2.1.[onderbewindgestelde] vordert – na wijziging (vermindering) van eis – veroordeling van [gedaagde partij] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, om:
[onderbewindgestelde] een deugdelijke eindafrekening en de nog niet gedeelde salarisspecificaties over de periode vanaf januari 2024 tot en met de uitdiensttreding te verstrekken, bij gebreke waarvan [gedaagde partij] een dwangsom van € 250,00 per dag met een maximum van € 10.000,- verbeurt;
loonaangifte te doen conform zijn huidige salaris voor de periode van januari 2024 tot en met de uitdiensttreding, bij gebreke waarvan [gedaagde partij] een dwangsom van
€ 250,00 per dag met een maximum van € 10.000,- verbeurt;
3. [onderbewindgestelde] het uitstaande loon over de periode van maart 2024 tot einde dienstverband te betalen van € 11.443,86, te vermeerderen met de wettelijke rente per datum opeisbaarheid tot het moment van algehele betaling en te vermeerderen met de 6% loonsverhoging op grond van de cao vanaf januari 2024 en de cao-loonsverhoging van € 90,- naar evenredigheid vanaf 1 augustus 2024;
4. [onderbewindgestelde] de wettelijke verhoging van € 5.721,93 te betalen en te vermeerderen met de wettelijke rente per datum opeisbaarheid tot het moment van algehele betaling;
5. [onderbewindgestelde] de volledige transitievergoeding van € 1.096,49 bruto te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente tot het moment van algehele betaling;
6. [onderbewindgestelde] een bedrag van € 766,58 aan beslagkosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
7. tot betaling van de kosten en nakosten van deze procedure inclusief de kosten van het verzoekschrift en de griffierechten.