad in de voorbereiding én in de afhandeling van het delict.
Anders dan de raadsvrouw heeft bepleit, is de rechtbank van oordeel dat uit de bewijsmiddelen ook volgt dat verdachte (voorwaardelijke) opzet heeft gehad op de geweldshandelingen. Verdachte wist dat er een aanmerkelijke kans was dat de bewoners thuis waren. Verdachte bericht weliswaar op enig moment dat hij denkt dat de bewoners niet thuis zijn, maar (kort) daarvoor heeft hij bericht dat de bewoners wel thuis kunnen zijn. Bovendien worden er tussen verdachte en de andere daders berichten gewisseld over het regelen van een ‘p’ (de rechtbank leest: pistool), waarbij verdachte laat weten dat hij zijn pistool nog van een ander persoon verwacht terug te krijgen. Daar komt bij dat zijn vriendin [slachtoffer 3] heeft verklaard verdachte in de nacht van de overval te hebben gezien met een wapen. Gelet op voorgaande heeft verdachte tenminste het voorwaardelijke opzet gehad op de geweldshandelingen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
In een aangifte van hoofdagent [A] staat onder meer het volgende vermeld:
“Op 12 februari 2024, was ik als hoofdagent van politie in dienst belast met de bewaking in het [ziekenhuis] te [plaats 1] van verdachte [verdachte] ,. Naast de dreigende houding uitte de verdachte onder meer de volgende verbale bedreigingen:"Ik kan jullie wel hebben hoor. Wil jij met mij de ring in kom maar. Ik pak jullie allemaal. Kom maar als je durft."
"Het maakt mij niets uit ik pak jullie allemaal.""Jullie komen maar hoor. Roep je versterking maar. Het maakt mij niets uit. Ik pak jullie allemaal."Tijdens de bewaking van verdachte heb ik mij geïntimideerd, geprovoceerd en bedreigd gevoeld.”
In een proces-verbaal van [A] staat onder meer het volgende vermeld:
De verdachte begon een gesprek op een aanvallende toon. Ik zag dat
verdachte zijn kamer uit kwam en de kamer in kwam waar ik en de
collega de bewaking deden. Ik zag dat de verdachte zich hierbij groot maakte en dicht op mij kwam staan, op niet meer dan een meter afstand. Ik zag en
hoorde dat verdachte mijn collega beschuldigde van leugens. De verdachte was
continu zijn stem aan het verheffen en wilde de dienst uit maken.
Gezien de communicatie zowel verbaal als non-verbaal, voelde ik mijzelf als persoon erg geïntimideerd. Mede door de bedreigingen die hij uitte kreeg ik de indruk dat de verdachte zijn bedreigingen tot uiting zou kunnen laten komen. Ik zag dat de verdachte zeer kort voor mij kwam staan tot ongeveer 30 centimeter voor mij. Ik hoorde dat hij met luide stem zei: "Wat anders dan? Wat dan?".
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij inderdaad boos was op de agent en dingen heeft geroepen en dat ‘Ik pak jullie’ voor hem ongeveer hetzelfde betekent als ‘Ik maak je dood’.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
In de aangifte staat onder meer het volgende vermeld:
“Toen [verdachte (voornaam)] (de rechtbank begrijpt: verdachte) vrij kwam op 8, 12 of 18 december 2023 kwam hij dezelfde dag nog naar mij toe aan de [straat] . De eerste dagen waren leuk maar ineens, na een paar dagen, sloeg hij om. Alles wat hij zei moest gebeuren.Als ik de dingen niet deed zoals hij wilde, dan werd hij fysiek en agressief. Hij viel me dan aan of gaf me een stoot op mijn lichaam, in mijn gezicht of hij duwde me. Hij pakte me ook bij mijn haar. De eerste keer gaf hij mij een harde stoot tegen mijn been greep naar mijn keel. Ik voelde pijn na deze stoot en het bij mijn keel grijpen.Ik heb een paar keer een flinke duw gehad. Ook heeft [verdachte (voornaam)] mij toen ik in bed lag bij mijn haren gepakt en omhoog getild. Dit deed erg veel pijn.[verdachte (voornaam)] heeft me meerdere keren op mijn armen, benen, borsten en in mijn gezicht gestompt met zijn vuisten. Van meerdere mishandelingen had ik blauwe plekken. Die heeft [B (voornaam)] gefotografeerd. Die foto’s voeg ik toe aan de aangifte op een fotoblad.
Bij de laatste mishandeling heeft [verdachte (voornaam)] mij gebeten in mijn gezicht. Dit is ongeveer een week voor 10 februari 2024 gebeurd.In de nacht van oud en nieuw voelde ik ineens een keiharde klap ik mijn gezicht. Ik schreeuwde van de pijn..“
Bij de aangifte zit een fotoblad met 6 foto’s.
De GGD heeft een letselrapportage opgesteld aan de hand van de 6 foto’s van aangeefster die als fotoblad bij de aangifte zijn gevoegd. In de letselrapportage staat onder meer het volgende vermeld:
samenvatting gemelde toedracht: mishandeling
- Bloeduitstortingen op de linker bovenarm (en op een (andere)
ledemaat, precieze locatie niet herkenbaar op aangeleverde foto)
- Oppervlakkige huidbeschadigingen op de linker borst (schaafwonden
en kraswonden)
- Huidbeschadigingen t.h.v. de wenkbrauw (mogelijke bijtwond)
de gemelde toedracht past
goedbij het letsel
Bewijsoverweging
De rechtbank acht de mishandelingen wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank stelt vast dat de aangifte wordt ondersteund door een fotoblad met 6 foto’s en een letselrapportage waarin staat vermeld dat het letsel zoals dat blijkt uit de foto’s goed past bij de gestelde mishandeling. De rechtbank ziet ook geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster over de mishandeling. Zij heeft namelijk direct bij haar aanhouding op 10 februari 2024 gedetailleerd over de mishandeling verklaard en haar aangifte van 14 februari 2024 is hiermee consistent. De omstandigheid dat aangeefster op een later moment in een tapgesprek heeft aangegeven dat ze de aangifte wil intrekken leidt niet tot een ander oordeel, omdat dit niet betekent dat haar aangifte niet op waarheid berust. Het dossier biedt daarvoor ook geen aanknopingspunten. Verder gaat de rechtbank voorbij aan de verklaring van verdachte ter zitting dat het letsel mogelijk is veroorzaakt door [B] , waar [slachtoffer 3] eerder een relatie mee heeft gehad. De rechtbank verwerpt dit verweer, nu zij de aangifte consistent en betrouwbaar acht.