In deze zaak heeft eiseres, afkomstig uit Curaçao, beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 14 november 2023 voor aanvullende schadevergoeding bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS). De rechtbank heeft op 20 februari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep gegrond is verklaard. Eiseres had op 31 januari 2025 een verweerschrift ontvangen van de Dienst Toeslagen, maar geen van de partijen heeft verzocht om een zitting. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en overwogen dat de beslistermijn door de Dienst Toeslagen is overschreden. Eiseres had de Dienst Toeslagen op 30 december 2024 in gebreke gesteld en heeft vervolgens op 21 januari 2025 beroep ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 25 april 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is gedaan door rechter mr. B. Fijnheer en is openbaar uitgesproken op 20 februari 2025.