ECLI:NL:RBMNE:2025:705

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 januari 2025
Publicatiedatum
20 februari 2025
Zaaknummer
16-298813-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van het handelen in grote hoeveelheden hasj en hennep en witwassen van geldbedragen en cryptovaluta

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 januari 2025 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het handelen in grote hoeveelheden hasj en hennep, alsook van het witwassen van geldbedragen en cryptovaluta. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 30 september 2023 tot en met 13 februari 2024 samen met anderen betrokken was bij de handel in softdrugs, waarbij aanzienlijke hoeveelheden hennep en hasj naar het buitenland werden vervoerd. De verdachte werd op 13 februari 2024 aangehouden, waarbij in zijn auto en woning aanzienlijke geldbedragen en cryptovaluta werden aangetroffen. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachten beoordeeld, evenals de verzamelde bewijsmiddelen, waaronder chatgesprekken en getuigenverklaringen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet en dat hij zich schuldig maakte aan witwassen, aangezien hij niet kon verklaren waar de grote hoeveelheden geld en cryptovaluta vandaan kwamen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uren. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van de in beslag genomen iPhone 13 Pro uitgesproken, die gebruikt was bij de handel in softdrugs.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/298813-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 17 januari 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2002] te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 mei 2024, 24 juli 2024, 18 december 2024 en 17 januari 2025. Op 18 december 2024 is de zaak inhoudelijk behandeld, waarna het onderzoek ter terechtzitting op 17 januari 2025 is gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.M.L. Kalsbeek en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. K.W. van Nieuwkerk, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 24 juli 2024 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 30 september 2023 tot en met 13 februari 2024 te Woerden, Doorn en/of Nieuwegein samen met (een) ander(en) buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of in de uitoefening van een beroep of bedrijf heeft gehandeld en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad een grote hoeveelheid hennep en/of hasjiesj;
feit 2op 13 februari 2024 te Woerden samen met (een) ander(en) 5.020 euro en/of 16.959,85 euro en een of meer cryptovaluta heeft (schuld)witgewassen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder feit 1 ten laste gelegde handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
De standpunten van de officier van justitie worden – voor zover van belang voor de beoordeling – besproken in paragraaf 4.3.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw bepleit dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken van het onder feit 1 ten laste gelegde medeplegen, het buiten het grondgebied brengen van softdrugs, het bewerken en verwerken van softdrugs, het aanwezig hebben van drugs in de verborgen ruimte van zijn auto en het handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf, omdat dit allemaal onvoldoende wettig en overtuigend blijkt uit het dossier. Daarnaast moet verdachte ook voor een deel van de periode worden vrijgesproken.
De raadsvrouw bepleit verder dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder feit 2 ten laste gelegde. Zij voert aan dat verdachte voor een deel van het geld een concrete en min of meer verifieerbare verklaring heeft gegeven, verdachte geen wetenschap had over een ander deel van het geld nu dit in een verborgen ruimte lag en dat er geen vermoeden van witwassen is wat betreft de cryptovaluta.
Voor zover van belang worden de standpunten van de raadsvrouw besproken in paragraaf 4.3 bij het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
-
Ten aanzien van feit 1 en feit 2
Bewijsmiddelen [1]
De verklaring van verdachte
Ik heb in de periode van december 2023 tot en met februari 2024, meestal in de omgeving Utrecht, vijf keer gehandeld in hennep en hasj. Het ging dan om maximaal 200 gram per keer. Ik sprak met afnemers af via Snapchat. Ik heb vaker hennep en hasj ingekocht bij [Telegram kanaal] . De bij mij in beslag genomen telefoon, de iPhone 13 Pro met het telefoonnummer [telefoonnummer] , is van mij. [e-mail adres verdachte] @gmail.com is mijn e-mailadres. De VW Golf met kenteken [kenteken] was van mij en ik reed daarin. Het geld dat bij mij is aangetroffen in de middenconsole van de auto was van mij. [2]
Een proces-verbaal van bevindingen – aantreffen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] na een deal
Op 30 september 2023 werd verdachte [medeverdachte 2] aangehouden te Woerden. In het voertuig waarin [medeverdachte 2] reed werden meerdere afgesloten sealbags vol met henneptoppen van in totaal 250 gram henneptoppen aangetroffen.
Na de aanhouding werd gezien dat er enkele berichten binnenkwamen op een telefoon van [medeverdachte 2] . Deze berichten waren verstuurd via de chatapplicatie Telegram. De afzender was [Telegram kanaal] .
Ik zag dat op een van deze telefoons een chatgesprek stond tussen [medeverdachte 2] en de persoon achter het Telegram kanaal [Telegram kanaal] , accountnaam [telegram account medeverdachte 1] .
Dit gesprek was gestart op 29-09-2023 door [medeverdachte 2] , gebruikmakend van accountnaam " [telegram account medeverdachte 2] ". [3]
Chat gesprek met [Telegram kanaal] [4] [telegram account medeverdachte 2] : Wou paar onsjes stardawg bij hem halen maar hij heeft druk hij zei ik moet jou berichten
[telegram account medeverdachte 2] : Kan je me helpen?
[telegram account medeverdachte 1] : hoeveel onsjes zoek je?
[telegram account medeverdachte 2] : 2-3
[telegram account medeverdachte 1] : 2 otjes 1150 euro 3 op 1650 euro
[telegram account medeverdachte 1] : 250 - 1400 euro
[telegram account medeverdachte 1] : kan halve k 2600 euro doen voor je
[telegram account medeverdachte 2] : 150 bagga en 100 bagga
Het gesprek gaat verder op 30-09-2023. [5] [telegram account medeverdachte 1] : Woerden albertheijn
30-09-2023 [telegram account medeverdachte 2] : Ik ben er
30-09-2023 [telegram account medeverdachte 1] : stap bij me in
30-09-2023 [telegram account medeverdachte 1] : station wit
30-09-2023 [telegram account medeverdachte 2] : ben je met 2 man
30-09-2023 [telegram account medeverdachte 1] : ja mattie van me
In het voertuig van [medeverdachte 2] lag in totaal 250 gram henneptoppen. Dit komt overeen met het bericht “150 bagga en 100 bagga” wat staat voor een zak met 150 gram en een zak met 100 gram.
[telegram account medeverdachte 1] geeft in een bericht aan dat hij in een witte stationwagen rijdt. Ambtshalve is bekend dat [medeverdachte 1] van een witte Volkswagen Golf station gebruik maakt.
Kort na de aanhouding van [medeverdachte 2] is gezien dat [medeverdachte 1] in de witte Volkswagen Golf, over de genoemde parkeerplaats reed. Hierbij zat [verdachte] als bijrijder in de auto. Hieruit valt op te maken dat [verdachte] vermoedelijk degene was die bij [medeverdachte 1] in de auto zat tijdens de overdracht met [medeverdachte 2] . Hier werd over gesproken in bovenstaande berichten waarin [telegram account medeverdachte 2] vraagt of ze met twee man zijn. [6]
Een proces-verbaal van bevindingen – onderzoek iPhone 13 Pro van verdachte
Bij doorzoeking van de woning van verdachte [verdachte] werd een witte iPhone 13 pro in beslag genomen. [7]
Ik zag een chatgesprek van de applicatie Snapchat tussen de gebruiker van de telefoon genaamd “ [verdachte] ” en een ander persoon genaamd “ [snapchat naam] ”. [8]
Ik las het volgende gesprek van 18-01-2024:
[snapchat naam] : heb gekke opties gekregen
Assie van Spanje naar hier sturen (de rechtbank leest: hasj van Spanje)
heb connect daar alles
[verdachte] : serieus
[snapchat naam] : ja wollah
[verdachte] : regel goeie prijs haal k bij jou [9]
Ik opende het mapje video's van de telefoon. Ik zag tientallen video's waarop drugs te zien waren. Ik zag dat de drugs op hennep en hasj leken. Ik zag dat de verpakte drugs voorzien waren van stickers. Ik zag dat een van stickers roze was met de opdruk “Haze.Hasj”. Een andere sticker was zwart met groen en had de opdruk “NFX2”. Een derde sticker had een
afbeelding van een hennepplant met de opdruk “Candida CD-1 (harlequin x AC/DC) 20:1 CBD THC”.
Daarnaast zag ik een video waarbij er drugs op een weegschaal lag. De weegschaal lag op een middenconsole van een voertuig. De verpakte drugs met opdruk “NFX2”. komt overeen met de aangetroffen verpakte hasjblokken in de Volkswagen met kenteken [kenteken] . [10]
Een proces-verbaal van bevindingen – onderzoek iPhone 14 van medeverdachte [medeverdachte 1]
Verdachte [medeverdachte 1] werd op 13 februari 2024 aangehouden voor de handel in verdovende middelen. Bij de doorzoeking van de woning van verdachte [medeverdachte 1] werd een iPhone 14 Pro in beslag genomen. [11]
Telegram connectie
Ik zag dat het “owner” account, dus het gekoppelde account van Telegram aan het uitgelezen toestel was [telegram account medeverdachte 1] met accountnaam [telegram account medeverdachte 1] . Ik zag dat het kanaal [Telegram kanaal] kennelijk gekoppeld was aan het kanaal [Telegram kanaal] . Ik zag dat hier vanaf 14 januari 2024 berichten op werden geplaatst.
Door het aantreffen van dit [telegram account medeverdachte 1] account op het toestel in combinatie met het kanaal [Telegram kanaal] is het aannemelijk dat dit altijd bij dezelfde persoon in beheer is geweest.
Op de telefoon werd een video aangetroffen van de dag voor de inbeslagname, 12 februari 2024 om 23.49 uur, die als laatste op het Telegramaccount werd gepost. De doos die hierop werd gefilmd werd aangetroffen in de woonkamer van verdachte [medeverdachte 1] tijdens de doorzoeking.
Ik zocht in de telefoon naar het voor ons bekende telefoonnummer van de verdachte [verdachte] , namelijk [telefoonnummer] . Dit deed ik om de samenwerking aan te tonen tussen de verdachte [medeverdachte 1] en de verdachte [verdachte] .
Daaruit bleek het volgende:
- Telefoongesprekken op dagelijkse basis vanaf januari;
- Whatsappgesprek in februari tussen beide verdachten, waarbij: verdachte [medeverdachte 1] tegen verdachte [verdachte] zegt: “Kan je floes meenemen?” “Floes” betekent in het Arabisch geld. [12]
Een proces-verbaal van bevindingen – overzicht van verstuurde pakketten
Bij DHL werden onderstaande verzendingen verricht.
Bankrekeningnummer: [rekeningnummer] .
Tenaamgestelde: [medeverdachte 1] .
Periode: 16 mei 2023 tot en met 6 november 2023.
Verstuurde pakketten: 73 pakketten.
Gewicht: 50.500 gram.
Alle verzendingen gingen naar het buitenland.
Uit bij ING bank gevorderde historische gegevens op dat bankrekeningnummer bleek ook dat er 73 orders waren geplaatst bij DHL.
Bijbehorende verzendgegevens: [e-mail adres] @gmail.com.
Adressen: [adres] te [woonplaats] en [adres] [woonplaats] .
[adres] is te koppelen aan het email adres: [e-mail adres verdachte] @gmail.com.
Alle verzendingen gingen naar het buitenland.
In de periode van 8 januari 2024 tot en met 19 januari 2024 werden 21 pakketten verstuurd via PostNL met een totaalgewicht van 49.735 gram, allen naar het buitenland.
Hierbij wordt het adres [adres] genoemd. [adres] is te koppelen aan het e-mailadres [e-mail adres verdachte] @gmail.com.
Bijbehorende bankgegevens werden gevorderd bij Rabobank, betreffende: [13]
Bankrekeningnummer: [rekeningnummer]
Tenaamgestelde: [verdachte]
Er werden bedragen ontvangen afkomstig van [medeverdachte 1] , Bitvavo en verzonden naar andere personen, betrokken in het onderzoek. [14]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Een proces-verbaal bevindingen – doorzoeking woning van verdachte [verdachte]
Een doorzoeking ter inbeslagneming te [adres] te [woonplaats] .
Code: B01.01.02
Goed: Contant geld
Vindplaats: kledingkast (kluis). [15]
Kennisgeving van inbeslagneming
Aangetroffen in kluis op slaapkamer verdachte.
B.01.01.02. in beslag genomen door [verbalisant] .
Volgnummer 1: 400,- euro totaal
Volgnummer 2: 4620,- euro totaal. [16]
Een proces-verbaal van bevindingen – doorzoeking VW Golf van verdachte
Wij kwamen ter plaatse in [woonplaats] bij de Volkswagen Golf voorzien van kenteken [kenteken] .
Ik opende vervolgens de armsteun in de middenconsole. Ik zag een flinke hoeveelheid geld biljetten en munten lag. Dit bleek later in totaal 2629,85,- euro te zijn. Ook trof ik in het dashboardkastje een zakje met een blokje hasj en wiet. [17]
Een proces-verbaal van bevindingen – onderzoek verborgen ruimte in VW Golf van verdachteIk hoorde de collega's zeggen dat ze de Volkswagen Golf [kenteken] een verborgen ruimte hadden aangetroffen en dat zij geld en drugs hadden aangetroffen in de verborgen ruimte.
AANGETROFFEN GOEDEREN VOLKSWAGEN
Ik zag dat er in de middenconsole drugs en geld lag. Ik zag de volgende goederen:
- Zak met daarin geld biljetten. Dit bleek later een totaal bedrag van 14.330,- euro te zijn;
- drie (3) plasticzakken met henneptoppen;
- veertien (14) vacuum verpakte blokken Hashish zonder merk. Twee (2) pakketten van vijf (5) stuks en één (1) pakket van vier (4) stuks;
- één (1) blok Hashish met etiket 'nfx2';
- één (1) blok Hashish met etiket 'silverback' in boterhamzakje;
- twee (2) keer een halve blok Hashish verpakt in een boterhamzakje zonder etiket;
Ambtshalve is mij bekend aan de uiterlijke kenmerken van de aangetroffen goederen dat dat de goederen Hennep en Hashish betroffen. Ik herkende de geur als zijnde hennep. [18]
Een proces-verbaal van bevindingen – testen en wegen hennep uit de verborgen ruimte
Aangetroffen in een verborgen ruimte van een personenauto van het merk Volkswagen voorzien van
het kenteken [kenteken] van de verdachte [verdachte] . [19]
Ik zag tijdens het testen een positieve indicatie op de aanwezigheid van hennep.
Ik zag dat de inhoud van de 3 sealbags met toppen van hennepplanten in totaal een bruto gewicht
hadden 322,57 gram. [20]
Een proces-verbaal van bevindingen – testen en wegen hasj uit de verborgen ruimte
Aangetroffen in een verborgen ruimte van een personenauto van het merk Volkswagen voorzien van het kenteken [kenteken] van de verdachte [verdachte] .
De partij bestond uit veertien verpakte blokken bruine substantie, vermoedelijk hasjiesj. [21]
Vervolgens heb ik heb alle gewichten bij elkaar opgeteld en zag dat het bruto gewicht van alle aangetroffen hasj blokken 1766,28 gram
De test gaf een reactie, indicatief voor THC, zijnde de werkzame stof in hennep en hasjiesj, vermeld op lijst II van de Opiumwet. [22]
Een proces-verbaal van bevindingen – witwassen [verdachte]Uit de analyse van de bankgegevens van [verdachte] is opvallend gebleken dat zijn legale inkomen stopt, bij de start van de onderzoeksperiode september 2023 voor het strafrechtelijke onderzoek naar de handel in verdovende middelen. [23]
Tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] , werd in zijn kluis in zijn slaapkamer een ledger en herstelzin van 24 woorden aangetroffen. Met deze gegevens heeft de politie zijn cryptovaluta met totale waarde € 12.000, - achterhaald en in beslaggenomen. Uit het onderzoek is geen legale verklaring gebleken voor de cryptovaluta.
Door een specialist werd onderzoek gedaan naar de aangetroffen cryptovaluta van [verdachte] . Uit deze analyse bleek dat de cryptovaluta in de onderzoeksperiode (30 november 2023 tot en met 11 januari 2024) op het account van [verdachte] is gekomen. [24]
Bewijsoverwegingen
Medeplegen van het handelen in hennep en hasj over de gehele ten laste gelegde periode
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte alleen veroordeeld kan worden voor het onafhankelijk handelen in hennep en hasj vanaf december 2023, omdat verdachte heeft verklaard dat hij toen is begonnen met de handel en individueel en onafhankelijk heeft gehandeld. De rechtbank is van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte zich omstreeks de periode van 30 september 2023 samen met medeverdachte [medeverdachte 1] en anderen schuldig heeft gemaakt aan het handelen in softdrugs. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Uit het dossier blijkt dat via het Telegramkanaal [Telegram kanaal] , waarbij het gebruikersaccount van de beheerder van dit kanaal [telegram account medeverdachte 1] betrof, grote hoeveelheden hennep en hasj werden aangeboden. Het gebruikersaccount [telegram account medeverdachte 1] heeft zich voortdurend bezig gehouden met het aanbieden van én het (onder)handelen in grote hoeveelheden softdrugs waarbij ook pakketten werden verzonden naar het buitenland via het kanaal van [Telegram kanaal] waarbij [telegram account medeverdachte 1] als enige berichten heeft geplaatst op dit kanaal. [25] De rechtbank is van oordeel dat degene achter [Telegram kanaal] medeverdachte [medeverdachte 1] moet zijn geweest. [26] Op de telefoon van verdachte zijn diverse films aangetroffen waarin soortgelijke dan wel dezelfde goederen en middelen te zien zijn als op het Telegramaccount [telegram account medeverdachte 1] . In oktober en november 2023 zijn veel films aangemaakt op de telefoon van verdachte. Omdat de Telegram-applicatie niet op de telefoon van verdachte is aangetroffen [27] , maar de films vervolgens lijken te worden geplaatst op het Telegramaccount, gaat de rechtbank er vanuit, dat verdachte de films verstuurde naar [telegram account medeverdachte 1] . Het dossier geeft verder voldoende inzicht in samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] en tussen verdachte en anderen. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] hebben veelvuldig telefonisch contact met elkaar. Uit verschillende tapgesprekken blijkt dat zij het hebben over softdrugs en geld. Zo moet medeverdachte [medeverdachte 1] een lijst met een bepaalde soort cannabis sturen naar verdachte en vraagt medeverdachte of verdachte twee ruggen (de rechtbank leest: 2000 euro) bij zich heeft voor medeverdachte omdat hij onderweg is maar geen geld bij zich heeft. [28] In een ander gesprek laat verdachte weten aan medeverdachte [medeverdachte 1] en een derde persoon dat een afnemer drie kilo hasj wil waarna medeverdachte vraagt uit welk land deze afnemer komt. [29] Daar komt bij dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] is gezien in de auto vlak bij en kort na een deal die had plaatsgevonden via [Telegram kanaal] op 30 september 2023.
Naar het oordeel van de rechtbank kan ook worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bewerken en verwerken nu bij verdachte een weegschaal is aangetroffen in de middenconsole van zijn auto waar ook softdrugs is aangetroffen.
Buiten het grondgebied brengen van softdrugs
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte geen betrokkenheid heeft gehad bij het sturen van de pakketten naar het buitenland. De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen valt af te leiden dat in de periode van 16 mei 2023 tot en met 6 november 2023 73 pakketten met softdrugs zijn gestuurd naar het buitenland waarbij de verzendingen werden betaald door middel van de bankrekening van medeverdachte [medeverdachte 1] . Als afzenderadres werd onder andere gebruik gemaakt van [adres] te [woonplaats] , dat te koppelen was aan het e-mailadres van verdachte. In de periode van 8 januari 2024 tot en met 19 januari 2024 zijn via Post NL pakketten met softdrugs verstuurd naar het buitenland waarbij het genoemde adres en e-mailadres van verdachte worden vermeld, en waarbij de gevorderde bijbehorende bankrekening op naam staat van verdachte. Uit het voorgaande blijkt dat verdachte ook betrokken is geweest bij het versturen van de pakketten softdrugs naar het buitenland in de tenlastegelegde periode.
Beroepsmatig handelen in hennep en hasj
De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie en de raadsvrouw, ook bewezen dat verdachte de handel in hennep en hasj in de uitoefening van een beroep heeft verricht. Gelet op hetgeen wat hiervoor is overwogen en de grote hoeveelheden waarin is gehandeld, de verschillende personen met wie in dit verband contact is gehouden, er verschillende mensen werden ingeschakeld om de softdrugs af te leveren, het inkopen van grote hoeveelheden hennep en hasj, het grootschalig aanpakken met uitgebreide advertenties op Telegram, de grote geldbedragen die ermee gemoeid zijn en het feit dat verdachte nauwelijks andere inkomsten had in deze periode maakt dat er sprake is van het beroepsmatig handelen.
Wetenschap van de verborgen ruimte in de auto en daarmee opzettelijk aanwezig hebben van softdrugs en het witwassen € 14.330,-
In de VW Golf van verdachte is een verborgen ruimte aangetroffen met daarin 322,57 gram hennep en 1766,28 gram hasj. Voor een bewezenverklaring van het opzettelijk aanwezig hebben van de verdovende middelen is vereist dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van deze middelen. De eerste vraag die de rechtbank daarom dient te beantwoorden is of verdachte wist van de verbogen ruimte in de auto. Vervolgens moet worden beoordeeld of de verdovende middelen zich in de machtssfeer van de verdachte bevonden in de zin dat hij erover kon beschikken.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard gedeald te hebben. Hij heeft ook verklaard dat de VW Golf zijn auto was maar niet wist dat er een verborgen ruimte in zijn auto gebouwd was. De rechtbank vindt deze verklaring ongeloofwaardig en overweegt daartoe het volgende.
De auto was van verdachte en hij was voornamelijk de enige bestuurder van de auto. Onder de middenconsole zijn sealbags met hennep en vacuüm verpakte blokken met hasj aangetroffen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat op de telefoon van verdachte een video is aangetroffen met verpakte drugs waarbij een verpakking was voorzien met een sticker met de opdruk “NFX2”. Deze verpakte drugs met opdruk “NFX2” is ook aangetroffen en komt overeen met de verpakte hasjblokken in de verborgen ruimte van de VW Golf van verdachte. Verder weegt de rechtbank mee dat verdachte nog een auto had, namelijk een Audi A3 welke op zijn naam stond, waar ook een verborgen ruimte is aangetroffen. Daarnaast was ook de auto van medeverdachte [medeverdachte 1] voorzien van een verborgen ruimte, gevuld met softdrugs en contact geld. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de VW Golf niet op naam van verdachte stond en dat de verborgen ruimte mogelijk al gevuld was met de goederen voordat verdachte erin reed. De rechtbank acht, gezien de hoeveelheid aan softdrugs en de hoogte van het contante geld, zeer onaannemelijk dat de vorige gebruiker deze goederen gewoon heeft laten zitten, de goederen niet is komen halen en/of verdachte niet op de hoogte heeft gesteld hiervan.
De rechtbank concludeert op grond van al deze omstandigheden en hetgeen zij hiervoor heeft overwogen onder medeplegen, in onderlinge samenhang bezien, dat verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de verborgen ruimte in zijn auto en de aangetroffen softdrugs en contant geld.
Voor een bewezenverklaring van witwassen is niet persé vereist dat er op grond van de beschikbare bewijsmiddelen een rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf. Volstaan kan worden met de constatering dat het gelet op de feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het aangetroffen geld van enig misdrijf afkomstig is.
De rechtbank overweegt dat het om een zeer aanzienlijk contant geldbedrag gaat dat samen met softdrugs in een verborgen ruimte in de auto was verstopt. Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van het voorgaande het vermoeden gerechtvaardigd dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is. Nu verdachte heeft ontkend iets van het geld af te weten, is er geen verklaring waaruit een alternatieve (legale) herkomst blijkt, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat dit geldbedrag onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf van verdachte, te weten: geld afkomstig uit de handel in hennep en hasj.
Conclusie witwassen
De rechtbank komt gezien het voorgaande tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde witwassen van € 14.330,-. Door dit geld in een verborgen ruimte te houden en vervoeren heeft verdachte het geld verborgen gehouden/verhuld en het geld voorhanden gehad en op deze manier witgewassen.
Witwassen € 5.020,- kluis in de slaapkamer, € 2.629,85 middenconsole VW Golf en cryptovalutaVolgens de verdediging zijn de aangetroffen geldbedragen afkomstig van Marktplaatsverkopen over de afgelopen jaren van verschillende auto’s. Over de cryptovaluta merkt de verdediging op dat er geen vermoeden is voor witwassen.
De rechtbank overweegt over het witwasvermoeden het volgende. In de kluis van verdachte is een geldbedrag van € 5.020,- en een ledger met € 12.000,- aan cryptovaluta gevonden. In de middenconsole van de VW Golf van verdachte is een geldbedrag van € 2.629,85, voornamelijk in biljetten van € 50,-, gevonden. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij heeft gedeald in hennep en hasj. De rechtbank overweegt dat verdachte in totaal een hoog contant bedrag in grote coupures had. Daar komt bij dat verdachte een deel van dat contante geldbedrag bij zich had in de middenconsole waar zich onder de middenconsole een verborgen ruimte bevond met een nog groter bedrag aan contant geld.
Over de cryptovaluta (van € 12.000,-) merkt de rechtbank op dat deze binnen de onderzoeksperiode op het crypto-account is gekomen. Verder heeft de rechtbank onder medeplegen van het handelen in hennep en hasj overwogen dat verdachte in ieder geval nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte 1] en dat de rechtbank van oordeel is dat medeverdachte [medeverdachte 1] [Telegram kanaal] beheerde. Uit het dossier blijkt dat [telegram account medeverdachte 1] “crypto ready was” en onder meer via crypto werd betaald voor het versturen van pakketten met hennep en hasj. [30] Uit tapgesprekken komt naar voren dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] spreken over
Bitcoinsen dat medeverdachte aan verdachte zegt dat de
Bitcoinzijn gestegen en aan verdachte vraagt of hij de
coinserop moet laten staan of eraf moet halen. Verdachte geeft aan dat hij de
coinseraf moet halen waarna medeverdachte antwoord dat het inderdaad beter is. Verdachte heeft dus ook over cryptovaluta nauw contact en inspraak. De rechtbank is op basis van deze omstandigheden van oordeel dat er een ernstig vermoeden is dat het geld dat verdachte bij zich had van misdrijf afkomstig is.
Aangezien sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van verdachte een verklaring worden verlangd die concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is.
Verdachte heeft zich eerder op zijn zwijgrecht beroepen. Bij de rechter-commissaris, toen gevraagd werd naar de aangetroffen geldbedragen in de auto’s van verdachte, heeft verdachte alleen verklaard dat de VW Golf niet op zijn naam stond. De verdediging heeft ter zitting naar voren gebracht dat de geldbedragen afkomstig zijn uit verkopen van Markplaats. Verdachte heeft verklaard dat de geldbedragen door werken, sparen en (Marktplaats)verkopen vanaf 2019 zijn ontstaan. Ter onderbouwing van de verklaring van verdachte zijn elf bijlagen aangeleverd met onder andere Marktplaats reviews en dagwaardes van verschillende auto’s.
Uit onderzoek van de politie komt naar voren dat het legale inkomen van verdachte stopt bij de start van de onderzoeksperiode in september 2023 voor het strafrechtelijke onderzoek naar de handel in verdovende middelen. De verklaring van verdachte dat een deel van het geldbedrag is verkregen door werken en sparen is daarmee onwaarschijnlijk gebleken. Een andere concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring voor de herkomst van de geldbedragen en cryptovaluta heeft de verdachte niet gegeven. Dat het geld afkomstig is van (Marktplaats)verkopen met de verstrekte bijlagen, is onvoldoende concreet en verifieerbaar. Daarnaast merkt de rechtbank nog op dat verdachte meerdere keren heeft verklaard dat hij wil verklaren wanneer hij het hele dossier heeft doorgenomen.
Over de aangetroffen cryptovaluta heeft verdachte ter zitting niet willen verklaren en dus geen enkele concrete, laat staan verifieerbare informatie verstrekt. Het dossier bevat daarnaast geen aanwijzingen dat de cryptovaluta een legale herkomst hebben. De legale inkomsten stoppen juist bij de start van de onderzoeksperiode. Er is daarom, gelet op het voorgaande, geen andere conclusie mogelijk dan dat de cryptovaluta onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat de verdachte dat wist.
Conclusie
Gelet op het voorgaande en het verhandelde ter zitting is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat ook de geldbedragen € 5.020,- en € 2.629,85 en de cryptovaluta (€ 12.000,-) van enig misdrijf afkomstig zijn. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op of omstreeks 13 februari 2024 geldbedragen, van € 5.020,-, € 2.629,85 en cryptovaluta, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze bedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf en dat hij zich in die zin schuldig heeft gemaakt aan witwassen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
meermalen omstreeks de periode van 30 september 2023 tot en met 13 februari 2024 in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of (telkens) in de uitoefening van een beroep, heeft bewerkt en verwerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd en opzettelijk aanwezig heeft gehad grote hoeveelheden hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep en grote hoeveelheden hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hennep en/of hasjiesj, (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 2
op of omstreeks 13 februari 2024 te [woonplaats] van voorwerp(en), te weten
geldbedragen ter hoogte van in totaal (ongeveer) 5.020 euro (aangetroffen in de woning gelegen aan de [adres] ) en 16.959,85 euro (aangetroffen in voertuig Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] ) en/of cryptovaluta,de herkomst heeft verborgen en verhuld, terwijl hij wist, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig (al dan niet eigen) misdrijf
en (telkens) één of meer voorwerp (en), te weten geldbedragen ter hoogte van in totaal (ongeveer) 5.020 euro (aangetroffen in de woning gelegen aan de [adres] ) en 16.959,85 euro(aangetroffen in voertuig Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] )en cryptovaluta, voorhanden heeft gehad, terwijl hij
wist, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig (al dan niet eigen) misdrijf.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1: medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd
en
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
feit 2: witwassen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren,
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw acht een gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van het voorarrest in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf passend. Zij voert aan dat verdachte op dit moment een positieve ontwikkeling doormaakt en detentie deze ontwikkeling zou doorkruisen. Verder verzoekt zij de rechtbank om rekening te houden met de spanningen bij verdachte, waardoor hij ter zitting tijdens het bespreken van de feiten is dichtgeklapt.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in een periode van ongeveer 4,5 maanden (samen met anderen) schuldig gemaakt aan de handel in grote hoeveelheden hennep en hasj en het uitvoeren van deze softdrugs naar het buitenland. Verdachte is door zich schuldig te maken aan deze feiten mede verantwoordelijk voor de nadelige effecten die door het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. Daarbij is van belang dat softdrugs schadelijk zijn voor de (volks)gezondheid en dat de handel in drugs schade en overlast voor de samenleving veroorzaakt. Verdachte heeft daarbij met zijn handelwijze bijgedragen aan de instandhouding van het illegale drugscircuit. Algemeen bekend is dat de handel in drugs gepaard gaat met (zware) criminaliteit en ondermijning van de samenleving. Hij heeft daarbij enkel oog gehad voor zijn eigen financiële gewin.
Daarnaast heeft verdachte een geldbedrag van ruim € 21.000,- witgewassen. Witwassen draagt bij aan de instandhouding van criminaliteit. Het leidt ertoe dat uit misdrijf verkregen geld een schijnbaar legale herkomst krijgt, waarna het geld vrijelijk in de legale economie kan worden uitgegeven. Door witwassen wordt de integriteit van het financiële en economische verkeer aangetast en verdachte heeft daaraan een bijdrage geleverd.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van 17 mei 2024. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten.
De rechtbank heeft daarnaast kennis genomen van een reclasseringsrapport van Reclassering Nederland van 4 december 2024, opgemaakt door T. Rook. Uit de rapportages blijkt dat een straf zonder bijzondere voorwaarden wordt geadviseerd door de reclassering. De reclassering vindt interventies of toezicht niet nodig en schat in dat een reclasseringstoezicht niet zal bijdragen aan het voorkomen of verminderen van recidive.
Op te leggen straf
Gelet op de hiervoor besproken ernst van de bewezen verklaarde feiten acht de rechtbank een gevangenisstraf passend. De rechtbank ziet wel aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen als stevige stok achter de deur. De rechtbank neemt daar in mee dat verdachte een jonge verdachte is en een meer onderschikte rol dan de medeverdachte heeft gehad in het geheel.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden. Verdachte hoeft op deze manier niet terug naar de gevangenis. Met het oog op de strafdoelen van vergelding, generale preventie en speciale preventie, kan hiermee echter niet worden volstaan. De rechtbank zal verdachte daarom ook een taakstraf opleggen van 120 uren. De rechtbank vindt dat met de voorgaande straffen recht wordt gedaan aan de ernst van de bewezen feiten en probeert op deze manier te bereiken dat verdachte geen strafbare feiten meer zal plegen, zodat niet alleen verdachte maar ook de maatschappij daarbij gebaat is.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank zal het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de iPhone 13 Pro verbeurd moet worden verklaard, omdat verdachte deze telefoon heeft gebruikt bij de handel in softdrugs. Over de in beslag genomen geldbedragen merkt de officier van justitie op dat deze zijn afgehandeld en conservatoir beslag op de geldbedragen rust.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt om teruggave van de in beslag genomen geldbedragen, te weten de cryptovaluta en het contante geld in de kluis, de middenconsole en in de Audi, omdat zij vrijspraak heeft bepleit voor het onder feit 2 ten laste gelegde witwassen. Ook verzoekt zij om teruggave van de iPhone 13 Pro.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten iPhone 13 Pro (G3 298030), verbeurd verklaren.
Met behulp van dit voorwerp is het onder feit 1 bewezen verklaarde feit voorbereid/begaan.
Geen beslissing
De rechtbank zal geen beslissing geven ten aanzien van de in beslag genomen geldbedragen.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangevoerd dat op de geldbedragen niet langer ‘klassiek beslag’ rust, maar uitsluitend conservatoir beslag. Uit artikel 353 Sv volgt dat op zodanig beslag geen beslissing bij einduitspraak in de strafzaak wordt genomen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 47, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en
  • 3 en 11 van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van negen (9) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van zes (6) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij
een proeftijd van twee (2) jarenvast;
- als algemene voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 120 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 60 dagen hechtenis;
Beslag
- verklaart het voorwerp verbeurd:
 iPhone 13 Pro (G3 298030);
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Reitsma, voorzitter, mr. L.E. Verschoor-Bergsma en mr. O. Böhmer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. mr. N.S. Stekkel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 januari 2025.
Mr. O. Böhmer is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 30
september 2023 tot en met 13 februari 2024 te Woerden en/of Doorn,
althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of (telkens) in
de uitoefening van een beroep of bedrijf, heeft bewerkt en/of verwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of
opzettelijk aanwezig heeft gehad
een of meer grote hoeveelheden hennep, in elk geval een hoeveelheid
van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep en/of een
of meer grote hoeveelheden hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van
een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige
elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn
toegevoegd, zijnde hennep en/of hasjiesj, (telkens) een middel vermeld
op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens
artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2
hij op of omstreeks 13 februari 2024 te [woonplaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
van één of meer voorwerp(en), te weten
een of meer geldbedragen ter hoogte van in totaal (ongeveer) 5.020 euro
(aangetroffen in de woning gelegen aan de [adres] )
en/of 16.959,85 euro (aangetroffen in voertuig Volkswagen Golf met
kenteken [kenteken] ) althans enig geldbedrag en/of een of meer
cryptovaluta,
(telkens) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de
vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan
wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die/dat
voorwerp(en), te weten voornoemd(e) geldbedrag(en) en/of
cryptovaluta, was of wie bovenomschreven voorwerp, te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had,
terwijl hij/zij wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten
vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was/waren uit enig (al dan niet eigen) misdrijf
en/of
(telkens) één of meer voorwerp (en), te weten een of meer geldbedragen
ter hoogte van in totaal (ongeveer) 5.020 euro (aangetroffen in de woning
gelegen aan de [adres] ) en/of 16.959,85 euro
(aangetroffen in voertuig Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] )
althans enig geldbedrag en/of een of meer cryptovaluta,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of
omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e)
geldbedrag(en) en/of cryptovaluta, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij/zij
wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat
bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig (al dan niet eigen) misdrijf.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 22 juli 2024, genummerd PL0900-2023027155 (ook wel 2023027155A, 2023027155B, 2023027155C en 2023027155D), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 1946. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. De bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven.
2.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 december 2024.
3.Pag. 286.
4.Pag. 286.
5.Pag. 287.
6.Pag. 287.
7.Pag. 1766.
8.Pag. 1770.
9.Pag. 1775-1776.
10.Pag. 1780.
11.Pag. 1122.
12.Pag. 1124.
13.Pag. 1210.
14.Pag. 1211.
15.Pag. 169.
16.Pag. 187.
17.Pag. 222.
18.Pag. 259.
19.Pag. 1148.
20.Pag. 1149.
21.Pag. 1151.
22.Pag. 1152.
23.Pag. 1899.
24.Pag. 1900.
25.Pag. 835-836.
26.Pag. 835-836; pag. 153; pag. 1088; pag. 903; pag. 963; pag. 1210.
27.Pag, 1817-1818.
28.Pag. 1186-1187.
29.Pag. 1193.
30.Pag. 836; pag. 1297.