ECLI:NL:RBMNE:2025:888
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 21 februari 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Laghmouchi, en verweerder, Dienst/Toeslagen. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder volgens hem niet tijdig had beslist op zijn bezwaar van 13 mei 2024 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiser het griffierecht van € 51,- niet heeft betaald, wat een vereiste is om het beroep inhoudelijk te kunnen behandelen. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was.
De rechtbank heeft eiser op 10 december 2024 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd over de betaling van het griffierecht. Deze brief is op 14 december 2024 bezorgd, maar het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, en zal het niet inhoudelijk worden behandeld. Er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.