ECLI:NL:RBMNE:2025:691

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 februari 2025
Publicatiedatum
20 februari 2025
Zaaknummer
16-346051-24 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor de handel in grote hoeveelheden hasjiesj met gevangenisstraf

Op 21 februari 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte, geboren in 1988, werd ervan beschuldigd in de periode van 11 september 2024 tot en met 30 oktober 2024 samen met anderen 400 kilogram hasjiesj te hebben bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een inhoudelijke behandeling op 7 februari 2025. De officier van justitie, mr. L.A. Lepoutre, achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen, waaronder observaties en getuigenverklaringen, zorgvuldig gewogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte samen met medeverdachten de drugs heeft vervoerd en afgeleverd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een dominante rol speelde in de drugshandel en dat hij zich gedurende twee maanden bezig hield met de handel in grote hoeveelheden hasjiesj. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 24 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en verklaarde de in beslag genomen goederen verbeurd. De rechtbank overwoog dat de verdachte geen legale inkomsten had en dat zijn handelen bijdroeg aan ernstige criminaliteit.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-346051-24 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 21 februari 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1988] in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] in [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 7 februari 2025. De zaak is op deze datum inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van de officier van justitie mr. L.A. Lepoutre en van hetgeen de raadsman mr. R. Zilver, advocaat in Utrecht, namens verdachte naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
in de periode van 11 september 2024 tot en met 30 oktober 2024 op meerdere plekken in Nederland samen met anderen in de uitoefening van een beroep of bedrijf 400 kilogram hasjiesj en meer grote hoeveelheden hasjiesj opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, dan wel opzettelijk aanwezig heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak voor de handel in hennep, omdat de ten laste gelegde gedragingen niet geconcretiseerd kunnen worden in daadwerkelijk verrichte handelingen door de verdachte. Uit de berichten blijkt niet dat door het handelen van verdachte een daadwerkelijke verkoop of overdracht van drugs heeft plaatsgevonden. Daarnaast dient de bewezenverklaring te worden beperkt tot de feiten die zijn gepleegd op de dag van aanhouding van verdachte.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Observatiedag 23 september 2024
1.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over de observatie van [medeverdachte 1] op 23 september 2024 blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Wij hebben op 23 september 2024 geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen gedaan:
16.54
uur: Ik zag dat een man over de Larenseweg te Hilversum liep. Ik herkende deze man als [medeverdachte 1] . [2]
18.1
uur: Ik zag dat [medeverdachte 1] uitstapte. Ik zag dat hij naar perceel [adres] te [woonplaats] liep en naar binnenging.
Ik zag dat een personenauto van het merk Lynk & Co, type CO-01, zwart van kleur en voorzien van het kenteken [kenteken] geparkeerd werd op de oprit van perceel [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat er een man uitstapte en perceel [huisnummer] binnenging. Nader te noemen Lynk & Co [kenteken] .
18.34 uur: Ik zag dat een man, welke ik later herkende als [verdachte] , [1988] te [geboorteplaats] , uit perceel [adres] te [woonplaats] kwam. Nader te noemen [verdachte] . Ik zag dat [verdachte] in een personenauto van het merk Volkswagen, type Polo, zwart van kleur en voorzien van het kenteken [kenteken] stapte en vertrok. Nader te noemen Polo [kenteken] .
18.35
uur: Ik zag dat [medeverdachte 1] in de Lynk & Co [kenteken] stapte en vertrok.
18.47 uur: Ik zag dat de Lynk en Co [kenteken] en de Polo [kenteken] naast elkaar geparkeerd stonden ter hoogte van perceel [adres] te [woonplaats] .
18.48 uur: Ik zag dat er een bedrijfsvoertuig van het merk Mercedes-Benz, type Sprinter, wit van kleur en voorzien van de Duitse kentekenplaten [kenteken] naast de Lynk en Co [kenteken] geparkeerd werd.
Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 1] uit Lynk en Co [kenteken] stapten.
18.49 uur: Ik zag dat de achterklep van de Sprinter [kenteken] openging. Ik zag dat de kofferbak van de Lynk en Co [kenteken] openging. Ik zag dat [medeverdachte 1] zes grote zwarte pakketten (gelijkend op grote zwarte thuisbezorgd tassen) aannam uit de laadruimte van de Sprinter [kenteken] en deze een (1) voor een (1), met beide handen, in de kofferbak van de Lynk en Co [kenteken] zette.
18.52 uur: Ik zag dat [medeverdachte 1] in de Lynk en Co [kenteken] stapte en vertrok. [3]
18.55
uur: Ik, [verbalisant] , zag dat de Lynk en Co [kenteken] werd geparkeerd voor de [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat [medeverdachte 1] in totaal drie keer heen en weer liep met de pakketten in zijn handen. Ik zag dat alle pakketten naar binnengingen bij perceel [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat er een man uit perceel [adres] te [woonplaats] kwam, welke ik herkende als [medeverdachte 2]
,geboren [1993] te [geboorteplaats] . Nader te noemen [medeverdachte 2] . Ik zag dat [medeverdachte 2] een pakket de woning indroeg (pakketten zijn gelijkend op grote zwarte thuisbezorgd tassen). [4]
19:02 uur: Ik zag dat [medeverdachte 1] als bestuurder van de Lynk en Co [kenteken] stapte en vertrok.
19:03 uur: lk zag dat de Lynk en Co [kenteken] ter hoogte van [adres] te [woonplaats] geparkeerd werd, naast de sprinter [kenteken] .
Ik zag dat [medeverdachte 1] uit de Lynk en Co [kenteken] stapte. [5]
19.04
uur: Ik zag dat [medeverdachte 1] de kofferbak van de Lynk en Co [kenteken] opende en vier (4) pakketten (gelijkend op grote zwarte thuisbezorgd tassen) aannam en in de kofferbak van de Lynk en Co [kenteken] zette.
19:05: Ik zag dat [medeverdachte 1] als bestuurder in de Lynk en Co [kenteken] stapte en vertrok. Ik zag dat de Polo [kenteken] vertrok.
19:49 uur: lk zag dat de Lynk en Co [kenteken] geparkeerd werd op de Willemskerkestraat te Amsterdam. Ik zag dat er een personenauto van het merk Volkswagen, type UP!, zwart van kleur en voorzien van het kenteken [kenteken] , in de Willemskerkestraat te Amsterdam stond geparkeerd met een man achter het stuur, nader te noemen NN1.
19:55 uur: Ik zag dat de Lynk en Co [kenteken] de Schoonboomstraat in Amsterdam inreed, samen met de UP met kenteken [kenteken] . Ik zag dat [medeverdachte 1] en NN1 uitstapte.
Ik zag dat er minimaal 1 zwart pakket van ongeveer 50 cm x 50 cm x 50 cm (pakket gelijkend op de grote zwarte thuis bezorgd tas) werd overgedragen vanuit de kofferbak van de Lynk & Co door [medeverdachte 1] aan NN1.
Ik zag dat dit pakket in de kofferbak van de UP werd gelegd door NN1. Vervolgens zag ik dat de Lynk & Co en de Up vertrokken. [6]
2.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over nadere informatie naar aanleiding van de observatiedag blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
[adres] te [woonplaats]
Op de [adres] te [woonplaats] staan de volgende personen ingeschreven:
[verdachte] [1988] te [geboorteplaats]
[A] [1993] te [geboorteplaats]
Volkswagen Polo voorzien van kenteken [kenteken]
De zwarte Volkswagen staat op naam van: [A] [1993] te [geboorteplaats] .
[adres] te [woonplaats] :
Op de [adres] staat de volgende persoon ingeschreven: [medeverdachte 2] [1993] te [geboorteplaats] . [7]
Observatiedag 30 oktober 2024
3.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over de observatie van 30 oktober 2024 blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Wij hebben op 30 oktober 2024, geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen gedaan:
12:18 uur: Ik zag dat een personenauto van het merk Volkswagen, type Polo, zwart van kleur en voorzien van het kenteken [kenteken] aan het begin van de Sterrenbergweg te Soesterberg stond geparkeerd.
Ik zag dat er een bedrijfsauto van het merk Mercedes-Benz, type Sprinter, met de reclameopdruk " [reclameopdruk] ", zwart van kleur en voorzien van het kenteken [kenteken] , eveneens op de Sterrenbergweg te Soesterberg stond.
Ik zag dat [medeverdachte 1] naast de Sprinter [kenteken] stond.
12:20 uur: Ik zag dat er een vrachtwagen combinatie naast de Sprinter [kenteken] parkeerde op de Sterrenbergweg te Soesterberg.
Ik zag dat de oplegger van deze vrachtwagencombinatie was voorzien van het Marokkaans kenteken: [kenteken] .
Ik zag dat de Polo [kenteken] naast de vrachtwagen [kenteken] werd geparkeerd.
Ik zag dat een man uit de Polo [kenteken] stapte. Nader te noemen NN1. [8]
12:22 uur: Ik zag dat er goederen vanuit de vrachtwagen [kenteken] in de Sprinter [kenteken] gelegd werden, door de passagier van de vrachtwagen [kenteken] .
12.24 uur: Ik zag dat de Polo [kenteken] , de Vrachtwagen [kenteken] en de Sprinter [kenteken] vertrokken vanaf de Sterrenbergweg te Soesterberg.
12:26 uur: Ik zag dat de Sprinter [kenteken] en de Polo [kenteken] arriveerden bij de [straat] ter hoogte van perceel [huisnummer] te [woonplaats] .
12:28 uur: Ik zag dat de er tenminste een (1) zwarte tas vanuit de Sprinter [kenteken] , perceel [adres] binnen gedragen werd door [medeverdachte 1] . Ik zag dat NN1 aan de achterzijde van de Sprinter [kenteken] stond.
12:31 uur: Ik zag dat de Sprinter [kenteken] vertrok met [medeverdachte 1] als bestuurder. Ik zag dat de Polo [kenteken] vertrok met NN1 als bestuurder. Daarna was de Polo [kenteken] niet meer onder observatie.
14.15
uur: Ik zag dat de Polo [kenteken] op de [adres] te [woonplaats] geparkeerd stond.
15.15 uur: Ik zag dat er een man in de Polo [kenteken] stapte als bestuurder en vertrok.
15.16 uur: Ik herkende de bestuurder van de Polo [kenteken] als [verdachte] ,
15:43 uur: Ik zag dat de Polo [kenteken] werd geparkeerd op de parkeerplaats van restaurant La Place, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] .
15.46 uur: Ik zag dat [verdachte] in de Polo [kenteken] bleef zitten. [9]
4.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van de getuigenverklaring van [getuige] blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 30 oktober 2024 tussen 12:00 uur en 14:00 uur was ik in mijn woning waar ik uitzicht heb op de [straat] in [woonplaats] . Ik zag dat er een kleine vrachtwagen aan kwam rijden. Ik zag dat er ook een kleine zwarte auto stond. Ik zag dat de bestuurders van de auto en de vrachtauto uitstapte. Ik zag dat de man van zwarte auto de woning opende aan de [straat] nummer [huisnummer] en ging daar naar binnen. Ik zag dat de klep van het vrachtwagentje open ging. Ik zag dat er grote pakken naar de woning werden gebracht. Ik zag dat het blauwe en zwarte pakken waren. Het waren in totaal 6 pakken. Er werd nog een pak uit de vrachtwagen gepakt en werd achterin de zwarte auto gezet. Ik zag aan de manier van sjouwen dat het zware pakken waren. Ik zag dat beide auto's weer weg reden. [10]
5.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over de aanhouding van verdachte [medeverdachte 1] blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Op 30 oktober 2024 om 13.32 uur hebben wij aangehouden: [medeverdachte 1]
Voertuig: Ten tijde van de aanhouding bevond de verdachte zich als bestuurder in een laad-bus, Mercedes, Sprinter, zwart van kleur en voorzien van het kenteken [kenteken] . [11]
6.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over de aanhouding van medeverdachte [verdachte] blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Op 30 oktober 2024 om 16.10 uur hebben wij aangehouden: [verdachte] .
Voertuig: Ten tijde van de aanhouding bevond de verdachte [verdachte] zich als bestuurder in een personenauto, merk Volkswagen, type Polo, kleur zwart en voorzien van het kenteken [kenteken] . [12]
Aantreffen van en onderzoek naar drugs
7.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over onderzoek in de Mercedes blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Op 30 oktober 2024 bestuurde verdachte [medeverdachte 1] op moment van aanhouding een bestelwagen, merk Mercedes, kenteken [kenteken] .
Door mij werd onderzoek gedaan in de Mercedes. In de laadruimte van de Mercedes lagen 3 grote pakketten gevuld met vermoedelijk hasj aangetroffen. [13]
8.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over onderzoek in de Volkswagen Polo blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Op 30 oktober 2024 bestuurde verdachte [verdachte] op moment van aanhouding een personenauto, merk Volkswagen Polo, kenteken [kenteken] . Door mij werd onderzoek gedaan in de VW Polo en werden de onderstaande goederen aangetroffen:
- laadruimte kofferbak: groot pakket gevuld met vermoedelijk hasj
- middenconsole: een sleutelbos [14]
9.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over onderzoek naar de sleutels uit de Volkswagen Polo blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Op 30 oktober 2024 werd er door mij, verbalisant, een sleutelbos met daaraan zes sleutels aangetroffen in het middenconsole van de Volkwagen Polo met het kenteken [kenteken] . Ik zag dat één van de sleutels in het cilinderslot van de voor- en achterdeur van de woning aan de [adres] te [woonplaats] past. [15]
10.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over doorzoeking van de woning [adres] blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Een doorzoeking op 30 oktober 2024 in de woning [adres] in [woonplaats]
Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
-6 pakken, vermoedelijk hash gezamenlijk gewicht ongeveer 240 kg. Aangetroffen in de hal van de woning. [16]
11.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over onderzoek naar de aangetroffen pakketten blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Volkwagen Polo [kenteken] : een in een blauwe vuilniszak verpakt pakket [17]
[adres] [woonplaats] : vier pakketten verpakt in lichtblauwe vuilniszakken en twee pakketten verpakt in zwarte vuilniszakken
Mercedes Sprinter [kenteken] : een pakket verpakt in lichtblauwe vuilniszak en twee pakketten verpakt in zwarte vuilniszakken. [18]
Het verpakkingsmateriaal van de blauwe pakketten woog 3 kilo.
Het verpakkingsmateriaal van de zwarte pakketten kwam uit op 6 kilo.
Zwart pakket: Alle losse blokjes hadden hetzelfde etiket, een plaatje van een rasta muts met een wietplant, in groene letter het woord "Mouss" en de datum 25/09/2024.
12.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over onderzoek naar de drugs blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Ik heb henneptesten gedaan op diverse vermoedelijke verdovende middelen. Het betreft hier de volgende zes (6) goednummers:
- Goednummer 3428612 ( [medeverdachte 2] ): Het betreft 6 pakketten, met een totaalgewicht van circa 240 kilogram,
- Goednummer 3428627 ( [verdachte] ): Het betreft hier l pakket, met een totaalgewicht circa 40 kilogram,
- Goednummer 3428619 ( [medeverdachte 1] ): Het betreft hier drie pakketten, met een totaalgewicht van circa 120 kilogram.
Met behulp van Cannabis Testers heb ik, verbalisant, alle bovenstaande 50 representatieve monsters getest. Ik zag toen aan de verkleuring van alle gebruikte testtubes dat alle monsters THC bevatten. THC staat voor Tetra Hydrocannabinol de werkzame verdovende stof in hennep en hasjiesj, strafbaar gesteld in lijst II van de Opiumwet. [19]
Onderzoek telefoon en rekening verdachte
13.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over onderzoek naar de telefoon van [verdachte] blijkt onder meer het volgende:
Op 30 oktober 2024 werd een iPhone 13 Pro in beslag genomen onder verdachte [verdachte] .
owner: [chatnaam verdachte] [20]
14.
Uit een geschrift, inhoudende twee chatgesprekken op de Iphone 13 Pro, blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
18-10-2024
[chatnaam verdachte] : heb mouse vandaag
[chatnaam verdachte] : op 5 kan ik punt goedkoper doen, 1550
[chatnaam] : ziet er super uit bro, kan je van beiden 5 doen
[chatnaam verdachte] : oke zondag dan, niet vergeten aub
[chatnaam verdachte] : moet je bezorg hebben?
[chatnaam] : ja als kan
19-10-2024
[chatnaam verdachte] : morgen, 15.00 uur, chauf
[chatnaam] : isgoed
20-10-2024:
[chatnaam verdachte] : yo adress, vertrekt 14.00
[chatnaam] : doe [adres] in [woonplaats]
[chatnaam verdachte] : blauwe renault station
[chatnaam] : oke bro
[chatnaam verdachte] : hij is er, staat bij nummer [huisnummer]
[chatnaam] : gelukt
[chatnaam verdachte] : hoeveel pap hebt u meegegeven
[chatnaam] : 16420 [21]
27-10-2024
[chatnaam] : 2am en 5 mous kan dat
[chatnaam verdachte] : ja hoe laat
[chatnaam] : 12.30 zo
[chatnaam verdachte] : oke
[chatnaam] : stuur adres
[chatnaam verdachte] : [adres] in [woonplaats]
[chatnaam] : 26550 geef ik je zo
[chatnaam verdachte] : oke sta met die jeep, stap even achterin bij me
[chatnaam] : ok
[chatnaam] : stuur me nieuwe bon bro, ziet er weer super uit
[chatnaam verdachte] : 36860-26550+5x1675+2x3400=25485
[chatnaam verdachte] : check effe als dit klopt
[chatnaam] : ja klopt [22]
15.
Uit een proces-verbaal van bevindingen over onderzoek naar de rekening van [verdachte] blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Inkomen
Er zijn geen werkgevers en/of inkomsten bekend. Het rekeninkomen is in ieder gevalsinds 2017 ieder jaar € 0. [23]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht bewezen dat verdachte de hasjiesj samen met medeverdachten [medeverdachte 1] opzettelijk heeft vervoerd en afgeleverd en met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aanwezig heeft gehad. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte op 23 september 2024 samen met medeverdachte [medeverdachte 1] bij de [adres] in [woonplaats] is. Zij rijden vervolgens (ieder afzonderlijk) naar de Sterrenbergweg in Soesterberg. Verdachte rijdt weg in een Volkswagen polo en [medeverdachte 1] rijdt weg in een Lynk en Co. Op de Sterrenbergweg staat een Mercedes Sprinter geparkeerd. Van [verdachte] en [medeverdachte 1] stappen uit en [medeverdachte 1] laadt zes grote zwarte pakketten (gelijkend op grote zwarte thuisbezorgd tassen) vanuit de Sprinter in de kofferbak van de Lynk en Co in. [medeverdachte 1] rijdt vervolgens met de Lynk en Co naar de woning aan de [adres] in [woonplaats] . Hij loopt vanuit de auto driemaal heen en weer naar de woning en brengt pakketten de woning in. Uit de woning komt medeverdachte [medeverdachte 2] en ook hij draagt een pakket de woning in. De politie verbaliseert over de pakketten dat ze lijken op grote zwarte thuisbezorgd tassen. [medeverdachte 1] rijdt vervolgens weer met de Lynk en Co naar de Sterrenbergweg en laadt vanuit de sprinter weer vier pakketten in zijn kofferbak. Vervolgens rijden de Lynk en Co en de Volkswagen Polo weg.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat ongeveer eenzelfde situatie is waargenomen tijdens de observatie van 30 oktober 2024. Op die dag wordt rond 12.15 uur gezien dat de dezelfde Volkswagen Polo geparkeerd staat aan de Sterrenbergweg in Soesterberg samen met een Mercedes Sprinter ( [kenteken] ). Verbalisanten zien dat [medeverdachte 1] naast de Sprinter staat. Er parkeert een vrachtwagen met Marokkaans kenteken naast de Sprinter en een onbekende man (later blijkt dit [verdachte] te zijn) stapt uit de Volkswagen Polo. Er worden goederen vanuit de vrachtwagen in de Sprinter gelegd. De drie voertuigen rijden weg. De Sprinter en de Volkswagen Polo komen aan bij de [adres] in [woonplaats] . [medeverdachte 1] draagt ten minste één zwarte tas de woning in. [verdachte] staat aan de achterzijde van de sprinter. [medeverdachte 1] rijdt weg in de sprinter en kort daarna verricht de politie aanhoudingen. In zowel de Volkswagen Polo als de Sprinter worden pakketten aangetroffen, waarvan later blijkt dat het gaat om hennep. Ook in de woning [adres] worden zes pakketten hennep aangetroffen.
De rechtbank overweegt dat uit deze feiten en omstandigheden blijkt dat [verdachte] samen met [medeverdachte 1] de drugs vervoerde en afleverde bij [medeverdachte 2] . Hoewel de pakketten die gezien zijn tijdens de observatie van 23 september 2024 niet in beslag zijn genomen en getest, gaat de rechtbank er vanuit dat dit dezelfde soort pakketten zijn als in beslag genomen op 30 oktober 2024. De verbalisanten beschrijven namelijk dat zij op beide dagen grote tassen of pakketten zien. Het gewicht van de pakketten van 23 september is onbekend, maar gelet op de observatie en het daarin aangegeven aantal pakketten gaat de rechtbank voor dit moment uit van een grote hoeveelheid.
De rechtbank acht daarnaast wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan de handel in hennep. Uit de berichten die zijn aangetroffen op zijn telefoon blijkt dat verdachte zich in netwerken bevindt die zich bezighouden met (internationale) drugshandel. Uit de aangehaalde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte in de bewezenverklaarde periode ook in ieder geval twee keer heeft zorg gedragen voor een succesvolle overdracht. Hij heeft daarbij een aansturende rol gehad. Hij regelde de tijd en plaats en sprak bedragen af, die uiteindelijk ook worden ontvangen. Hij heeft een chauffeur die de drugs aflevert, maar uit de berichten blijkt dat hij soms ook zelf aanwezig was. Het verweer van de raadsman op dit punt wordt dan ook verworpen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op tijdstippen in de periode van 23 september 2024 tot en met 30 oktober 2024 te Den Dolder en Soesterberg en Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en vervoerd en aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van 356 kilogram en een grote hoeveelheid, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod,
meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot
- een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van het voorarrest; en
- een geldboete van € 50.000,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 285 dagen.
Daarnaast vordert de officier van justitie opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis bij einduitspraak.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging voert aan dat de eis van de officier van justitie dient te worden gematigd en dat er geen geldboete moet worden opgelegd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende twee maanden bezig gehouden met de handel in grote hoeveelheden hasjiesj en het laten vervoeren en afleveren hiervan. Uit zijn telefoon blijkt dat hij zich stelselmatig bezighield met de handel in drugs, waarbij hij een dominante rol bekleedde. Zo gaf hij anderen de opdrachten om te vervoeren, regelde hij de geldbedragen en zorgde hij voor de overdracht van de verdovende middelen.
De rechtbank acht strafverzwarend dat het dossier wijst op een grootschalig internationaal handelsnetwerk, waar verdachte deel van uit lijkt te maken. In de berichten op zijn telefoon wordt gesproken over grote bedragen, transporten, verdelingen, cryptorekeningen, overboekingen en het uitbreiden van de handel naar verschillende landen. De vrachtwagen met het Marokkaanse kenteken die door verbalisanten is geobserveerd op 23 september 2024, bevestigt het internationale karakter. Bovendien heeft verdachte van de handel in hasjiesj gedurende de ten laste gelegde periode zijn beroep gemaakt. Uit zijn rekeninggegevens blijkt dat zijn inkomen sinds 2017 € 0,- is geweest en van enige andere legaal inkomen is niet gebleken.
Het is een feit van algemene bekendheid dat de handel in en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard gaat met verschillende vorm van ernstige criminaliteit, waarvan anderen overlast ondervinden en waardoor de samenleving schade wordt berokkend. Verdachte heeft met zijn handelen - gedreven door persoonlijk financieel gewin - bijgedragen aan de instandhouding van deze problematiek, zonder acht te slaan op de mogelijke negatieve gevolgen voor anderen en de maatschappij.
8.3.2.
De persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft kennis genomen van een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister
(strafblad) van 27 december 2024 van verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder voor feiten uit de Opiumwet is veroordeeld. De reclassering heeft geen rapport over verdachte opgemaakt.
8.3.3.
Oplegging straf
Bij oplegging van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS. Voor het aanwezig hebben van een hoeveelheid hennep tussen de 25.000 en 250.000 gram is het oriëntatiepunt een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden. Aangezien bij verdachte, naast het aanwezig hebben daarvan, ook de handel in een grote hoeveelheid van ruim 356 kilo hasjiesj bewezen is verklaard, is een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend.
Gelet op de eerder genoemde strafverzwarende omstandigheden, legt de rechtbank aan [verdachte] op een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest.
Gelet op de op te leggen gevangenisstraf, die hoger is dan de eis van de officier van justitie, zal de rechtbank niet tevens een geldboete opleggen. Voorzover de officier van justitie verkregen voordeel heeft willen onttrekken, stond het hem vrij een vordering tot ontneming in te dienen of aan te kondigen.

9.VOORLOPIGE HECHTENIS

De rechtbank heft het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis op.
Aan verdachte wordt nu een langere gevangenisstraf opgelegd dan zijn reeds ondergane voorlopige hechtenis. Bij de beoordeling of de schorsing van zijn voorlopige hechtenis in dit geval moet worden opgeheven, dient de rechtbank de belangen van de samenleving en de verdachte tegen elkaar af te wegen en na te gaan of deze opheffing geboden is. In dit geval wegen voor de rechtbank de maatschappelijke belangen dat de voorlopige hechtenis weer komt te herleven zwaarder dan de persoonlijke belangen van verdachte, met name gelet op de ernst van het bewezenverklaarde – zoals hiervoor toegelicht – en de gevangenisstraf waartoe dit heeft geleid. Dit betekent dat de detentie van verdachte weer herleeft.

10.BESLAG

10.1
De standpunten
De officier van justitie stelt zich ten aanzien van het beslag op het volgende standpunt. De geldbedragen dienen verbeurd te worden verklaard, aangezien het niet anders kan dan dat dit geld verdiend is met het vervoeren van drugs. De verdovende middelen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. De Volkswagen Polo dient eveneens verbeurd te worden verklaard, aangezien de vriendin van verdachte op de hoogte was van zijn criminele activiteiten. Ten slotte dienen ook de notities verbeurd te worden verklaard.
De raadsman voert aan dat de geldbedragen dienen te worden teruggegeven aan de rechthebbende. Verdachte woonde namelijk niet alleen op het adres en verklaart ook over legale inkomsten. De auto dient te worden teruggegeven aan de vriendin van verdachte, aangezien het niet vaststaat dat zij wist waar [verdachte] zich mee bezig hield.
10.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • 1000 EUR (G832795);
  • 1085,7 EUR (G3428859);
  • 1 STK Personenauto Volkswagen Polo (G3428652);
  • 1 STK Notitieblok (G832796);
verbeurd verklaren. De geldbedragen zijn geheel of grotendeels uit baten van het strafbare feit verkregen. Uit het dossier blijkt dat verdachte sinds 2017 geen inkomen heeft gehad. Het kan daarom niet anders dan dat hij dit geldt door de handel in hennep heeft verkregen. Met behulp van de personenauto is het bewezen verklaarde feit begaan. Hoewel de auto op naam staat van de vriendin van verdachte, overweegt de rechtbank dat uit het dossier blijkt dat zij op de hoogte was van zijn criminele activiteiten maar verdachte desondanks heeft toegestaan dat hij bij zijn activiteiten gebruik kon maken van de Polo. Ten slotte is met behulp van de notitieblok het bewezen verklaarde feit voorbereid en begaan.
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen, te weten
  • 1 STK Verdovende Middelen (G3428627);
  • 1 STK Verdovende Middelen (G832793);
  • 1 STK Verdovende Middelen (G832794);
onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met betrekking tot deze voorwerpen is het bewezen verklaarde feit begaan.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 3 en 11 van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart hetgeen meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 24 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf
in minderingzal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1000 EUR (G832795);
  • 1085,7 EUR (G3428859);
  • 1 STK Personenauto Volkswagen Polo (G3428652);
  • 1 STK Notitieblok (G832796);
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 1 STK Verdovende Middelen (G3428627);
  • 1 STK Verdovende Middelen (G832793);
  • 1 STK Verdovende Middelen (G832794).
Dit vonnis is gewezen door mr. P.K. van Riemsdijk, voorzitter, mr. L.E. Verschoor-Bergsma en mr. J. Duinkerken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Visser, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 februari 2025.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 september 2024 tot en met 30 oktober 2024 te Den Dolder en/of Soesterberg en/of Huis ter Heide en/of Zwolle en/of Amsterdam en/of Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van (ongeveer) 400 kilogram en/of een of meer (grote) hoeveelheden, zijnde een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 31 oktober 2024, 12 november 2024 en 16 januari 2025, genummerd PL0900-2024199014, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 376 en de bijlage pagina 1 tot en met 457. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 56.
3.Pagina 57.
4.Pagina 58.
5.Pagina 59.
6.Pagina 60.
7.Pagina 64.
8.Pagina 72.
9.Pagina 73.
10.Pagina 139.
11.Pagina 14.
12.Pagina 28.
13.Pagina 106.
14.Pagina 104.
15.Pagina 103.
16.Pagina 93.
17.Pagina 184.
18.Pagina 185.
19.Pagina 222.
20.Pagina 180.
21.Pagina 6 tot en met 10 van de bijlagen van het procesdossier, inhoudende een geschrift.
22.Pagina 11 tot en met 13 van de bijlagen van het procesdossier, inhoudend een geschrift.
23.Pagina 280.