In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 6 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. L. van Kasteren, had beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 30 november 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 9 december 2024 in gebreke was gesteld en eiseres op 26 december 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 3 april 2025 voor het doen van een vooraankondiging. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.