ECLI:NL:RBMNE:2025:673
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in kortdurend re-integratieverlof aanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 19 februari 2025, wordt het beroep van eiser, de Minister voor Rechtsbescherming, behandeld. Eiser heeft beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor kortdurend re-integratieverlof. De rechtbank oordeelt dat zij kennelijk onbevoegd is om kennis te nemen van het beroep. Dit oordeel is gebaseerd op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die vereisen dat een betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen bij het bestuursorgaan voordat hij in beroep kan gaan. De rechtbank legt uit dat de PI waar eiser gedetineerd is, niet onder de toepasselijkheid van de Awb valt voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende maatregelen. Hierdoor is de bestuursrechter niet bevoegd om het beroep te behandelen. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en bepaalt dat het door eiser betaalde griffierecht wordt terugbetaald, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.