Uitspraak
(de kantonrechter begrijpt: de Aanwijzing meting snelheidsoverschrijdingen),uitgevoerde correctie op de met het meetmiddel gemeten (afgelezen) snelheid.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 december 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 10 mei 2024 te Vreeland de maximumsnelheid van 60 km/u met meer dan 30 km/u heeft overschreden. De verdachte, geboren in 1996, werd betrapt door een flitspaal die de snelheid van zijn motorfiets registreerde. De officier van justitie, mr. L.A. Postma, heeft de verdachte vervolgd en de kantonrechter heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van beide partijen tijdens de zitting op 2 december 2025.
De verdachte heeft vrijspraak bepleit en voerde aan dat de flitspaal niet op de juiste plek was geplaatst, verwijzend naar de Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers. De kantonrechter oordeelde echter dat het verweer niet opging, omdat de aanwijzing ook uitzonderingen kent voor kruisingen en bijzondere omstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de flitspaal correct was geplaatst en dat de verdachte de snelheid had overschreden, wat wettig en overtuigend bewezen werd geacht.
De kantonrechter heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 399, die bij niet-betaling kan worden omgezet in 7 dagen hechtenis. De beslissing is gebaseerd op artikel 177 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals dat artikel luidde ten tijde van het bewezen verklaarde. De uitspraak is gedaan door mr. M.J. Grapperhaus, kantonrechter, in aanwezigheid van griffier D. Stuffertz.