5.12.De kantonrechter komt tot het volgende oordeel. Hierna worden alleen de weken besproken waarover [verzoekster] aangeeft te weinig te zijn ingeroosterd. [verzoekster] heeft op basis hiervan vervolgens berekend wat in een periode van 4 weken te weinig is uitbetaald, de kantonrechter zal dit dan ook aanhouden.
-
Periode 19 juni 2023 – 16 juli 2023
Volgens [verzoekster] is zij in die periode 6,5 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] had 136,25 uren uit moeten betalen, maar [verweerster] heeft 131,25 uren uitbetaald. Derhalve 5 uren tekort.
[verweerster] betwist niet dat zij [verzoekster] in de week van 19 juni 2023 1 uur en in de week van 10 juli 2024 5,5 uur te weinig heeft ingepland. [verzoekster] heeft in die weken of een zaterdag of een zondag als beschikbaar doorgegeven. Het verweer van [verweerster] dat over de totale periode 129,75 uur is gewerkt gaat, zoals hiervoor al is overwogen, niet op.
Dit betekent dat ervan uit moet worden gegaan dat [verweerster] [verzoekster] 6,5 uur te weinig heeft ingeroosterd en dat er inderdaad 5 uur te weinig is uitbetaald.
-
Periode 17 juli 2023 – 13 augustus 2023
Volgens [verzoekster] is zij in die periode 10 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] had 123,50 uur uit moeten betalen, maar [verweerster] heeft 118,5 uur uitbetaald. Derhalve 5 uur tekort.
In de week van 17 juli 2023 is [verzoekster] 6,5 uur te weinig ingeroosterd. Volgens eigen opgave was [verzoekster] in die week zowel niet op zaterdag als niet op zondag beschikbaar. Deze uren komen dan ook niet voor rekening van [verweerster] .
In de week van 31 juli 2023 is [verzoekster] 3,5 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] erkent dit. Volgens [verweerster] is zij de week erna wel voor 1,5 uur extra ingeroosterd, maar daarvoor geldt hetzelfde als hiervoor. Dit betekent dat [verzoekster] geen 10 uur, maar 3,5 uur te weinig is ingeroosterd. [verweerster] had 117 uur (123,5 – 6,5) moeten uitbetalen, maar heeft 118,5 uur uitbetaald.
Over die periode heeft [verweerster] dan ook niet te weinig betaald aan [verzoekster] .
-
Periode 14 augustus 2023 – 10 september 2023
Volgens [verzoekster] is zij in die periode 23,75 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] had 128 uur uit moeten betalen, maar [verweerster] heeft 109 uur uitbetaald. Derhalve 19 uur tekort.
In de week van 14 augustus 2023 is [verzoekster] 9 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] was [verzoekster] toen ziek en wordt er standaard een wachtdag ingehouden. [verzoekster] erkent dat zij zich op 14 augustus 2023 ziek heeft gemeld en dat er conform de Cao een wachtdag kan worden toegepast. Het wegschrijven van de uren vanwege ziekte door [verweerster] is volgens [verzoekster] te kort door de bocht nu [verweerster] niet stelt dat [verzoekster] ook daadwerkelijk 9 uur was ingeroosterd en het onaannemelijk is dat [verzoekster] voor 9 uur zou zijn ingeroosterd geweest. Van [verzoekster] had echter verwacht mogen worden dat zij had aangegeven welke dagen en uren zij in die week was ingeroosterd, en waar dan de ziekmelding op zou zien. Nu zij dat niet heeft gedaan moet ervan uit worden gegaan dat zij op 14 augustus 2023 9 uur ingeroosterd is geweest en dat deze dag heeft te gelden als wachtdag.
In de week van 21 augustus 2023 is [verzoekster] 3,25 uur te weinig ingeroosterd. Volgens eigen opgave was [verzoekster] in die week zowel niet op zaterdag als niet op zondag beschikbaar. Deze uren komen dan ook niet voor rekening van [verweerster] .
In de week van 28 augustus 2023 is [verzoekster] 3,75 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] betwist dit niet maar geeft aan dat [verzoekster] de zondag niet beschikbaar was. Daarvoor geldt hetzelfde als hiervoor.
In de week van 4 september 2023 is [verzoekster] 7,75 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] betwist dit niet, maar geeft aan dat [verzoekster] zich een dag heeft ziek gemeld. Bij een ziekmelding binnen vier weken na een eerdere werkhervatting mag geen nieuwe wachtdag worden toegepast. Voor die week is dan ook sprake van een tekort van 7,75 uur.
Vorenstaande betekent dat [verzoekster] geen 23,75 uur, maar 11,5 uur te weinig is ingeroosterd. [verweerster] had 115,75 uur (128 – 12,5) moeten uitbetalen, maar heeft 109 uur uitbetaald. Over die periode heeft [verweerster] 6,75 uur te weinig uitbetaald.
-
Periode 11 september 2023 – 8 oktober 2023
Volgens [verzoekster] is zij in die periode 23 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] had 128 uur uit moeten betalen, maar [verweerster] heeft 119 uur uitbetaald. Derhalve 9 uur tekort.
In de week van 11 september 2023 is [verzoekster] 11 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] erkent dat er die week 3 uur te weinig arbeid is aangeboden. De overige 8 uur komt volgens [verweerster] omdat [verzoekster] de zaterdag vrij heeft gevraagd. [verzoekster] heeft zaterdag als niet beschikbaar opgegeven, zondag was zij wel beschikbaar. [verweerster] ziet dit als vrij vragen, maar dit verweer gaat, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen niet op.
In de week van 18 september 2023 is [verzoekster] 3 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] komt dit omdat [verzoekster] een collega tweemaal heeft gevraagd een dienst over te nemen. [verzoekster] erkent dit. Deze uren komen dan ook niet voor rekening van [verweerster] .
In de week van 25 september 2023 is [verzoekster] 3,5 uur te weinig ingeroosterd en in de week van 2 oktober 2023 is [verzoekster] 5,5 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] erkent dat zij [verzoekster] in die twee weken in totaal 9 uur te weinig heeft ingeroosterd.
Vorenstaande betekent dat [verzoekster] geen 23 uur, maar 20 uur te weinig is ingeroosterd. [verweerster] had 125 uur (128 – 3) moeten uitbetalen, maar heeft 119 uur uitbetaald. Over die periode heeft [verweerster] 6 uur te weinig uitbetaald.
-
Periode 9 oktober 2023 – 5 november 2023
Volgens [verzoekster] is zij in die periode 16,75 uur te kort ingeroosterd. [verweerster] had 118,5 uur uit moeten betalen, maar [verweerster] heeft 110 uur uitbetaald. Derhalve 8,5 uur te weinig.
In de week van 9 oktober 2023 is [verzoekster] 7,75 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] erkent dat er die week 7,75 uur te weinig arbeid is aangeboden.
In de week van 23 oktober 2023 is [verzoekster] 8,75 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] komt dit omdat [verzoekster] de zaterdag niet beschikbaar was. [verzoekster] heeft zaterdag als niet beschikbaar opgegeven, zondag was zij wel beschikbaar, zodat het verweer van [verweerster] , gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, niet op gaat.
In de week van 30 oktober 2023 is [verzoekster] 0,25 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] komt dit omdat [verzoekster] op de maandag 0,25 uur eerder naar huis is gegaan. [verzoekster] erkent dit. Deze uren komen dan ook niet voor rekening van [verweerster] .
Vorenstaande betekent dat [verzoekster] geen 16,75 uur, maar 16,5 uur te weinig is ingeroosterd. [verweerster] had 118,25 uur (118,5 – 0,25) moeten uitbetalen, maar heeft 110 uur uitbetaald. Over die periode heeft [verweerster] 8,25 uur te kort uitbetaald.
-
Periode 6 november 2023 – 3 december 2023
Volgens [verzoekster] is zij in die periode 15,75 uur te kort ingeroosterd. [verweerster] had 107,5 uur uit moeten betalen, maar [verweerster] heeft 100 uren uitbetaald. Derhalve 7,5 uur tekort.
In de week van 13 november 2023 is [verzoekster] 2,75 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] komt dit omdat zij zaterdags niet beschikbaar was. Dit verweer gaat niet op.
In de week van 20 november 2023 is [verzoekster] 6,25 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] heeft [verzoekster] in die week zelf vervanging geregeld voor de zaterdag. [verzoekster] erkent dit. Deze uren komen dan ook niet voor rekening van [verweerster] .
In de week van 27 november 2023 is [verzoekster] 6,75 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] komt dit omdat [verzoekster] de zaterdag vrij heeft gevraagd. [verzoekster] heeft zaterdag als niet beschikbaar opgegeven, zondags was zij wel beschikbaar. [verweerster] ziet dit als vrij vragen, maar dat gaat, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen niet op.
Vorenstaande betekent dat [verzoekster] geen 15,75 uur, maar 9,5 uur te weinig is ingeroosterd. [verweerster] had 101,25 uur (107,5 – 6,25) moeten uitbetalen, maar heeft 100 uur uitbetaald. Over die periode heeft [verweerster] 1,25 uur te weinig betaald.
-
Periode 4 december 2023 – 31 december 2023
Volgens [verzoekster] is zij in die periode 29 uur te kort ingeroosterd. [verweerster] had 128 uur uit moeten betalen, maar [verweerster] heeft 105,25 uur uitbetaald. Derhalve 22,75 uur te weinig.
In de week van 4 december 2023 is [verzoekster] 10,5 uur te weinig ingeroosterd. In de week van 11 december 2023 is [verzoekster] 5,5 uur te weinig ingeroosterd. In de week van 18 december 2023 is [verzoekster] 3 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] komt dit omdat [verzoekster] of de zaterdag of de zondag niet beschikbaar was. Dit verweer gaat niet op.
In de week van 25 december 2023 is [verzoekster] 10 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] was zij in die week alleen overdag beschikbaar. Dit wordt door [verzoekster] betwist. Uit het overzicht van [verzoekster] blijkt dat zij alleen de zondag overdag beschikbaar was. De andere dagen, waaronder ook de zaterdag wel volledig. Dit verweer van [verweerster] gaat als onvoldoende onderbouwd dan ook niet op.
Vorenstaande betekent dat [verweerster] [verzoekster] inderdaad 22,75 uur te weinig heeft betaald.
-
Periode 1 januari 2024 – 28 januari 2024 2023
Volgens [verzoekster] is zij in die periode 15,75 uur te kort ingeroosterd. [verweerster] had 131,50 uur uit moeten betalen, maar [verweerster] heeft 113,25 uur uitbetaald. Derhalve 18,25 uur te weinig.
In de week van 1 januari 2024 is [verzoekster] 14,5 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verzoekster] heeft zij zich in die week ziekgemeld. [verzoekster] was in die week niet beschikbaar op zaterdag en/of zondag en heeft zich daarnaast ziekgemeld zodat er sprake is van een wachtdag. Deze uren komen dan ook niet voor rekening van [verweerster] .
In de week van 22 januari 2024 is [verzoekster] 1,25 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] is zij op de maandag eerder weggegaan. [verzoekster] betwist dat dit op haar initiatief is geweest. [verweerster] had haar verweer op dat punt nader moeten onderbouwen. Nu [verweerster] dat niet heeft gedaan, wordt voorbijgaan aan dit verweer van [verweerster] .
Vorenstaande betekent dat [verzoekster] geen 15,75 uur, maar 3,75 uur te weinig is ingeroosterd. [verweerster] had 117 uur (131,50 – 14,50) moeten uitbetalen, maar heeft 113,25 uur uitbetaald. Over die periode heeft [verweerster] 3,75 uur te weinig uitbetaald.
-
Periode 29 januari 2024 – 25 februari 2024
Volgens [verzoekster] is zij in die periode 34,75 uur te weinig ingeroosterd. [verweerster] had 128 uur uitmoeten betalen, maar [verweerster] heeft 92 uur uitbetaald. Derhalve 36 uren tekort.
In de week van 29 januari 2024 is [verzoekster] 15,75 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] was [verzoekster] op zaterdag niet beschikbaar en was zij op zondag ziek. Voor wat betreft het een dag in het weekend niet beschikbaar zijn, is hiervoor al geoordeeld dat dit geen reden kan zijn en met een wachtdag vanwege ziekte heeft [verweerster] al op 5 januari 2024 rekening gehouden. Dit is binnen vier weken na de ziekmelding. Het verweer van [verweerster] gaat dan ook niet op.
In de week van 5 februari 2024 is [verzoekster] 2,75 uur te weinig ingeroosterd. In de week van 12 februari 2025 is [verzoekster] 10 uur te weinig ingeroosterd. In de week van 19 februari 2024 is [verzoekster] 6,25 uur te weinig ingeroosterd. Volgens [verweerster] komt dit omdat [verzoekster] of de zaterdag of de zondag niet beschikbaar was. Dit verweer gaat, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, niet op. [verweerster] erkent overigens in de week van 29 januari 2024 2,75 uur te weinig arbeid te hebben aangeboden.
Vorenstaande betekent dat [verzoekster] inderdaad 34,75 uur te weinig is ingeroosterd en 36 uur te weinig uitbetaald.