Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de e-mail met bijlage van de vader van 9 december 2024;
- het bericht van de moeder (via F9) van 12 december 2024.
2.Waar de procedure over gaat
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2015 in [geboorteplaats] .
vanaf 7 november 2023:
vanaf 4 januari 2024:
ten aanzien van de kerstvakantie:
- te bepalen dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hun hoofdverblijfplaats bij de moeder hebben;
- een zorgregeling vast te stellen waarbij [minderjarige 1] en [minderjarige 2] eens per twee weken van donderdag na school tot maandagochtend bij de vader verblijven;
- een vakantieregeling vast te stellen;
- aan haar vervangende toestemming te verlenen voor het verkrijgen van hulpverlening voor de kinderen van een onafhankelijke derde, waarbij het advies van het CJG leidend zal zijn;
- te bepalen dat de moeder huurster zal zijn van de woning aan [adres 1] in [woonplaats] ;
- vast te stellen dat de vader € 710,- per maand aan de moeder moet betalen aan kinderalimentatie.
- te bepalen dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hun hoofdverblijfplaats bij de vader hebben;
- aan hem vervangende toestemming te verlenen om de kinderen in te schrijven op het adres [adres 3] in [plaats 2] en bij een tandarts- en huisartspraktijk in [plaats 2] , en om de kinderen uit te schrijven van hun huidige school;
- aan hem vervangende toestemming te verlenen om de kinderen in te schrijven bij de [schoolnaam] in [plaats 2] ;
- een zorgregeling vast te stellen waarbij de kinderen eens per twee weken bij de moeder zullen verblijven van zaterdag 8.30 uur tot zondag 18.30 uur, waarbij de wissel op die tijdstippen plaatsvindt op station Arnhem;
- een vakantieregeling vast te stellen;
- vast te stellen dat de moeder € 150,- per kind per maand aan de vader moet betalen aan kinderalimentatie, met ingang van de datum van de verhuizing.
3.De beoordeling
- de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] bepalen bij de moeder;
- bepalen dat de moeder huurster zal zijn van de woning aan [adres 1] in [woonplaats] ;
- de volgende zorgregeling vaststellen:
- de moeder vervangende toestemming verlenen voor het verkrijgen van hulpverlening voor de kinderen van een onafhankelijke derde, waarbij het advies van het CJG leidend zal zijn;
- bepalen dat de vader met ingang van de datum van de beschikking:
- in het geval dat er sprake is van co-ouderschap: een bedrag van € 627,- per maand moet betalen aan de moeder als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ;
- in het geval dat er geen sprake is van co-ouderschap: een bedrag van € 710,- per maand moet betalen aan de moeder als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
4.De beslissing
- in het geval dat de vader binnen een straal van 10 kilometer van de woning van de moeder in [plaats 1] gaat wonen: [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verblijven de ene week bij de vader en de andere week bij de moeder (co-ouderschap);
- in het geval dat de vader op een grotere afstand dan 10 kilometer van de woning van de moeder in [plaats 1] gaat wonen: [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verblijven eenmaal per twee weken van vrijdag uit school tot zondagavond 19.00 uur bij de vader, tenzij de kinderen op vrijdag vrij zijn, in welk geval ze vanaf donderdag uit school bij de vader zijn;
- in het geval dat er sprake is van co-ouderschap verblijven [minderjarige 1] en [minderjarige 2] de helft van de vakanties en feestdagen bij de moeder en de andere helft bij de vader, in onderling overleg te bepalen;
- in het geval dat er geen co-ouderschap is, verblijven [minderjarige 1] en [minderjarige 2] :
- in het geval dat er sprake is van co-ouderschap: een bedrag van € 627,- per maand moet betalen aan de moeder als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ;
- in het geval dat er geen sprake is van co-ouderschap: een bedrag van € 710,- per maand moet betalen aan de moeder als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ;