In deze zaak heeft de Officier van Justitie (OVJ) op 31 januari 2025 een verzoekschrift ingediend tot verbetering van een akte in de registers van de burgerlijke stand, specifiek gericht op de erkenning van een ongeboren tweeling. De moeder is momenteel zwanger van deze tweeling, met een uitgerekende datum eind [maand] 2025. De Ambtenaar van de Burgerlijke Stand (ABS) heeft op 1 november 2024 een akte van erkenning opgemaakt, maar deze bevatte een foutieve geslachtsnaam, die was gekozen op basis van onjuiste informatie van de ABS. De OVJ heeft verzocht om deze akte te verbeteren, zodat de juiste geslachtsnaam kan worden opgenomen.
De rechtbank heeft de zaak op 13 februari 2025 behandeld en geconcludeerd dat zij niet in staat is om de geboorteakten van de tweeling te verbeteren, aangezien deze nog niet bestaan. De rechtbank heeft de beslissing op het verzoek van de OVJ aangehouden tot 13 maart 2025, in afwachting van nadere informatie over de gewenste vervolgstappen. De rechtbank heeft echter ook gesuggereerd dat de ABS de mogelijkheid heeft om de geslachtsnaam in de akte van erkenning aan te passen, wat de noodzaak van het verzoek van de OVJ zou kunnen wegnemen. De zaak is openbaar uitgesproken op 13 februari 2025, en er is een mogelijkheid voor hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.