In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 6 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Dienst Toeslagen op haar aanvraag van 29 juni 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 3 september 2024 in gebreke is gesteld. Eiseres heeft vervolgens op 6 december 2024 beroep ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een termijn van twee weken na verzending van de uitspraak. In bijzondere gevallen kan de bestuursrechter een andere termijn bepalen, maar in dit geval is de wettelijke beslistermijn te kort om een besluit te nemen. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.