ECLI:NL:RBMNE:2025:857

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 maart 2025
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
16/155866-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor vernieling en voorhanden hebben van wapens en munitie met vrijspraak van medeplegen

Op 3 maart 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid wapens en munitie, alsook van vernieling. De tenlastelegging omvatte onder andere het voorhanden hebben van negen vuurwapens, een alarmpistool, een gasdrukpistool, scherpe patronen en andere wapens, evenals de vernieling van een ruit van een geitenhok. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 25 juni 2023 in Tienhoven samen met een ander voorhanden had: negen vuurwapens, een alarmpistool, een gasdrukpistool, 305 scherpe patronen en andere wapens. Daarnaast heeft de verdachte op 24 juni 2023 een ruit van een geitenhok vernield. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 414 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk, en heeft de teruggave van een gedeelte van het beslag gelast. De rechtbank heeft het beroep op verontschuldigbare rechtsdwaling van de verdachte afgewezen, omdat niet is aangetoond dat hij voldoende onderzoek heeft gedaan naar de legaliteit van het voorhanden hebben van de wapens. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van de feiten, omdat er onvoldoende bewijs was voor nauwe en bewuste samenwerking met een medeverdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/155866-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 maart 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1949] in [geboorteplaats] ,
wonende [adres] in [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 17 februari 2025. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Harmsen en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. W.B. Lisi (advocaat in Utrecht) naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt erop neer dat verdachte op 25 juni 2023 in Tienhoven, samen met een ander, voorhanden heeft gehad:
Feit 1: negen vuurwapens;
Feit 2: een alarmpistool en bijbehorend patroonmagazijn;
Feit 3: een gasdrukpistool en -revolver en een voorwerp in de vorm van een revolver;
Feit 4: 305 scherpe patronen;
Feit 5: traangas, een peppergun en pepperspray.
Daarnaast komt de verdenking er onder feit 6 op neer dat verdachte op 24 juni 2023 in [woonplaats] een ruit van [benadeelde] heeft vernield.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat er geen formele belemmeringen zijn om de zaak inhoudelijk te behandelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Samenvatting
Op 24 juni 2023 gaat de politie af op een melding dat er in [woonplaats] is geschoten op geiten. Ter plaatse meldt aangeefster aan de politie dat een ruit van de schuur van de geiten kapot is gegaan en dat de schoten afkomstig waren vanuit een chalet op een aangrenzend perceel. Bij en in dit chalet treft de politie verdachte en zijn partner, [medeverdachte] (medeverdachte), aan. In het chalet van verdachte en het nabijgelegen chalet van [medeverdachte] treft de politie vervolgens een grote hoeveelheid wapens en munitie aan. Het Openbaar Ministerie verdenkt verdachte van vernieling van de ruit van de geitenschuur (feit 6) en - verdachte en [medeverdachte] samen - van onrechtmatig bezit van een deel van de aangetroffen wapens en munitie (feiten 1 tot en met 5).
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen, met uitzondering van het voorhanden hebben van het onder feit 1 genoemde combinatiegeweer, type/model Roe. Schadt, wapennummer [wapennummer] . Gebleken is namelijk dat het voorhanden hebben van dit wapen niet strafbaar is.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van feit 6, omdat voldoende overtuigend bewijs ontbreekt. Het standpunt van de verdediging wordt, voor zover van belang voor de beoordeling, verder besproken in de volgende paragraaf.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1
Bewijs feit 1 tot en met feit 5 (wapens en munitie)
Op de terechtzitting heeft verdachte bekend zich schuldig te hebben gemaakt aan het voorhanden hebben van de wapens en munitie als vermeld op de tenlastelegging. De verdediging heeft voor deze feiten, voor zover hierna bewezen verklaard, geen vrijspraak bepleit. Voor het bewijs van deze feiten volstaat de rechtbank, onder deze omstandigheden, met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] :
  • De bekennende verklaring van verdachte op de terechtzitting;
  • een proces-verbaal van forensisch onderzoek van 8 oktober 2023
 een proces-verbaal van forensisch onderzoek van 31 oktober 2023 [3] ;
 een proces-verbaal van 10 augustus 2023 [4] ;
 een proces-verbaal van 10 augustus 2023 [5] ;
 een proces-verbaal van 10 augustus 2023 [6] ;
 een proces-verbaal van bevindingen van 18 december 2023. [7]
Vrijspraak voorhanden hebben één vuurwapen en medeplegen
In lijn met het standpunt van de officier van justitie oordeelt de rechtbank dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat het voorhanden hebben van het wapen ‘een combinatie geweer, type model Roe. Schadt, wapennummer [wapennummer] ’ strafbaar is. De rechtbank zal verdachte hiervan vrijspreken.
Voor bewezenverklaring van medeplegen is vereist dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking door verdachte met een of meer anderen die was gericht op het voorhanden hebben van de wapens en munitie. Uit het dossier komt duidelijk naar voren dat verdachte de ten laste gelegde wapens en munitie verzamelde. [medeverdachte] wist ervan, maar hield zich verder afzijdig. Onder deze omstandigheden kan, naar het oordeel van de rechtbank, niet worden gesproken van een nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte wordt daarom vrijgesproken van het ten laste gelegde medeplegen.
4.4.2
Bewijs feit 6 (vernieling)
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de ruit van het geitenhok van [benadeelde] heeft vernield. Hieronder zal de rechtbank uitleggen waarom zij dat vindt en ingaan op verweren van de verdediging, voor zover die niet al worden weerlegd door de bewijsmiddelen. De bewijsmiddelen zijn ten behoeve van de leesbaarheid opgenomen in bijlage II van dit vonnis.
Bewijsoverweging
Op de achterzijde van haar perceel houdt aangeefster twee geiten. Een schuur op het perceel biedt de geiten onderdak. Aangeefster heeft verklaard te hebben gezien dat er op 24 juni 2023 werd geschoten in de richting van de geiten, waarbij een ruit van de schuur werd geraakt en kapot is gegaan. De rechtbank ziet hiervoor bevestiging in de resultaten van het politieonderzoek; de ruit bleek gebroken en in de houten zijwand van de geitenschuur vond de politie munitie van een luchtbuks.
Aangeefster heeft verder verklaard dat de schoten kwamen vanuit een chalet gelegen op een perceel dat grenst aan haar perceel. Op dat perceel zijn verdachte en [medeverdachte] woonachtig en de politie trof hen daar op 24 juni 2023 ook aan.
Verdachte ontkent de schutter te zijn geweest, maar de rechtbank gelooft dat niet. Uit het politieonderzoek blijkt immers dat verdachte de beschikking had over meerdere wapens, waaronder een luchtbuks waarmee verdachte, zoals hij zelf heeft verklaard, weleens schoot. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte hiermee (ook) op 24 juni 2023 heeft geschoten en kijkt daarvoor naar wat [medeverdachte] op 25 juni 2023 uit zichzelf tegen de politie vertelde. Zij zei onder meer: “Het was maar een buks” en “Wij hebben last van die geiten en om te zorgen dat ze uit de buurt bleven heeft hij een geit tegen zijn kont geschoten.” De rechtbank twijfelt er niet aan dat [medeverdachte] dit heeft gezegd. De politie heeft hierover nog een aanvullend proces-verbaal opgemaakt waarin staat wat van [medeverdachte] haar verklaring over het schieten op de geiten letterlijk is genoteerd. Dat [medeverdachte] één en ander “sarcastisch” (de rechtbank begrijpt: spottend) bedoelde, zoals zij later heeft verklaard bij de recht-commissaris, vindt de rechtbank niet aannemelijk. Wat [medeverdachte] vertelde aan de politie komt namelijk overeen met de aangifte (over de door verdachte en [medeverdachte] ervaren overlast en het schieten op de geiten) en de bevindingen van het forensisch onderzoek (over de aangetroffen munitie van een luchtbuks). Verdachte heeft zelf ook verklaard over de overlast die hij en [medeverdachte] ervoeren van de geiten.
Betrouwbaarheid van de aangifte
De verdediging heeft nog gewezen op inconsistenties en tegenstrijdigheden in de verklaringen van aangeefster (bij de politie en bij de rechter-commissaris) en zich op het standpunt gesteld dat deze verklaringen onbetrouwbaar zijn en daarom niet als bewijs kunnen worden gebruikt. De rechtbank ziet ook dat aangeefster bij de rechter-commissaris anders heeft verklaard over, onder meer, de schutter en het aantal schoten dat zou zijn gelost dan bij de politie. Dat leidt alleen niet tot het oordeel dat de gehele aangifte als onbetrouwbaar opzij moet worden geschoven. Voor het bewijs van de vernieling gebruikt de rechtbank die delen van de aangifte die steun vinden in andere bewijsmiddelen.
Voorwaardelijk opzet
De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte heeft bedoeld de ruit te vernielen. Met het schieten richting de geiten heeft verdachte wel de reële kans aanvaard dat hij de ruit zou raken en vernielen. Daarmee is sprake van voorwaardelijk opzet.
Vrijspraak medeplegen
De rechtbank ziet geen bewijs voor betrokkenheid van [medeverdachte] of iemand anders bij de vernieling. Verdachte wordt dan ook vrijgesproken van het onderdeel medeplegen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1
op 25 juni 2023 te Tienhoven wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
  • een gasrevolver, merk Röhm, model RG6, kaliber .22 kort (goednummer: G3183673),
  • een revolver, model Colt third model Dragoon, kaliber .44 (goednummer: G3183674),
  • een dubbelloops pistool, merk Reck, model Frontier Derringer, kaliber .22LR (goednummer: G3183624),
  • een revolver, merk onbekend, wapennummer [wapennummer] , kaliber .320 (goednummer: G3183653),
  • een geweer, merk CZ, model 243, wapennummer onbekend, kaliber .22 LR (goednummer: G3183615),
  • een pistool, merk onbekend, wapennummer [wapennummer] , kaliber .22 short (goednummer: G3183651),
  • een gasrevolver, merk Kora, wapennummer [wapennummer] , kaliber 6mm ME flobert, (goednummer: G3183599) en/of
  • een revolver, merk Smith & Wesson, wapennummer onbekend, kaliber .32 s&w (goednummer: G3184016),
telkens zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver of pistool voorhanden heeft gehad;
Feit 2
op 25 juni 2023 te Tienhoven een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool, merk BBM (Bruni), model 92, kaliber 8mm (goednummer: G3183552) en een bijbehorend patroonmagazijn (goednummer G3183559), voorhanden heeft gehad;
Feit 3
op 25 juni 2023 te Tienhoven, wapens van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, die zodanig op een wapen geleken dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt waren, namelijk
  • een gasdrukpistool, merk Baikal, wapennummer [wapennummer] , kaliber 4.5mm (goednummer: G3183694),
  • een gasdrukpistool, merk Artemis, wapennummer [wapennummer] , kaliber 4.5mm (goednummer: G3183697),
  • een voorwerp in de vorm van een revolver, merk Cold (goednummer: G3183508) en/of
  • een gasdrukrevolver, merk Crosman, kaliber .177 (goednummer: G3183684),

voorhanden heeft gehad;

Feit 4
op 25 juni 2023 te Tienhoven munitie van categorie II van de Wet wapens en munitie, te weten

4 scherpe kogelpatronen, kaliber .50, merk AI (goednummer: G3183590),

en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten

  • 5 scherpe patronen, kaliber .22 LR, merk Winchester (goednummer: G3183596),
  • 2 scherpe patronen, kaliber 6mm flobert, merk Dynamit Nobel (goednummer: G3183605),
  • 5 scherpe patronen, kaliber .22 short, merk S&B (goednummer: G3183491),
  • 2 scherpe patronen, kaliber .22 LR, merken CCI en RWS (goednummer: G3183491),
  • 5 scherpe patronen, kaliber .22 short, merk RWS (goednummer: G3183654),
  • 53 scherpe knalpatronen, kaliber 8mm, merk MFS (goednummer: G3183580),
  • 48 scherpe patronen, kaliber .22 LR, merk CCI (goednummer: G3183566),
  • 129 scherpe patronen, kaliber .22 short, merken 83x RWS, lx GFL, 45x S&B (goednummer: G3183573),
  • 40 scherpe patronen, kaliber 6mm flobert, merk Dynamit Nobel (goednummer: G3183555),
  • 6 scherpe patronen, kaliber .22 LR, merken 5x CCI, lx Winchester (goednummer: G3183720),
  • 1 scherp patroon, kaliber .38, merk onbekend (goednummer: G3183720),
  • 1 scherp patroon, kaliber 30 -06 springfield, merk AI (goednummer: G3183720),
  • 2 scherpe knalpatronen, kaliber 30-06 knal, merk NWM en
  • 2 scherpe patronen, kaliber .22 LR, merk CCI (goednummer: G3183625),
voorhanden heeft gehad;
Feit 5
op 25 juni 2023 te Tienhoven wapens van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten,
  • een gasbusje, traangas, merk KH Security, model Anti attack (goednummer: G3183705),
  • een peppergun, merk Mace (goednummer: G3183604) en
  • een gasbusje, pepperspray, merk KH Security,
telkens zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met , weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen voorhanden heeft gehad;
Feit 6
op 24 juni 2023 te [woonplaats] , opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, die geheel of ten dele aan [benadeelde] toebehoort, heeft vernield.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Wat meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
Feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
Feit 3:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
Feit 4:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
Feit 5:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
Feit 6:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

7.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat verdachte ten aanzien van feit 1 tot en met feit 3 moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat sprake is van verontschuldigbare rechtsdwaling. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte in de veronderstelling verkeerde dat het (zonder vergunning) voorhanden hebben van de onder die feiten genoemde wapens en munitie niet strafbaar was, omdat verdachte de wapens en munitie op wapenbeurzen heeft gekocht en zich daar heeft laten adviseren.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte geen gerechtvaardigd beroep kan doen op dwaling, omdat niet is gebleken dat verdachte heeft voldaan aan zijn onderzoeksplicht. Voor zover verdachte zich heeft laten voorlichten, heeft hij dat niet laten doen door iemand met de juiste deskundigheid en bevoegdheid.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat de rechtspraak strenge eisen stelt aan een geslaagd beroep op rechtsdwaling. Uitgangspunt is immers dat iedereen geacht wordt de wet te kennen. Slechts in zeer uitzonderlijke situaties kan een beroep op rechtsdwaling slagen.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het bezit van wapens en munitie in Nederland streng gereguleerd is. De rechtbank vindt het aannemelijk dat verdachte een deel van de wapens en munitie heeft gekocht op wapenbeurzen. Verdachte heeft alleen niet aannemelijk gemaakt dat hij zich daar afdoende heeft laten adviseren over de strafbaarheid van het voorhanden hebben van de door hem gekochte wapens en munitie. Verdachte was niet op de hoogte van het bestaan van de ‘Verklaring van Vrijstelling’ waarmee aangetoond moet worden dat wapens en munitie vrijgesteld zijn van de Wet wapens en munitie. Dit terwijl die informatie eenvoudig te vinden is op de website van de beurs waar verdachte meermalen kwam en wapens en munitie kocht. Uit verdachtes verklaring op de terechtzitting maakt de rechtbank verder op dat verdachte ook wapens en munitie kocht bij particulieren via Marktplaats. Dat verdachte in die gevallen gedegen onderzoek deed naar de aard en vereisten voor het mogen bezitten van die wapens en munitie, is niet gebleken.
De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte steeds heeft gehandeld in de veronderstelling dat hij de wapens en munitie voorhanden mocht hebben, maar die veronderstelling onvoldoende heeft getoetst. Gelet op de strenge regulering en de omstandigheden waaronder verdachte de wapens en munitie kocht, mag van hem worden verwacht dat hij vergaand onderzoek verricht en advies inwint (bij bijvoorbeeld deskundigen of daarvoor bestemde instanties). Dat heeft hij niet gedaan.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de verdediging onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verdachte heeft gehandeld in verontschuldigbare rechtsdwaling. Er zijn daarnaast ook geen andere omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 19 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman verzoekt aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest van 54 dagen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals op de terechtzitting is gebleken.
8.3.1
De ernst van de feiten
Verdachte heeft, naar aanleiding van overlast door geiten op een naastgelegen perceel, met een luchtbuks in hun richting geschoten. Daarbij heeft hij een ruit van de schuur van de geiten vernield. Verdachte heeft daarmee het recht in eigen hand genomen en heeft inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht en veiligheidsgevoel van aangeefster. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij de overlast op deze manier heeft willen bestrijden.
Het schietincident heeft geleid tot de vondst van een grote hoeveelheid wapens en munitie in de woningen van verdachte en [medeverdachte] . Een deel daarvan mocht verdachte zonder vergunning of vrijstelling hebben, maar dat gold lang niet voor alles. De rechtbank gelooft wel dat verdachte de wapens en munitie hobbymatig verzamelde en dat hij geen criminele of gewelddadige intenties had met de verboden wapens en munitie, maar verdachte heeft onvoldoende stilgestaan bij de risico’s van het bezit ervan en de strenge regels die er – juist vanwege die risico’s – zijn. De (vuur)wapens kunnen (ongewild) terechtkomen in het criminele circuit en worden gebruikt bij het begaan van ernstige strafbare feiten. Verdachte kan in situaties terechtkomen waarin hij de (vuur)wapens, zeker in combinatie met de aangetroffen munitie, zelf gebruikt en daarmee ernstige, onomkeerbare schade aanricht. Met het schieten met een luchtbuks – geen verboden wapen – in de richting van geiten heeft verdachte laten zien dat dit niet geheel ondenkbaar is. Dit leidt tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
8.3.2
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Justitiële documentatie
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van verdachte van 7 januari 2025. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een vergelijkbaar strafbaar feit.
Reclasseringsrapportage
Ook heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 30 april 2024, opgemaakt door M. de Jong, reclasseringswerker. Het risico op recidive kan door de reclassering niet worden ingeschat, maar de reclassering constateert geen structurele problemen met agressie omdat er geen sprake is van een relevant justitieel verleden en omdat verdachte niet bekend is bij de politie. Wel constateert de reclassering dat het moeilijk is om verdachte de risico’s van wapenbezit te laten inzien. De reclassering adviseert een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
Overige omstandigheden
Verdachte is nu 75 jaar oud. Op de terechtzitting is gebleken dat deze strafzaak en zijn tijd in voorarrest veel indruk op hem hebben gemaakt.
8.3.3
De straf
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht gaan voor wapenbezit in deze omvang uit van een aanzienlijke vrijheidsstraf: voor het hebben van één vuurwapen in een woning is het oriëntatiepunt al 4 maanden gevangenisstraf. De rechtbank vindt deze oriëntatiepunten echter geen geschikt uitgangspunt voor deze situatie. Het gaat hier om een uit de hand gelopen hobby waarbij de grenzen van de wet aanzienlijk zijn overschreden, maar niet om wapen- en munitiebezit vanuit criminele intenties of met het doel de wapens en munitie te gebruiken.
Gelet echter op de hiervoor beschreven gevaren en risico’s, kan bij wapen- en munitiebezit in deze omvang niet anders gereageerd worden dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank weegt dit af tegen de hiervoor beschreven persoonlijke omstandigheden van verdachte en vindt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van het voorarrest van 54 dagen passend en geboden.
De rechtbank zal daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden opleggen. Dit is een stok achter de deur, die verdachte ervan moet weerhouden om opnieuw te gemakkelijk om te gaan met de wapenregelgeving. Anders dan de officier van justitie vindt de rechtbank een langere voorwaardelijke gevangenisstraf met het oog op dit doel niet nodig.
De rechtbank vindt dus passend en geboden een gevangenisstraf van 414 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk. De proeftijd bepaalt de rechtbank op 3 jaren.

9.BESLAG

9.1
De standpunten van de officier van justitie en van de verdediging
De officier van justitie vordert alle in beslag genomen voorwerpen te onttrekken aan het verkeer voor zover verdachte er geen afstand van doet. Op de terechtzitting heeft verdachte afstand gedaan van de in beslag genomen voorwerpen, voor zover het bezit daarvan strafbaar is.
9.2
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het voorgaande beslist de rechtbank slechts over de voorwerpen waarvan niet vaststaat dat het bezit daarvan strafbaar is.
Teruggave
De rechtbank zal teruggave aan verdachte gelasten van de volgende in beslag genomen voorwerpen: drie revolvers, [8] twee jachtgeweren [9] en een luchtdrukwapen. [10] Deze wapens zijn vrijgesteld van de Wet wapens en munitie en daarmee is het niet strafbaar om deze voorhanden te hebben.
De rechtbank zal ook teruggave gelasten van de in beslag genomen eend aan de rechtmatige eigenaar [benadeelde] . [11]
Ten overvloede
Deze zaak draait om wapens (in de zin van geweren, pistolen, et cetera) en munitie. Op de beslaglijst staat een valmes, waarvan het bezit strafbaar is. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte hiervan dus ook afstand heeft gedaan en neemt hierover geen beslissing.
De rechtbank neemt, gelet op de afstandsverklaring, ook geen beslissing over het volgende voorwerp en overweegt om misverstanden bij de tenuitvoerlegging van dit vonnis te voorkomen als volgt.
De rechtbank verklaart ten aanzien van feit 1 bewezen dat verdachte voorhanden heeft gehad ‘een dubbelloops pistool, merk Reck, model Frontier Derringer, kaliber .22LR (goednummer: G3183624).’ Op de beslaglijst is een voorwerp met hetzelfde goednummer omschreven als munitie, namelijk ‘1 STK Munitie (Omschrijving: PL0900-2023189875-G3183624).’ De rechtbank gaat ervan uit dat dit goednummer ziet op het pistool en niet op munitie.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 47, 57 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 414 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 360 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene
- stelt daarbij een proeftijd van 3 jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de overige voorwerpen;
1 STK Revolver (PL0900-2023189875-G3183716);
1 STK Revolver (PL0900-2023189875-G3183717);
1 STK Revolver (PL0900-2023189875-G3183489);
1. STK Wapen (PL0900-2023189875-G3184039);
1. STK Wapen (PL0900-2023189875-G3184041);
1. STK Wapen (PL0900-2023189875-G3184022);
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van het volgende voorwerp:
1. STK Vogel (PL0900-2023189875-G3184066).
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.M. Heppe, voorzitter, mr. K. de Meulder en mr. S. Ourahma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Buel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 maart 2025.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 25 juni 2023 te Tienhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
  • een gasrevolver, merk Röhm, model RG6, kaliber .22 kort (goednummer: G3183673),
  • een combinatie geweer, type/ model Roe. Schadt, wapennummer [wapennummer] (goednummer: G3183517),
  • een revolver, model Colt third model Dragoon, kaliber .44 (goednummer: G3183674),
  • een dubbelloops pistool, merk Reck, model Frontier Derringer, kaliber .22LR (goednummer: G3183624),
  • een revolver, merk onbekend, wapennummer [wapennummer] , kaliber .320 (goednummer: G3183653),
  • een geweer, merk CZ, model 243, wapennummer onbekend, kaliber .22 LR (goednummer: G3183615),
  • een pistool, merk onbekend, wapennummer [wapennummer] , kaliber .22 short (goednummer: G3183651),
  • een gasrevolver, merk Kora, wapennummer [wapennummer] , kaliber 6mm ME flobert, (goednummer: G3183599) en/of
  • een revolver, merk Smith & Wesson, wapennummer onbekend, kaliber .32 s&w (goednummer: G3184016),
(telkens) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 25 juni 2023 te Tienhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool, merk BBM (Bruni), model 92, kaliber 8mm (goednummer: G3183552) en/of een bijbehorend patroonmagazijn (goednummer G3183559), voorhanden heeft gehad;
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 25 juni 2023 te Tienhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten (een) door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp(en) dat/die een ernstige bedreiging van personen kon(den) vormen en/of dat/die zodanig op een wapen gele(e)k(en) dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was/waren, namelijk
  • een gasdrukpistool, merk Baikal, wapennummer [wapennummer] , kaliber 4.5mm (goednummer: G3183694),
  • een gasdrukpistool, merk Artemis, wapennummer [wapennummer] , kaliber 4.5mm (goednummer: G3183697),
  • een voorwerp in de vorm van een revolver, merk Cold (goednummer: G3183508) en/of
  • een gasdrukrevolver, merk Crosman, kaliber .177 (goednummer: G3183684),
(telkens) heeft voorhanden gehad;
(art 13 lid 1 Wet wapens en munitie, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)​​​​​
4
hij op of omstreeks 25 juni 2023 te Tienhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, munitie van categorie II van de Wet wapens en munitie, te weten
4 scherpe kogelpatronen, kaliber .50, merk AI (goednummer: G3183590),
en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
  • 5 scherpe patronen, kaliber .22 LR, merk Winchester (goednummer: G3183596),
  • 2 scherpe patronen, kaliber 6mm flobert, merk Dynamit Nobel (goednummer: G3183605),
  • 5 scherpe patronen, kaliber .22 short, merk S&B (goednummer: G3183491),
  • 2 scherpe patronen, kaliber .22 LR, merken CCI en RWS (goednummer: G3183491),
  • 5 scherpe patronen, kaliber .22 short, merk RWS (goednummer: G3183654),
  • 53 scherpe knalpatronen, kaliber 8mm, merk MFS (goednummer: G3183580),
  • 48 scherpe patronen, kaliber .22 LR, merk CCI (goednummer: G3183566),
  • 129 scherpe patronen, kaliber .22 short, merken 83x RWS, lx GFL, 45x S&B (goednummer: G3183573),
  • 40 scherpe patronen, kaliber 6mm flobert, merk Dynamit Nobel (goednummer: G3183555),
  • 6 scherpe patronen, kaliber .22 LR, merken 5x CCI, lx Winchester (goednummer: G3183720),
  • 1 scherp patroon, kaliber .38, merk onbekend (goednummer: G3183720),
  • 1 scherp patroon, kaliber 30 -06 springfield, merk AI (goednummer: G3183720),
  • 2 scherpe knalpatronen, kaliber 30-06 knal, merk NWM (goednummer: G3183564) en/of
  • 2 scherpe patronen, kaliber .22 LR, merk CCI (goednummer: G3183625),
voorhanden heeft gehad;
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
5
hij op of omstreeks 25 juni 2023 te Tienhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten,
  • een gasbusje, traangas, merk KH Security, model Anti attack (goednummer: G3183705),e
  • een peppergun, merk Mace (goednummer: G3183604) en/of
  • een gasbusje, pepperspray, merk KH Security (goednummer: G3183021),
(telkens) zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen voorhanden heeft gehad;
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
6
hij, op of omstreeks 24 juni 2023 te Tienhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
Bijlage II: de bewijsmiddelen
De inhoud van de bewijsmiddelen is zakelijk weergegeven.
Een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde] :
Het raam van mijn geitenhuisje is kapot. Ik woon aan de [adres] (de rechtbank begrijpt: in [woonplaats] ). [12] Vandaag op 24 juni 2023 omstreeks 17.00 uur was de ruit van het schuurtje nog heel. Toen ik rond 20.00 en 21.00 uur naar de geiten liep viel het mij op dat de vogels die achter op het perceel zaten opeens wegvlogen. Toen hoorde ik het geluid wat ik omschrijf als iets wat met hoge snelheid door de lucht vliegt. Ik hoorde toen ook glasgerinkel. Ik zag tussen de armen een pistool die met de loop richting mijn geiten gericht stond. De plaats waar de persoon stond beschrijf ik als het huisje op een perceel dat links naast mijn perceel ligt (vanaf de weg gezien), aan de andere kant van de sloot, tegenover het schuurtje waar de geiten verblijven. Ik zag toen wel dat het raampje van de schuur waar de geiten verblijven kapot was. [13]
Een proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict:
Het geitenverblijf is gesitueerd in de meest uiterste hoek links achterop het land, aan de achterzijde ligt een sloot op de erfafscheiding, aan de linkerzijde is een sloot als erfafscheiding met het naastgelegen bungalowpark. Ter hoogte van de geitenweide is aan de andere kant van de sloot, het erf van nummer [nummer] . [14]
In de zijwand van deze kast, gelegen naast de deur van het verblijf zag ik op ongeveer 150 centimeter vanaf de grond een projectiel in het hout. Ik zag dat het een diabolovormig projectiel betrof die ik herkende als munitie van een luchtbuks.
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 juni 2023:
Ik vroeg [benadeelde] of ze mij het chalet aan kon wijzen waar de man, welke volgens haar op haar geiten geschoten zou hebben, woonachtig was. [15] Ik zag dat [benadeelde] mij het chalet aanwees gelegen aan [adres] op chaletpark de [straat] . Het chalet was voorzien van nummer [nummer] . [16]
Wij kwamen ter plaatse bij het betreffende chalet gelegen aan eerder genoemde adres. [17] Ik zag toen ik het chalet inkeek direct meerdere geweren hangen aan het plafond. Ik zag dat het lange wapens waren. [18]
Tevens hoorde ik [verdachte] zeggen dat hij in het bezit is van een luchtdrukwapen waarmee hij af en toe op ijzeren vogeltje schoot. [19]
Een proces-verbaal van bevindingen:
De bewoonster bleek te zijn genaamd: [medeverdachte] . Wij hoorden haar uit zichzelf onderstaande verklaren. Wij hoorden [medeverdachte] zeggen dat het allemaal wel mee viel. [medeverdachte] zei: "Het is geen echt geen mishandeling." [medeverdachte] zei hierna: "Het was maar een buks." Wij hoorden [medeverdachte] zeggen dat er geschoten was tegen een geit zijn kont om de geiten weg te jagen, zodat zij geen geluidsoverlast hadden. [20]
Een proces-verbaal van bevindingen:
Ik heb het gesprek met bewoonster [medeverdachte] letterlijk genoteerd wat zij zei over het schieten op de geiten: "Wij hebben last van die geiten en om te zorgen dat ze uit de buurt bleven heeft hij een geit tegen zijn kont geschoten." [21]
De verklaring van verdachte op 25 juni 2023:
V: Waar woont u?
A: [adres] in [woonplaats] . [22]
De verklaring van verdachte op 27 juni 2023:
Die mensen vonden het leuk om geiten op een weiland, naast mijn chalet te zetten. De geiten
maken herrie. [23]

Voetnoten

1.Overeenkomstig artikel 359 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. Alle in dit vonnis aangehaalde processen-verbaal betreffen op ambtseed of op ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. De processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 19 januari 2024 (pagina 179 tot en met 797), genummerd 2023191576 C. Alle processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 393 tot en met 394.
3.Pagina 356 tot en met 368.
4.Pagina 401 tot en met 403.
5.Pagina 412 tot en met 413.
6.Pagina 414 tot en met 415.
7.Pagina 416 tot en met 424.
8.Met voorwerpnummers PL0900-2023189875-G3183716, PL0900-2023189875-G3183717 en PL0900-2023189875-G3183489.
9.Met voorwerpnummers PL0900-2023189875-G3184039 en PL0900-2023189875-G3184041.
10.Met voorwerpnummer PL0900-2023189875-G3184022.
11.Met voorwerpnummer PL0900-2023189875-G3184066.
12.Pagina 266.
13.Pagina 267.
14.Pagina 426.
15.Pagina 277.
16.Pagina 277.
17.Pagina 277.
18.Pagina 277.
19.Pagina 278.
20.Pagina 256.
21.Pagina 258.
22.Pagina 207.
23.Pagina 216.