Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Zitting
- de verdachte;
- de officier van justitie: mr. G.A. Hoppenbrouwers;
- de advocaat van de verdachte: mr. Y. Finani.
2.Tenlastelegging
3.Bewijs
in Nederlandzijn gepleegd.
- veelvuldig ongewenst te bezoeken op diens huisadres, en
- veelvuldig via verschillende applicaties berichten te sturen, en
- veelvuldig te bellen,
met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te dulden;
- die [slachtoffer] veelvuldig te bellen,
- die [slachtoffer] meermalen berichten te sturen via social media, WhatsApp en sms,
met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te dulden;
4.Kwalificatie en strafbaarheid
5.Straf en/of maatregel
6.Vordering benadeelde partij
7.Toegepaste wetsartikelen
11. De beslissing
een gevangenisstraf van 1 (één) maand;
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
een taakstraf van 100 (honderd) uren;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 79,99, bestaande uit een vergoeding voor materiële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2025 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 79,99 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2025 tot de dag van volledige betaling, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat de verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
voorlopige hechtenis
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] ,
door die [slachtoffer] :
- veelvuldig, althans eenmaal, ongewenst te bezoeken op diens huisadres, en/of
- veelvuldig, althans eenmaal, via (verschillende) applicaties berichten te sturen, en/of
- veelvuldig te bellen,
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
hij in of omstreeks de periode van 09-12-2024 t/m 20-01-2025 te Laren, althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] ,
door
- die [slachtoffer] veelvuldig, althans meermalen, te bellen,
- die [slachtoffer] meermalen berichten te sturen via social media en/of WhatsApp en/of sms,
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
hij in of omstreeks de periode van 09-12-2024 t/m 20-01-2025 te Laren, althans in Nederland,
meermaalen opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 1 december 2024, gegeven door de officier van justitie te arrondissement Midden-Nederland,
kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich moet onthouden van contact met [slachtoffer] ,
door direct/indirect meermaals telefonisch contact met die [slachtoffer] op te nemen en/of meermaals berichten te sturen naar die [slachtoffer] .