In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 6 februari 2025, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 2 oktober 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser op 1 november 2024 verweerder in gebreke heeft gesteld. Eiser heeft vervolgens op 21 november 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder alsnog een besluit moet nemen en dit in principe binnen twee weken na verzending van de uitspraak moet doen. In bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat in deze zaak sprake is van een bijzonder geval, waarbij de wettelijke beslistermijn te kort is om een besluit te nemen. De rechtbank heeft een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak vastgesteld voor verweerder om een vooraankondiging te doen. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op terugbetaling van het betaalde griffierecht van € 51,-. De uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, rechter, in aanwezigheid van L.E. Mollerus, griffier.