Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
- C/16/549786 / FA RK 22-2815 (echtscheiding c.a.)
- C/16/556364 / FA RK 23-908 (vermogensrechtelijke afwikkeling)
1.De procedure
- de brief met bijlagen van de man van 5 juli 2023;
- de brief van de man van 13 juli 2023;
- de brief van de man van 3 augustus 2023;
- het aanvullende verzoekschrift met bijlagen van de vrouw van 13 september 2023;
- het verweerschrift met bijlagen van de man van 11 oktober 2023;
- het verweerschrift met bijlagen van de vrouw van 28 december 2023;
- het verweerschrift met bijlagen van de man van 22 februari 2024;
- het verweerschrift met bijlage van de vrouw van 19 maart 2024;
- de brief met bijlagen van de vrouw van 24 oktober 2024;
- de brief met bijlagen van de man van 25 oktober 2024;
- de brief met bijlagen van de man van 28 oktober 2024;
- de pleitnota van mr. Blok, overgelegd ter zitting;
- de pleitnota van mr. Frederiks, overgelegd ter zitting.
2.Waar de procedure over gaat
- [minderjarige 1], geboren op [2015] in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2], geboren op [2018] in [geboorteplaats] .
- er (kort gezegd) een week-op-week-af regeling wordt vastgesteld, met een dag omgang met de andere ouder op de woensdag, conform het verzoek van de man;
- de afspraken zoals gemaakt ter zitting over de vakanties zullen worden vastgesteld;
- de man het exclusieve gebruik van de echtelijke woning gelegen aan [adres] in [woonplaats] , toekomt;
- de man een bedrag van € 192,- per kind per maand aan kinderalimentatie moet betalen aan de vrouw, met ingang van 1 december 2022;
- de man een bedrag van € 621,- per maand aan partneralimentatie moet betalen aan de vrouw, met ingang van 1 december 2022.
3.De beoordeling
- de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 2] bepalen bij de vrouw, en de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] bij de man;
- een zorgregeling vaststellen waarbij de kinderen de ene week bij de man verblijven en de andere week bij de vrouw, en waarbij de wissel plaatsvindt op maandag na school;
- de volgende verdeling van de vakanties en feestdagen vaststellen:
zomervakantie: de kinderen verblijven drie weken aaneengesloten bij iedere ouder, waarbij de man in de even jaren de eerste keus heeft voor welke weken, en de vrouw in de oneven jaren;
voorjaarsvakantie: in de even jaren verblijven de kinderen bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;
meivakantie: in de even jaren verblijven de kinderen de eerste week bij de vrouw en in de tweede week bij de man, en in de oneven jaren andersom;
herfstvakantie: in de even jaren verblijven de kinderen bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man;
kerstvakantie: in de even jaren verblijven de kinderen de eerste week bij de man en in de tweede week bij de vrouw, en in de oneven jaren andersom;
Pasen: in de even jaren verblijven de kinderen bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man;
Pinksteren: in de even jaren verblijven de kinderen bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;
- bepalen dat de man het paspoort van [minderjarige 2] moet afgeven aan de vrouw;
- bepalen dat de man zijn medewerking dient te verlenen aan het bijschrijven van [minderjarige 2] op de zorgverzekering van de vrouw.
- dat zij aan het eind van de week dat de kinderen bij de vrouw verblijven de man schriftelijk informeert omtrent de gezondheid, het welzijn, de schoolresultaten en andere gewichtige aangelegenheden betreffende de kinderen;
- dat zij de man raadpleegt omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de kinderen zoals medische behandelingen, schoolkeuze, deelname aan sport- en hobby-activiteiten, het beheer van hun bankrekeningen, enzovoort,
- een bedrag van € 385,- per maand aan kinderalimentatie moet betalen voor [minderjarige 1] , en een bedrag van € 172,- per maand voor [minderjarige 2] ;
- een bedrag van € 1.780,- bruto per maand aan partneralimentatie moet betalen aan de vrouw.
waarderingleidt de vrouw af dat deze zou moeten geschieden tegen een tijdstip analoog aan het tijdstip waarop deze goederen, waren zij gemeenschappelijk, verdeeld zouden worden. Naar het oordeel van de rechtbank is dit geen juiste uitleg van het vierde lid van artikel 12C. De waardering van goederen omvat meer dan alleen de peildatum. Voor die peildatum bevat het eerste lid van artikel 12C een expliciete bepaling, die ook in lijn ligt met hetgeen bij verrekeningen gebruikelijk is, namelijk de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek. Goederen die verrekend worden zijn eigendom van een van partijen en geen gezamenlijk eigendom en worden dus niet verdeeld. Dan kan ook niet worden aangesloten bij de datum van feitelijke verdeling, want die datum bestaat voor die goederen niet. Het argument van de vrouw dat sprake zou zijn van een ‘
alsofgemeenschap van goederen’ levert geen grond op voor een ander oordeel. Ten eerste blijkt uit de formulering van het finaal verrekenbeding dat geen sprake is van een ‘
alsofgemeenschap van goederen’, maar blijkt uit de bewoordingen van het finaal verrekenbeding dat partijen voor de verrekening slechts hebben willen aansluiten bij regels over de omvang van de wettelijke gemeenschap van goederen. Verder geldt ook voor finale verrekenbedingen die wel bewoordingen gebruiken die zouden kunnen duiden op een zogenoemde ‘
alsofgemeenschap van goederen’ als peildatum voor de waardering in de regel de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek. Partijen kunnen ook een andere datum afspreken, maar een datum die aansluit bij met moment van verdeling is zinledig. Zoals gezegd: er wordt niet verdeeld maar verrekend. De rechtbank zal dus voor de verrekening uitgaan van de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek, dus 19 december 2022, zowel voor de samenstelling van het te verrekenen vermogen als voor de waardering van de daartoe behorende goederen.
verdeeldte worden. De man beoogt in beginsel dat de woning aan hem wordt toegedeeld. De vrouw stemt hier mee in. Of de man de woning wil of kan overnemen stelt hij echter wel afhankelijk van de waarde waartegen dat zou moeten gebeuren. Tussen partijen bestaat hier geschil over. Omdat de woning moet worden verdeeld geldt hiervoor de hoofdregel dat moet worden uitgegaan van de waarde op het moment van verdeling. Dat moment ligt nog in de toekomst.
- [rekeningnummer] met een saldo van € 6.142,89;
- [rekeningnummer] met een saldo van € 800,07.
- [rekeningnummer] met een saldo van € 219,61;
- [rekeningnummer] met een saldo van € 6,03.
stageldvoor het jaar
2023te voldoen. Hieruit volgt dat de lening van € 15.000,- is aangewend voor consumptieve uitgaven na de peildatum van 19 december 2022, die alleen aan de man ten goede ten goede zijn gekomen. De vrouw heeft immers onbetwist gesteld dat de man na de peildatum het alleengebruik had van de stacaravan. De vrouw is na het uiteengaan van partijen niet meer op camping geweest. Om die reden acht de rechtbank het niet gerechtvaardigd deze lening in de verrekening te betrekken.
- [rekeningnummer] € 219,61
- [rekeningnummer] € 6,03
- Auto merk BMW € 60.000,-
- [rekeningnummer] € 6.142,89
- [rekeningnummer] € 800,07
- Motor Agusta € 4.000,-
- Stacaravan (met inventaris) € 23.000,-
- Rekening-courantschuld (€ 17.113,42)
- Overige schuld (€ 25.000,--)
4.De beslissing
- de kinderen verblijven de ene week bij de man en de andere week bij de vrouw, waarbij de wissel plaatsvindt op maandag na school;
- zomervakantie: de kinderen verblijven drie weken aaneengesloten bij iedere ouder, waarbij de man in de even jaren de eerste keus heeft voor welke weken, en de vrouw in de oneven jaren;
- voorjaarsvakantie: in de even jaren verblijven de kinderen bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;
- meivakantie: in de even jaren verblijven de kinderen de eerste week bij de vrouw en in de tweede week bij de man, en in de oneven jaren andersom;
- herfstvakantie: in de even jaren verblijven de kinderen bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man;
- kerstvakantie: in de even jaren verblijven de kinderen de eerste week bij de man en in de tweede week bij de vrouw, en in de oneven jaren andersom;
- Pasen: in de even jaren verblijven de kinderen bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man;
- Pinksteren: in de even jaren verblijven de kinderen bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;