3.2Beoordeling en berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Gelet op de inhoud van het vonnis, is voldoende aannemelijk geworden dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten door middel van de voornoemde strafbare feiten ter zake waarvan hij is veroordeeld.
Voor de berekening van de opbrengsten en kosten neemt de rechtbank – voor zover niet anders wordt vermeld – tot uitgangspunt wat is opgenomen in het ontnemingsrapport.
Bruto opbrengst verkoop en versturen van soft- en harddrugs naar het buitenland
De rechtbank heeft vastgesteld dat veroordeelde de enige beheerder en gebruiker was van het Telegramkanaal [naam] . De rechtbank kijkt daarom niet alleen naar de met DHL verzonden pakketten, maar gaat er vanuit dat veroordeelde ten minste 159 pakketten met drugs heeft verkocht en verzonden, zoals ook blijkt uit het overzicht van alle pakketten die middels betaling gelinkt kunnen worden aan veroordeelde op pagina 6 van het ontnemingsrapport:
Periode
Verstuurde pakketten
Gewicht
16 mei 2023 tot en met 6 november 2023
73
50.500 gram
7 januari 2023 tot en met 7 januari 2024
65
87.370 gram
8 januari 2024 tot en met 19 januari 2024
21
49.735 gram
Totaal
159
187.605 gram
Het voordeel wordt berekend door het gewicht van de pakketten te vermenigvuldigen met de verkoopprijs van wiet met een verkoopprijs van € 5.000,- per kilo. Dit bedrag blijkt uit de Telegramgesprekken van [naam] . De prijzen liggen vaak hoger dan € 5.000,- per kilo wiet, maar soms ook lager. Daarnaast ligt de verkoopprijs van cocaïne die ook door veroordeelde is verstuurd veel hoger. Door het Cluster Synthetische Drugs van de Dienst Landelijke Recherche, zijn er groothandelprijzen en straatprijzen weergegeven voor verdovende middelen. Deze prijzen worden gebruikt bij de berekening van handel in verdovende middelen. Deze prijzen liggen veel hoger dan de verkoopprijs uit de chatgesprekken van veroordeelde. Daarom is ervoor gekozen om de prijzen aan te houden die blijken uit de gesprekken van veroordeelde.
De inkoopprijzen voor de verdovende middelen blijken niet uit gesprekken of uit onderzoek in de telefoon van veroordeelde. Uit jurisprudentie blijkt dat een percentage van 50 % gehanteerd kan worden van de verkoopprijs. Dat percentage is aangehouden in de berekening. De rechtbank acht de verkoopprijs en de inkoopprijs redelijk. Nu de raadsvrouw niet concreet heeft onderbouwd waarom een andere verkoopprijs en inkooppercentage zouden moeten gelden, ziet de rechtbank geen reden om van de (onderbouwde) uitgangspunten van het ontnemingsrapport af te wijken.
De berekening wordt gemaakt op grond van het gewicht van de pakketten. Het gewicht wordt vermenigvuldigd met de gemiddelde opbrengst wiet per kilo. (€ 5000,-). Het totale gewicht wordt naar beneden afgerond in hele kilo's.
187 kilo x € 5000,- = € 935.000,- bruto opbrengst.
De kosten
Uit de banktransacties met rekeningnummer van veroordeelde, blijkt dat de verzendkosten per pakket ongeveer liggen tussen de € 3,95 en de € 42,-. Voor deze berekening is in het ontnemingsrapport uitgegaan van een bedrag van € 30,- per pakket. Dit komt de rechtbank redelijk voor. Zij zal daar ook vanuit gaan.
Uitgaande van een inkoopwaarde van 50% van de verkoopwaarde bedraagt de inkoopwaarde van de door veroordeelde ingekochte hennep/hasj gemiddeld € 2.500,- per kilo. Als overige kosten wordt 5 % van de opbrengst in mindering gebracht. Het gaat dan om aanschaf dozen, verpakkingsmateriaal, kosten voor internet etc.
Volgens de raadsvrouw is een percentage van 10% aannemelijker, maar dit standpunt is niet onderbouwd. Een percentage van 5% komt de rechtbank niet ongebruikelijk voor. Zij zal dat bij de berekening aanhouden.
De rechtbank ziet geen reden voor verdere aftrek
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat een bedrag van € 65.889,30, namelijk de waarde van de onder veroordeelde inbeslaggenomen goederen, nog in mindering moeten worden gebracht op het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het bedrag waarop conservatoir beslag ligt niet in mindering dient te worden gebracht. Het conservatoir beslagen bedrag is (nog) niet van veroordeelde afgepakt. Dat biedt het OM een verhaalsmogelijkheid als veroordeelde een betalingsverplichting opgelegd krijgt. De rechtbank verwerpt het verweer dan ook.
Verder heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het onder medeverdachte inbeslaggenomen geldbedrag van in totaal van € 56.441,73 moet worden afgetrokken van de betalingsverplichting omdat wordt verondersteld dat dit geld afkomstig is uit het gezamenlijke misdrijf terwijl veroordeelde dit geld (nog) niet had ontvangen. De rechtbank volgt dit standpunt niet. Het is niet gebleken dat het bij medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen geld toebehoorde aan veroordeelde. Er is daarom geen reden het bedrag van € 56.441,73 in mindering te brengen.
Berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel op basis van het voorgaande
Het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt berekend door de kosten van de bruto opbrengst af te trekken:
Opbrengst Bruto= € 935.000,-
159 pakketten x verzendkosten € 30 = € 4.770,-
187 kilo x inkoopprijs€ 2.500,- = € 467.500,-
5 % overige kosten=
€ 46.750,-
€ 415.980,-
Conclusie
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank het bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel vast op
€ 415.980,-.