ECLI:NL:RBMNE:2025:6601

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 november 2025
Publicatiedatum
11 december 2025
Zaaknummer
UTR 25/4474
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzingsbeslissing inzake toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs

In deze zaak heeft eiseres, Vereniging samenwerkingsverband De Eem, beroep ingesteld tegen een besluit van 4 juli 2025. Dit besluit betreft de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs voor haar zoon, welke door het samenwerkingsverband in stand is gelaten. De rechtbank Midden-Nederland heeft de zaak in behandeling genomen, maar kwam tot de conclusie dat er een belangenconflict was. Een van de gerechtsjuristen die betrokken was bij de zaak, is namelijk familie van de directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband. Dit leidde tot de overweging dat de behandeling van de zaak door een andere rechtbank gewenst was.

Op basis van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) heeft de rechtbank besloten de zaak ter verdere behandeling door te verwijzen naar de rechtbank Gelderland. Deze beslissing is genomen om de objectiviteit en onpartijdigheid van de rechtsgang te waarborgen. De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Vollebregt-Kuipers, rechter, in aanwezigheid van mr. M.E.C. Bakker, griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 november 2025. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen. Het is belangrijk op te merken dat tegen deze tussenbeslissing geen beroep kan worden ingesteld voordat er hoger beroep is aangetekend tegen de einduitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/4474
Beslissing op grond van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) in de zaak tussen:

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. D.M.N. Metry),
en

Vereniging samenwerkingsverband De Eem, het samenwerkingsverband,

(gemachtigde: mr. C.F.J. Haket -Adriaansen).

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 4 juli 2025, waarin het samenwerkingsverband de afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs voor haar zoon, in stand heeft gelaten.

Overweging

Artikel 46b van de Wet RO bepaalt dat de rechtbank een zaak ter verdere behandeling kan verwijzen naar een andere rechtbank, als naar haar oordeel door betrokkenheid van de rechtbank behandeling van die zaak door een andere rechtbank gewenst is.
De rechtbank overweegt dat één van haar gerechtsjuristen, werkzaam binnen de afdeling bestuursrecht waar deze zaak aanhangig is, familie is van de directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband. Daarom is de rechtbank van oordeel dat behandeling van de zaak door een andere rechtbank gewenst is.
Er is daarom aanleiding als volgt te beslissen.

Beslissing

De rechtbank verwijst de zaak ter verdere behandeling naar de rechtbank Gelderland.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Vollebregt-Kuipers, rechter, in aanwezigheid van mr. M.E.C. Bakker, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 10 november 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Tegen deze tussenbeslissing kan niet eerder beroep worden ingesteld, dan tegelijk met het hoger beroep tegen de einduitspraak.

Afschrift verzonden op: