ECLI:NL:RBMNE:2025:6774
Rechtbank Midden-Nederland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over huurachterstand en ontruiming van bedrijfspand
In deze zaak heeft [eiser] [gedaagde] gedagvaard voor de kantonrechter in verband met een huurachterstand van het bedrijfspand dat sinds 1 februari 2025 aan [gedaagde] is verhuurd. [gedaagde] heeft de huur voor de maanden april tot en met november 2025 niet betaald, wat heeft geleid tot een vordering van [eiser] tot betaling van de huurachterstand, ontruiming van het pand en betaling van een contractuele boete. De kantonrechter heeft op 5 december 2025 vonnis gewezen in kort geding, waarbij [gedaagde] verstek is verleend omdat zij niet is verschenen op de mondelinge behandeling. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang en dat de vorderingen van [eiser] voldoende aannemelijk zijn om in een bodemprocedure toegewezen te worden. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser] grotendeels toegewezen, waaronder de betaling van € 17.600,- aan huurachterstand, een contractuele boete van € 2.400,- en € 875,- aan buitengerechtelijke incassokosten. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot ontruiming van het bedrijfspand binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van [gedaagde]. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.