Uitspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 15 januari 2025
hierna te noemen: verdachte.
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN
WAARDERING VAN HET BEWIJS
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak van feit 2
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 11 december 2024;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 20 maart 2024, genummerd MD1R024016, opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
BEWEZENVERKLARING
STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
OPLEGGING VAN STRAF
De vordering van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
- een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 26 juli 2024, waaruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit;
- een reclasseringsadvies van 18 september 2024, opgemaakt door reclasseringswerker J. Hoekstra.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
- 3 en 11 van de Opiumwet,
BESLISSING
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
- stelt daarbij een
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;