ECLI:NL:RBMNE:2025:6350

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 november 2025
Publicatiedatum
26 november 2025
Zaaknummer
16.060573.25
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zes jaar gevangenisstraf voor docent wegens seks met minderjarige leerlinge en vervaardigen van kinderporno

Op 26 november 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een 26-jarige docent, die werd beschuldigd van seksueel misbruik van een toen 13/14-jarige leerlinge. De feiten vonden plaats tussen 6 februari 2023 en 30 juni 2024 in Almere. De verdachte heeft gedurende 1,5 jaar seksuele relaties onderhouden met het slachtoffer, waarbij hij haar heeft aangemoedigd om seksuele handelingen te verrichten en deze te filmen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ook beelden van deze handelingen heeft vervaardigd en in bezit had, wat als kinderporno wordt gekwalificeerd. De verdachte heeft bekend dat hij de seksuele handelingen met het slachtoffer heeft gepleegd en dat hij beelden van hen beiden heeft gemaakt en opgeslagen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, een beroepsverbod van drie jaar en een schadevergoeding van € 32.750,- aan het slachtoffer. Daarnaast is er een contact- en locatieverbod opgelegd, en is de verdachte verplicht om zich niet in de nabijheid van het slachtoffer te bevinden. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van het slachtoffer zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats: Lelystad
Parketnummer: 16.060573.25
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudig kamer van 26 november 2025 in de strafzaak van:
[verdachte],
geboren op [2000] in [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
hierna: de verdachte.

1.Zitting

De strafzaak van de verdachte is inhoudelijk behandeld op de openbare zitting van 12 november 2025.
Op de zitting waren aanwezig:
  • de verdachte;
  • de officier van justitie: mr. A. Drogt;
  • de advocaten van de verdachte: mr. M.M.J. Nuijten en (voor de vordering van de benadeelde partij) mr. P.A. Dijkstra;
  • het slachtoffer tevens de benadeelde partij: [slachtoffer] ;
  • de advocaat van de benadeelde partij: mr. M. Rotgans.

2.Tenlastelegging

De officier van justitie beschuldigt de verdachte ervan dat hij, samengevat:
feit 1
in de periode van 6 februari 2023 tot en met 30 juni 2024 in Almere, bij [slachtoffer] seksueel is binnengedrongen, terwijl zij de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt;
feit 2
in de periode van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2025 in Almere, [slachtoffer] heeft verkracht, terwijl zij de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, terwijl die [slachtoffer] door opleiding aan verdachte was toevertrouwd;
feit 3
in de periode van 1 januari 2023 tot en met 19 januari 2025 in Almere een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben en/of zich de toegang verschaffen tot kinderporno.
De volledige tekst van de beschuldiging staat in bijlage I bij dit vonnis.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat kan worden bewezen dat de verdachte de feiten 1 tot en met 3 heeft gepleegd.
De standpunten van de officier van justitie worden – voor zover van belang voor de beoordeling – besproken in paragraaf 3.3.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De advocaat van de verdachte voert geen verweer over het bewijs met betrekking tot de feiten 1 en 2.
De advocaat van de verdachte verzoekt de rechtbank om de verdachte (gedeeltelijk) vrij te spreken van feit 3.
De advocaat van de verdachte voert verschillende verweren over het bewijs voor feit 3. Deze worden - voor zover van belang voor de beoordeling - hierna besproken onder paragraaf 3.3.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Bewijsmiddelen feiten 1, 2 en 3 [1]
Feiten 1 en 2
De verdachte bekent dat hij de feiten 1 en 2, namelijk – kort gezegd – het seksueel binnendringen en de verkrachting van de minderjarige [slachtoffer] , terwijl hij haar leraar was, heeft gepleegd, zoals deze hieronder bewezen zijn verklaard. Namens hem is ook niet om vrijspraak van die feiten gevraagd. In die situatie hoeft de rechtbank niet de inhoud van de bewijsmiddelen op te schrijven. De rechtbank noemt daarom alleen de bewijsmiddelen waarop zij haar oordeel baseert:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 november 2025;
  • het proces-verbaal van bevindingen van 6 februari 2025 inhoudende het eerste verhoor van [slachtoffer] op 18 januari 2025;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] van 20 februari 2025 inhoudende het tweede verhoor van [slachtoffer] op 7 februari 2025. [3]
Feit 3
De rechtbank oordeelt dat feit 3 ook is bewezen. De rechtbank baseert dit oordeel op de volgende bewijsmiddelen:
1) Op 24 februari 2025 is een proces-verbaal van bevinden opgemaakt en daarin is gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op januari 2025 werd onder [verdachte] zijn telefoon (Apple iPhone 13) in beslag genomen.
Ik zag op de inbeslaggenomen telefoon dat er foto’s opgeslagen waren met een kinderpornografisch karakter.
Ik zag dat op 62 van deze foto’s het gezicht van [slachtoffer] zichtbaar en herkenbaar was.
Ik zag dat [slachtoffer] op deze foto’s naakt is, seksuele handelingen verricht zoals pijpen van een man, zichzelf vingeren, bij zichzelf een dildo vaginaal inbrengen of het pijpen van een dildo.
Ik zag op de inbeslaggenomen telefoon van [verdachte] dat 169 video opnamen opgeslagen zijn met een kinderpornografisch karakter.
Ik zag dat op 86 filmpjes, [slachtoffer] herkenbaar in beeld was. Ik zag dat [slachtoffer] zichzelf aan het bevredigen was, met hand, een satisfier, verschillende dildo’s.
Ik zag dat [slachtoffer] op diverse filmpjes dildo’s pijpte. Al deze filmpjes zijn opgeslagen op de bij [verdachte] inbeslaggenomen telefoon.
Ik zag een video welke overeenkomt met het filmpje dat is verspreid in Snapchat tijdens de skivakantie onder schoolgenoten van [slachtoffer] . Ik zag dat de video start met [slachtoffer] die naakt op een man zit, zijn penis vastpakt en hem gaat pijpen. Ik zag dat dit filmpje niet was bijgesneden, zoals het verzonden filmpje.
Op de video, zag ik een arm van een man met daarop tatoeages.
Ik zag 4 video’s waarbij een meisje werd gefilmd. Aan de haarstijl, haarkleur, moedervlekken en bouw van het lichaam herken ik het meisje als [slachtoffer] . Ze werd op een bed van achterlangs vaginaal gepenetreerd door een man. Ik zag dat de man, haar penetreerde met zijn penis met gebruik van een condoom. Op een van de video s zijn de handen van het meisje op de rug vastgebonden met een grijze broeksriem.
Ik zag een filmpje waarop [verdachte] herkenbaar is gefilmd terwijl hij een meisje doggystyle beft. Van het meisje is het gezicht niet zichtbaar, de lichaamsbouw komt overeen met [slachtoffer] .
Ik zag een filmpje waarop [slachtoffer] een man aan het pijpen is.
Ik zag een filmpje in een auto. Ik zag [slachtoffer] zitten op de penis van een man en dat zij wordt gepenetreerd in haar vagina door de penis van de man. Na 7 seconden komt [slachtoffer] herkenbaar in beeld, na 22 seconden komt [verdachte] herkenbaar in beeld. [4]
2) Op 15 april 20025 is een proces-verbaal ‘Beschrijving kinderpornografisch materiaal (240b/252 Sr)’ met bijlagen opgemaakt en daarin is gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Vervolgens heb ik vastgesteld dat in de overgedragen bestanden in totaal 802 visuele weergaven voorkwamen die volgens de criteria kinderpornografisch zijn. Het betreft hier 657 foto’s en 145 video’s.
De voorwerpen met onderstaande beslagcodes zijn onderzocht en daarop is strafbaar materiaal aangetroffen:
Over de aangetroffen totale kinderpornografische visuele weergaven (802) merk ik het volgende op:
• De kinderpornografische visuele weergaven betreffen zowel foto’s als video's.
• Van de 802 kinderpornografische visuele weergaven zijn er 14 van twee verschillende jongetjes en 788 van slachtoffer [slachtoffer]
• Op de kinderpornografische visuele weergaven zijn diverse handelingen te zien, waaronder penetratie, ontuchtige handelingen, poserende minderjarigen, overige seksuele gedragingen en virtueel/digitaal gemanipuleerd.
De 788 kinderpornografische visuele weergaven van slachtoffer [slachtoffer] betreffen:
• 450 unieke visuele weergaven en 338 kopieën.
• Penetratie oraal, vaginaal en anaal met penis of mond door verdachte [verdachte] en met vinger/hand of voorwerp door slachtoffer [slachtoffer] zelf
• Ontuchtige handelingen, betasten/aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten met vinger/hand door slachtoffer [slachtoffer] zelf
• Poseren, geheel en gedeeltelijk naakt en uitsnede afbeelding.
• geweld, middels vastbinden handen en virtueel/digitaal gemanipuleerd.
Penetratie slachtoffer [slachtoffer]
Op meerdere visuele weergaven is te zien dat [slachtoffer] een volwassen man pijpt. Op sommige visuele weergaven is hierbij een tatoeage zichtbaar die overeenkomt met die van verdachte [verdachte] .
Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: Foto's 01 en 02
Ontuchtige handelingen jongetjes
De 14 kinderpornografische visuele weergaven van twee verschillende jongetjes betreffen:
- een gif-bestand, met 6 kopieën, van een volledig naakte jongen, met een geschatte leeftijd tussen 4 en 6 jaar, met een lolly. Een man die voor hem zit, tikt met zijn wijsvinger tegen de penis van het jongetje aan.
- een foto, met 6 kopieën, van een naakte jongen met een geschatte leeftijd tussen 10 en 14 jaar die zijn beide handen om zijn rechterborst houdt. Het is mij bekend uit een eerder kinderpornografisch onderzoek dat dit een jongen uit Nederland betreft.
Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: Foto's 07 en 12.
Ontuchtige handelingen slachtoffer [slachtoffer]
Op een paar visuele weergaven is te zien dat verdachte [verdachte] de vagina/billen van vermoedelijk slachtoffer [slachtoffer] likt. Het is aannemelijk dat dit slachtoffer [slachtoffer] betreft door de kleding die zij op andere afbeeldingen ook draagt, door de datum waarop deze visuele weergaven daadwerkelijk zijn gemaakt en door de GPS-
locatie.
Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: Foto's 08 en 09
Op meerdere visuele weergaven is te zien dat slachtoffer [slachtoffer] zichzelf met haar handen betast bij haar vagina, billen en borsten.
Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: Foto’s 10 t/m 13
Poseren slachtoffer [slachtoffer]
Op meerdere visuele weergaven is slachtoffer [slachtoffer] te zien met verschillende soorten poseren zoals geheel en gedeeltelijk naakt, inzoomen en camerastandpunt
Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: Foto’s 14 t/m 18
Virtueel/digitaal gemanipuleerd slachtoffer [slachtoffer]
Meerdere visuele weergaven van slachtoffer [slachtoffer] zijn virtueel/digitaal gemanipuleerd. Zo zijn er visuele weergaven van slachtoffer [slachtoffer] die volledig gekleed is, die kennelijk zijn veranderd in naakte versies. Het hoofd van [slachtoffer] blijft hetzelfde, terwijl het lichaam van een mogelijk ander persoon daaronder zichtbaar is. Te zien is onder andere dat de arm/hand niet klopt.
Het is hierdoor aannemelijk dat deze afbeeldingen zelf zijn vervaardigd.
Voorbeelden hiervan zijn opgenomen in bijlage III: Foto’s 21, 22, 23, 25 en 26
De aanmaakdata bij kinderpornografische visuele weergaven van slachtoffer [slachtoffer] zijn vanaf 16/07/2023 tot en met 17/01/2025 18:45 uur.
Slachtoffer [slachtoffer] was toen 13 -15 jaar. [5]
3) Op 21 januari 2025 heeft [getuige 1] bij de politie een verklaring als getuige afgelegd, zakelijk weergegeven:
Later wilde zij
(de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] )mij koppelen aan een jongen [valse naam verdachte] . Hij zou 17 zijn, ik had contact met hem op Snap.
12 januari 2025
Die [valse naam verdachte] appte mij dat ik tegen [slachtoffer] moest zeggen dat ik het account kon overkopen. Hij zie dat hij de inlog kon geven zodat zij het zelf kon verwijderen. Toen zei hij tegen mij er zijn vast pedo’s die ervoor willen betalen. Vervolgens zei hij tegen mij dat hij het account gehackt had.
Ongeveer twee dagen later had ik weer contact met die [valse naam verdachte] , ik vroeg hem hoe hij eruit zag want ik had hem nog nooit gezien. Hij gaf zijn Insta, dat is het account: [Instagramnaam verdachte] . Ik zag zijn foto’s, daar zag ik dat het de foto’s waren van de docent van [slachtoffer] . In dit gesprek verteld hij ook dat [slachtoffer] en hij een relatie hadden en dat ze ook seks met elkaar hadden.
Ik heb ook een filmpje gezien hiervan. Iemand op school had dit filmpje op Snap. Het ging om een foto en een filmpje. Ik zag een foto van een man en [slachtoffer] . Ik zag dat zij hem aan het pijpen was. Ik zag dat zij op hem zat. Het filmpje is hetzelfde maar dan met beweging. Ik herkende [slachtoffer] . [6]
4) Op 21 januari 2025 heeft [getuige 2] bij de politie een verklaring als getuige afgelegd, zakelijk weergegeven:
De filmpjes werden verstuurd via snapchat, naar mijn telefoon. Ik had gezien op de filmpjes dat [slachtoffer] iemand aan het pijpen was. Ik kon niet zien wie de man was. En ik heb foto’s gezien van haar blote bovenlichaam. Ik zag een filmpje dat [slachtoffer] in de badkamer was en een dildo in haar vagina deed.
V: Hoe ben jij aan de filmpjes en foto’s gekomen?
A: Dit was van een nepaccount van snapchat met de naam [Snapschataccount naam] . Degene stelt mij vragen over [slachtoffer] en [naam] . Hij wilde weten wat [slachtoffer] aan het doen was en wilde weten of [naam] interesse in [slachtoffer] had. Vervolgens stuurde hij mij 5 berichten waarvan 2 foto’s en 3 filmpjes. Hij zei: “kijk dit is wat zij is. Laat zien aan [naam] .” Een kwartier later, nadat ik had gezegd “ik laat niets aan [naam] zien”, zei hij: “ik heb het al laten zien aan [naam] .” Ik denk dat minimaal 20 mensen de berichten hebben gezien. [7]
5) Op 7 februari 2025 heeft [slachtoffer] bij de politie een verklaring als getuige afgelegd, zakelijk weergegeven:
V: ja, Maar eerst had je dus die dikke dildo gekregen.
A: Eh, ja, nou, als het dan zo’n avond was, dat ik het dan moest gebruiken, dan moest ik mezelf daarmee filmen, en dat naar hem toesturen.
V: Hoe vaak, heb jij op deze manier die dikke dildo gebruikt.
A: vaak.
V: Wat zien ze dan op die filmpjes.
A: Eh, ja, sommige filmpjes zie je m’n gezicht, sommige filmpjes niet. En eigenlijk gewoon ja, dat het in me gaat, dat eigenlijk.
V: ja, ja, Zijn al die handelingen, zeg maar, die je daarmee gedaan hebt, filmpjes van gemaakt?
A: ja.
V: En die heb je naar hem toegestuurd.
A: ja.
V: Wat deed hij met die filmpjes.
A: Sommige ging die opslaan in foto’s.
V: En je zegt eigenlijk, na dit, een paar dagen daarna, heeft ie je een soort van gepusht, om het uiteindelijk wel te doen bij jezelf, het vingeren, en dat dus ook te filmen.
A: ja.
V: En dat filmen is dat dan live geweest, of ook met sturen?
A: Het begon live, en daarna gewoon met sturen ja.
V: Hoeveel, als we het echt sec hebben over seksuele en seksfilmpjes, bij elkaar, zijn er?
A: Het zijn er wel heel erg veel, misschien wel boven de honderd.
V: Wie maakte deze filmpjes.
A: Nou als het echt seks was, eigenlijk alleen hij, en dan, of op zijn telefoon, of op mijn telefoon.
V: Want je zegt wel hè net, dat jij jezelf ook gevingerd hebt, en dat je dat dan ook ging sturen.
A: ja.
V: Dus er zijn wel, zeg maar, ook filmpjes geweest, die jij zelf gemaakt hebt, en ook wel naar hem hebt gestuurd.
A: ja.
V: Is er een filmpje bij, waarvan jij zegt, nou die, als ik daaraan terugdenk, nee hu!
A: Nou, het filmpje, dat ik vastgebonden ben, met m’n handen op m’n rug, en dat hij dan seks met me heeft, dat is gewoon een heel vervelende ervaring.
V: Wie is [naam] ?
A: [naam] , is een jongen bij mij op school. En ik vond hem gewoon echt een hele leuke jongen. En ik wist ook van hem, dat hij mij ook wel leuk vond. Dus wat ik had meegekregen met dat filmpje, wat verspreid was, wat ik zelf denk, is dat [verdachte] heel erg jaloers was geworden, omdat ik contact had met [naam] . En dat ie daar op de één of andere manier is achter gekomen. [8]
6) Verdachte heeft tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 12 november 2025 het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
De beschuldiging van seksueel contact en het materiaal dat ik in mijn bezit had, klopt. Ik heb de seks met [slachtoffer] ook gefilmd. Wij hebben onderling beelden naar elkaar gestuurd. Dit werd automatisch opgeslagen. Het beeldmateriaal dat op mijn telefoon is aangetroffen is van [slachtoffer] en mij. Ik had een iPhone 13 en een iPhone XR in gebruik.
Wij hebben een tijdje een gezamenlijk snapchataccount gehad. De naam van dat account was [valse naam verdachte] .
Niet veel mensen wisten dat [slachtoffer] en ik een relatie hadden, eigenlijk alleen [slachtoffer] en ik. [9]
Er zijn meerdere feiten bewezen verklaard. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarover deze gaan.
3.3.3.
Bewijsoverwegingen
Feit 3
De verdachte heeft bekend dat hij meerdere foto’s en video’s met seksuele gedragingen van hemzelf met het slachtoffer, dan wel van het slachtoffer alleen heeft gemaakt en in zijn bezit heeft gehad, en dat hij dergelijke foto’s en video’s van het slachtoffer door haar toegestuurd heeft gekregen.
De advocaat heeft gevraagd om de verdachte partieel vrij te spreken van de overige verweten handelingen zoals het openlijk tentoonstellen en het verspreiden van de afbeeldingen en video’s. Objectief bewijs dat verdachte beelden heeft verspreid zou ontbreken. Verdachte zou ook geen belang hebben bij het verspreiden van de beelden, omdat deze ook nadelige gevolgen voor hem konden hebben.
De rechtbank ziet geen bewijs voor het openlijk (dat wil zeggen: voor iedereen zichtbaar) tentoonstellen en zal de verdachte daarvan vrijspreken. Anders dan de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank wel van oordeel dat de verdachte beelden heeft verspreid, en overweegt hiertoe het volgende.
Alternatief scenario
Kort nadat het slachtoffer de relatie met de verdachte had verbroken, liet hij weten dat hij gehackt was. Het alternatieve scenario van de verdachte, inhoudende dat de onbekend gebleven ‘hacker’ de beelden moet hebben verspreid in plaats van hijzelf, vindt verder nergens een begin van steun in het dossier. Het had – gezien de stukken in het dossier – op de weg van de verdachte gelegen om het verweer nader in te kleden, bijvoorbeeld door het (doen) overleggen van de berichten waaruit hem zou zijn gebleken dat hij gehackt was. Verder wil de verdachte de naam niet noemen van de vriend die hem zou helpen met het oplossen van de hack. Ook hierdoor is het niet mogelijk geweest voor de politie om nader onderzoek te doen naar dit alternatieve scenario.
Verspreiden
Aan de stukken die zich wel in het dossier bevinden, ontleent de rechtbank de overtuiging dat het de verdachte is geweest die de visuele weergaven van seksuele aard met de minderjarige [slachtoffer] heeft verspreid. De rechtbank leidt dit af uit het volgende.
Uit het chatgesprek tussen de verdachte en het slachtoffer op 12 januari 2025 [10] blijkt dat de verdachte op dat moment gefrustreerd was over
‘een Guy waar issue om was tijdens onze relatie’en hoe het slachtoffer met hem omging (
‘Ben ik nu ineens een totale vreemdeling(…)
?’, zie chats tot 10.27). Ruim een uur later lijken de foto’s en video’s van het slachtoffer en seksuele handelingen verspreid te zijn onder haar klas- en schoolgenoten, het slachtoffer schrijft
‘Je gaat nu heel snel reageren’en
‘Staat me gezicht op een van die shit’en
‘Al die fucking filmpjes en foto’s zijn nu verspreid’. Het valt op dat op de verspreide beelden alleen het slachtoffer herkenbaar in beeld is, terwijl op de originele weergave ook een deel van de verdachte herkenbaar is. De verspreide beelden zijn dus zo bijgesneden dat de verdachte niet te herkennen is. In de genoemde chats is de verspreiding van de beelden als het ware ‘in real time’ te volgen.
‘Oh nu moet ik ineens snel reageren,’zegt de verdachte om 11.10, nadat zij hem over de verspreiding heeft bericht.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat, nadat de beelden van het slachtoffer waren verspreid, ene ‘ [valse naam verdachte] ’ haar had bericht dat het account kon worden overgekocht zodat [slachtoffer] de beelden kon verwijderen. ‘ [valse naam verdachte] ’ wilde de beelden zelf niet verwijderen en gaf aan dat ze aan pedo’s verkocht kon worden. Toen getuige [getuige 1] later aan ‘ [valse naam verdachte] ’ vroeg wie hij was, gaf hij zijn Instagramnaam, te weten [Instagramnaam] . Dit was het Instagramaccount van de verdachte, aldus de getuige. Ook vertelde ‘ [valse naam verdachte] ’ haar dat hij seks met het slachtoffer had. Dit terwijl de verdachte heeft verklaard dat alleen hijzelf en het slachtoffer op de hoogte waren van hun seksuele relatie. Er zijn verder ook geen aanwijzingen dat het slachtoffer met iemand anders dan verdachte seksuele omgang had.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat ‘ [valse naam verdachte] ’ contact met hem opnam en vroeg naar de relatie tussen het slachtoffer en [naam] , om vervolgens de foto’s en video’s van het slachtoffer toe te sturen met het verzoek om deze aan [naam] te tonen. Volgens het slachtoffer was [naam] een jongen die zij leuk vond, wat bij verdachte jaloezie opwekte.
Verder heeft de verdachte in appberichten aan het slachtoffer gedreigd naar haar huis te komen,
‘Maar dan ga ik zelf open kaart spelen’ [11] , ‘Praat gewoon, ik ga naar je huis vandaag anders, boeit me niet wat de gevolgen zijn’, [12] waaruit eens te meer volgt dat hij bereid was openbaar maken van hun relatie in te zetten als drukmiddel.
Gezien het bovenstaande in onderling verband bezien, is de rechtbank ervan overtuigd dat de verdachte de beelden heeft verspreid uit ongenoegen over de afloop van zijn relatie met het slachtoffer. Ook is hij degene die zich tegenover de getuigen heeft voorgedaan als ‘ [valse naam verdachte] ’ en heeft gesuggereerd dat het account kon worden gekocht. Dat de verspreiding van beelden (waarop hijzelf niet herkenbaar in beeld was) ook voor hemzelf nadelig kon uitpakken, en uiteindelijk is gevolgd door aangifte tegen hem, heeft hij zich op dat moment blijkbaar niet gerealiseerd.
Genummerde afbeeldingen
De advocaat van de verdachte heeft vrijspraak gevraagd voor de afbeeldingen met de nummers 7, 12, 19, 20 en 24, omdat hierop naar zijn waarneming geen seksuele gedraging, visuele weergave van seksuele aard of met onmiskenbare seksuele strekking te zien zou zijn.
De rechtbank heeft, gelet op het verweer van de advocaat, de toonmap ingezien en geconstateerd dat de afbeeldingen 7 en 12 overeenkomen met de beschrijving op de collectiescan. De afbeeldingen 19, 20 en 24 worden niet op de tenlastelegging genoemd.
Met betrekking tot de visuele weergaven van de penetratie heeft de advocaat opgemerkt dat moet worden vrijgesproken van het vaginaal en anaal penetreren, omdat dit niet op de afbeeldingen 1 en 2 is afgebeeld.
De rechtbank is van oordeel dat dit wel bewezen kan worden verklaard. Weliswaar is vaginaal en anaal penetreren niet waar te nemen op de afbeeldingen 1 en 2, maar in de tenlastelegging wordt ten aanzien van het penetreren ook verwezen naar de pagina’s 550 tot en met 553 en de collectiescan op pagina 646. Op deze pagina’s worden ook de andere wijzen van penetreren genoemd, zowel het penetreren door een persoon als van het eigen lichaam.
Verder heeft de advocaat aangevoerd dat op foto 8 niet te zien is wie op deze foto staat en op foto 9 geen gezichten of herkenbare personen staan, zodat van deze foto’s niet vastgesteld kan worden dat er een minderjarige op staat.
De rechtbank heeft in de toonmap niet kunnen vaststellen dat de persoon op foto 8 minderjarig is. Daarom zal de rechtbank de verdachte daarvan vrijspreken.
Op foto 9 is naar de waarneming van de rechtbank het slachtoffer zichtbaar, wat ook overeenkomt met de datum waarop de afbeelding is gemaakt en het feit dat de verdachte op dat moment een relatie met het slachtoffer had en naar eigen zeggen beelden van haar heeft gemaakt. Deze foto zal daarom wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Gegevensdragers
De advocaat heeft gesteld dat vast moet komen te staan dat de foto’s en video’s afkomstig zijn van de op de tenlastelegging genoemde gegevensdragers, te weten een Apple XR en een Apple 6. Indien dat niet kan worden vastgesteld moet volgens de advocaat vrijspraak volgen.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier op het punt van de gegevensdragers in duidelijkheid te wensen overlaat, omdat is omschreven dat de Apple XR in Griffeye aangeduid wordt als een iPhone 13 en de Apple 6 als iPhone XR.
Daar staat tegenover dat de verdachte heeft verklaard dat hij de beschikking had over een iPhone 13 en een iPhone XR. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat er in de tenlastelegging sprake is van een kennelijke verschrijving en zal ‘Apple 6’, lezen als ‘Apple 13’.
Tijdens de behandeling ter terechtzitting was duidelijk dat de verdachte wist waar het over ging en op welke gegevensdragers de afbeeldingen en video’s zijn aangetroffen. Door het herstel van de verschrijving is de verdachte dan ook niet in zijn verdediging geschaad.
Gewoonte
De advocaat heeft vrijspraak gevraagd van het beroep of gewoonte maken van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno, omdat er geen grote hoeveelheden foto’s zijn genoemd in de tenlastelegging.
De rechtbank volgt de advocaat daarin niet.
Zoals hierboven al is uitgelegd, verklaart de rechtbank meer bewezen dan uitsluitend de foto’s die met nummer zijn genoemd. De bewezenverklaring en de bewijsmiddelen bevatten naast deze selectie foto’s ook beschrijvingen van wat er nog meer is aangetroffen. In totaal zijn er 802 kinderpornografische visuele weergaven bij de verdachte aangetroffen.
Gelet op deze hoeveelheid, het feit dat de verdachte de beelden zelf heeft vervaardigd en er sprake is van een langere periode waarover de kinderporno is verkregen dan wel vervaardigd, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat de verdachte:
1
in de periode van 6 februari 2023 tot en met 30 juni 2024 te Almere,
met [slachtoffer] , geboren op [2010] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten een of meerdere malen
- het zoenen/tongen van die [slachtoffer] en
- het samen douchen met die [slachtoffer] en
- het vaginaal inbrengen van een dildo, althans een voorwerp, waarbij hij, verdachte, die [slachtoffer] verzoekt, de hierboven genoemde ontuchtige handeling bij zichzelf te verrichten en/of hiervan meerdere filmpje te maken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] te verzoeken voornoemde filmpjes naar hem, verdachte, te sturen en
- het aanraken/betasten/beffen van de vagina van die [slachtoffer] en
- het laten aftrekken van zijn penis door die [slachtoffer] en
- het brengen/duwen van zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en
- het brengen/duwen/houden van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] en
- het brengen/duwen/houden van zijn penis in de mond van die [slachtoffer] en
- (vervolgens) klaarkomen in de mond van die [slachtoffer] ;
2
in de periode van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2024 te Almere,
met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer] , geboren op [2010] , seksuele handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht,
te weten een of meerdere malen,
- het zoenen/tongen van die [slachtoffer] en
- het vaginaal inbrengen van een dildo, althans een voorwerp, waarbij hij, verdachte, die [slachtoffer] verzoekt, de hierboven genoemde ontuchtige handeling bij zichzelf te verrichten en/of hiervan meerdere filmpje te maken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] te verzoeken voornoemde filmpjes naar hem, verdachte, te sturen en
- het aanraken/betasten/beffen van de vagina van die [slachtoffer] en
- het laten aftrekken van zijn penis door die [slachtoffer] en
- het brengen/duwen van zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en
- het brengen/duwen/houden van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] en
- het brengen/duwen/houden van zijn penis in de mond van die [slachtoffer] en
- (vervolgens) klaarkomen in de mond van die [slachtoffer] ,
terwijl dit feit werd begaan onder de in artikel 245, eerste lid, onder a, omschreven omstandigheden, te weten jegens een anderszins aan de opleiding van verdachte toevertrouwd kind ;
3
in de periode van 1 januari 2023 tot en met 19 januari 2025 te Almere,
meermalen, althans eenmaal,
(I) (in de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2024, artikel 240b Wetboek van Strafrecht)
een of meer afbeeldingen en - gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] en onbekend gebleven jongetjes was/waren betrokken en/of schijnbaar was/waren betrokken heeft vervaardigd en verworven en in bezit heeft gehad
en
(II) (in de periode van 1 juli 2024 tot en met 19 januari 2025, artikel 252 Wetboek van Strafrecht)
visuele weergaven van seksuele aard en met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] en onbekend gebleven jongetjes was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken
heeft verspreid en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad
te weten afbeeldingen (te weten foto’s en video’s, afkomstig van een gegevensdrager te weten een Apple XR en Apple 13), waarop te zien is dat:
die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een penis en de mond/tong en het eigen lichaam vaginaal wordt gepenetreerd met (een) vinger(s)/hand en voorwerpen, door die persoon
(PV VGL, pagina 550-553 & PV PF, bijlage II: collectiescan p646 en bijlage III fotonummer 01 en 02 p649)
en
het geslachtsdeel en de billen met (een) vinger(s)/hand en de mond/tong wordt/worden aangeraakt en die persoon het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en de eigen borsten met een vinger(s)/hand aanraakt (PV VGL, pagina 550-553 & PV PF, bijlage II: collectiescan p.646+647 en bijlage III fotonummer 07, 09, 10 t/m 13 pagina 650-652)
en
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en virtueel/digitaal gemanipuleerde afbeeldingen van een naakt persoon en
- door het camerastandpunt en de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht (PV PF, bijlage II: collectiescan p647 en bijlage III fotonummer 14 t/nl 18 p.652-653 en bijlage III fotonummer 21-23, 25-26, p.654-655)
terwijl van het begaan van dit feit een gewoonte werd gemaakt.
De rest van de tekst van de beschuldiging kan niet worden bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De taal- en/of schrijffouten die in de tekst van de beschuldiging voorkomen zijn in de bewezenverklaring verbeterd. Dit benadeelt de verdachte niet.

4.Kwalificatie en strafbaarheid

4.1
KwalificatieDe bewezen feiten leveren de volgende strafbare feiten op:
feit 1
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
feit 2
verkrachting in de leeftijdscategorie van twaalf tot zestien jaren, terwijl het feit wordt begaan jegens een anderszins aan de zorg, waakzaamheid of opleiding van diegene toevertrouwd kind;
feit 3 I
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betroffen of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd
feit 3 II
een visuele weergave van seksuele aard of met een onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
4.2
Strafbaarheid feiten en verdachteDe feiten en de verdachte zijn strafbaar.

5.Straf en/of maatregel

5.1.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie eist dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, met aftrek van het voorarrest;
Daarnaast eist de officier van justitie dat aan de verdachte wordt opgelegd:
- een contact- en locatieverbod als vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr voor de duur van twee jaar, te vervangen door twee weken hechtenis voor iedere keer dat de verdachte niet aan de maatregel voldoet, met een maximum van zes maanden;
- een beroepsverbod voor het uitoefenen van het beroep van leerkracht voor de duur van drie jaren.
De officier van justitie eist dat de vrijheidsbeperkende maatregel direct na de uitspraak ingaat.
5.2.
Standpunt van de verdediging
De advocaat van de verdachte voert aan dat rekening gehouden moet worden met de meewerkende proceshouding van de verdachte, zijn relatief jonge leeftijd, het lage recidiverisico en het feit dat hij zijn baan als docent is kwijtgeraakt. Ook dient er rekening mee gehouden te worden dat de verdachte een bijzonder zware tijd in de het Huis van Bewaring heeft gehad waarbij hij weken lang 23 uur per dag opgesloten zat vanwege gevaar voor zijn veiligheid, nadat de verdenking was uitgelekt.
De advocaat heeft voorgesteld om, gelet op door hem aangehaalde andere uitspraken, aan de verdachte een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk op te leggen.
Een gebiedsverbod als vrijheidsbeperkende maatregel met een straal van 5 kilometer vindt de advocaat niet noodzakelijk, dan wel overbodig, dan wel teveel kilometers. Een straatverbod zou voldoende zijn. Een contactverbod kan als bijzondere voorwaarde worden opgelegd. Een contactverbod als vrijheidsbeperkende maatregel vindt de advocaat niet opportuun.
5.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank legt aan de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, een beroepsverbod voor de duur van 3 jaren en een vrijheidsbeperkende maatregel inhoudende een contact- en locatieverbod, op.
Bij het bepalen van deze straffen en maatregel houdt de rechtbank rekening met de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder de verdachte deze feiten heeft gepleegd. Ook weegt de rechtbank het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden mee.
Ernst en omstandigheden van de feiten
De verdachte heeft in een periode van bijna twee jaar zeer volwassen seksuele betrekkingen onderhouden met een kind, een meisje dat toen dertien en veertien jaar oud was. Ze was een aan zijn opleiding toevertrouwde leerlinge, waarvan de verdachte wist dat zij kwetsbaar was en hulp nodig had. Juist op school moeten kinderen zich veilig voelen. En dan was dit ook nog een school voor extra kwetsbare kinderen. De verdachte heeft op stuitende wijze misbruik gemaakt van zijn professie en van de ongelijkwaardige verhouding. Telkens heeft hij de mogelijkheid gehad om te stoppen met de seksuele relatie. Maar zelfs toen hij door zijn werkgever (vanwege het bekend worden van Snapchat-contact) erop was gewezen dat hij een meer professionele houding moest aannemen naar het slachtoffer en ook de moeder van het slachtoffer hem had gevraagd afstand te nemen, heeft hij dat niet gedaan. Steeds heeft hij zijn lustgevoelens vooropgesteld en het initiatief genomen om een stapje verder te gaan, waarbij hij zelfs het slachtoffer op enig moment voorafgaand aan seks heeft vastgebonden, en haar ook voorwerpen in haar vagina heeft laten inbrengen. Ook heeft de verdachte haar aangespoord om seks met andere jongens te hebben en dit voor hem te filmen.
De verklaring van de verdachte komt er in de kern op neer dat hij verliefd was op het slachtoffer en daardoor gaandeweg het ongeoorloofde van zijn handelen uit het oog was verloren. De rechtbank hecht geen geloof aan deze lezing van een ‘verboden romantische liefde’. Uit het bovenstaande blijkt namelijk dat de verdachte het slachtoffer over een langere periode stap voor stap heeft gebracht tot steeds verregaandere seksuele praktijken, tot aan het seksueel benaderen van anderen aan toe. Ook hierdoor is de rechtbank ervan overtuigd dat het de verdachte altijd en in de eerste plaats om bevrediging van lust is gegaan en niet om gevoelens van liefde.
De verdachte heeft seksuele handelingen die zij bij elkaar hebben verricht en die het slachtoffer bij zichzelf verrichtte, gefilmd of door het slachtoffer laten filmen en naar hem laten opsturen. In totaal zijn er 802 kinderpornografische visuele weergaven op de telefoons van de verdachte aangetroffen, waarvan 788 van het slachtoffer.
De schrik en paniek die een veertienjarige moet hebben gevoeld toen de verdachte uit onvrede over het einde van de relatie naaktfoto’s en expliciete seksvideo’s heeft verspreid onder haar leeftijdsgenoten, tart de verbeelding. Ook uit deze handeling, waarmee hij blijkbaar zijn macht wilde tonen en wraakzucht uitleven, blijkt dat hij nooit iets anders dan zijn eigen belang voorop heeft gesteld, en haar welzijn voor hem geen rol speelde.
Door het handelen van de verdachte is het slachtoffer een normale start van haar relationele en seksuele ontwikkeling ontnomen. De verregaande aard van de seksuele handelingen waar de verdachte haar toe aanzette, maakt dit des te erger. Het behoeft geen toelichting dat kinderen die slachtoffer zijn van seksueel misbruik nog lange tijd lichamelijke en psychische gevolgen zullen ondervinden. Daar komt het verspreiden van de seksuele beelden nog bij. Het feit dat de verdachte niet alleen misbruik heeft gemaakt van haar leeftijd en haar gevoelens jegens hem, maar ook van haar specifieke kwetsbaarheid en van zijn beroep als docent, onderstreept het kwalijke van zijn handelen.
Uit de slachtofferverklaring die ter zitting is overgelegd blijkt hoezeer zij nog altijd de gevolgen ondervindt van wat de verdachte haar heeft aangedaan.
De rechtbank weegt mee dat de verdachte geen wezenlijke verantwoordelijkheid heeft genomen, door steeds te blijven schermen met zijn verliefdheid als verklaring voor zijn handelen en aan te voeren dat hij in het contact ook gedreven werd door de behoefte om haar te helpen. Verder is hij, tegen beter weten in, blijven ontkennen dat hij beelden van het slachtoffer heeft verspreid. Anders dan de raadsman ziet de rechtbank in zijn proceshouding dan ook geen aanleiding tot strafmatiging.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De verdachte heeft een blanco strafblad.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies over de verdachte van 30 oktober 2025 waarbij het recidiverisico als gemiddeld wordt ingeschat. De reclassering heeft geadviseerd om aan de verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden. Verder is geadviseerd om daarnaast een beroepsverbod en een contact- en locatieverbod als vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen en de bijzondere voorwaarden en de vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Tevens heeft de rechtbank kennisgenomen van een enkelvoudige Pro Justitia rapportage van 13 juni 2025. De psycholoog rapporteert dat er geen sprake is van een stoornis bij de verdachte en adviseert hem toerekeningsvatbaar te achten voor de tenlastegelegde feiten. Vanwege het ontbreken van psychopathologie bij de verdachte is het voor de psycholoog niet mogelijk geweest om op basis van een stoornis uitspraak te doen over het recidiverisico. Er is gedragskundig geen aanleiding om een behandeling te adviseren om recidive te verminderen. Samengevat is de verdachte een bovengemiddeld intelligent persoon die wist wat hij deed.
Straf
De straffen die rechtbanken in vergelijkbare zaken opleggen wijzen op een lange gevangenisstraf.
De rechtbank wijkt daarmee af van het standpunt van de advocaat, omdat de door de advocaat aangehaalde strafzaken naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende vergelijkbaar zijn.
In het licht van de hierboven beschreven aard en ernst van het bewezenverklaarde rechtvaardigt elke afzonderlijke verkrachting door de verdachte al een gevangenisstraf van langere duur. In dit geval gaat het om ongeveer 22 keer seks tussen een docent en een 13/14-jarige leerlinge, in een periode van bijna twee jaar. Ook is door de verdachte of op diens aansporing kinderpornografisch materiaal vervaardigd, waarvan onderdelen door de verdachte onder haar schoolgenoten zijn verspreid.
Gelet op dit alles ziet de rechtbank geen aanleiding af te wijken van de eis van de officier van justitie, en legt zij aan de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren op.
De gevangenisstraf zal worden tenuitvoergelegd binnen de penitentiaire inrichting, totdat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend.
Beroepsverbod
De rechtbank ziet tevens aanleiding om aan de verdachte een bijkomende straf in de vorm van een beroepsverbod, als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder 5 Sr, op te leggen, namelijk het verbod om het beroep als docent, waarin hij in contact komt met minderjarigen, uit te oefenen.
De verdachte heeft de bewezenverklaarde misdrijven in zijn beroep begaan en zal op grond van artikel 251, tweede lid, Sr van de uitoefening van dat beroep worden ontzet. Bij veroordeling tot een tijdelijke gevangenisstraf kan de rechtbank de duur van deze bijkomende straf bepalen op ten minste twee en ten hoogste vijf jaren langer dan de opgelegde gevangenisstraf. De rechtbank zal, mede gelet op de op te leggen gevangenisstraf, dit verbod opleggen voor de duur van drie jaren.
Vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank zal voor de beveiliging van de maatschappij en voor het voorkomen van strafbare feiten bevelen dat verdachte:
- zich niet ophoudt in:
o een straal van 200 meter rondom het adres [adres] , [woonplaats] ;
o een straal van 200 meter rondom het adres [adres] , [woonplaats] ;
o een straal van 200 meter rondom de school [school] op het adres [adres] , [plaats] ;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van 2 jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal vervangende hechtenis voor een hierna te bepalen duur worden opgelegd.
Gelet op de lange duur en intensiteit van het bewezenverklaarde, alsmede de inhoud van het reclasseringsadvies, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens [slachtoffer] . Daarom zal zij bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

6.In beslag genomen voorwerpen

6.1.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de telefoons waarop de kinderporno is aangetroffen worden onttrokken aan het verkeer. De overige goederen kunnen worden geretourneerd aan verdachte.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De advocaat heeft verzocht om de goederen waarop geen kinderpornografisch materiaal is aangetroffen aan de verdachte terug te geven.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten een zwarte Apple telefoon met voorwerpnummer 3468824 en een zwarte Apple telefoon met voorwerpnummer 3468834, onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Met betrekking tot deze voorwerpen is het onder 3 bewezen verklaarde feit begaan.
Teruggave aan de rechthebbende
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een harddisk van het merk Freecom met voorwerpnummer 3468830;
- een computer van het merk Dell Latidude 5520 met voorwerpnummer 3468837;
aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende van deze voorwerpen kan worden aangemerkt.

7.Vordering benadeelde partij

7.1.
Vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] , bijgestaan door haar advocaat mr. M. Rotgans, heeft zich via haar wettelijk vertegenwoordigers mevrouw [wettelijke vertegenwoordiger 1] en de heer [wettelijke vertegenwoordiger 2] , gesteld als benadeelde partij en vordert de verdachte te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van € 42.750,- voor de feiten 1 tot en met 3, vermeerderd met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 17.750,- voor vergoeding van materiële schade wegens studievertraging en € 25.000,- voor vergoeding van immateriële schade (smartengeld). Verder verzoekt de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.2.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en bepaling dat de schadevergoeding wordt gestort op een ten behoeve van [slachtoffer] te openen bankrekening met een BEM-clausule.
7.3.
Standpunt van de verdediging
De advocaat heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden afgewezen, dan wel dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de vorderingen niet eenvoudig van aard zijn.
Materiële schade
Ten aanzien van de materiële schade heeft de advocaat opgemerkt dat vooral gesteld is dat de schade is ontstaan door het openbaar maken van de verschillende video’s. Het openbaar maken is met klem ontkent door de verdachte. Bovendien kan uit de brief van de psycholoog afgeleid worden dat er al sprake was van een complexe psychologische situatie met meerdere diagnosen. Dat de materiële schade is ontstaan door de tenlastegelegde feiten is onvoldoende onderbouwd.
Immateriële schade
Ten aanzien van de immateriële schade heeft de advocaat ook gesteld dat de vordering gericht is op de openbaarmaking van de video’s. Daarbij is aangevoerd dat de hoogte van de schadevordering onvoldoende met concrete gegevens is onderbouwd.
Subsidiair is aangevoerd dat de vordering voor immateriële schadevergoeding gematigd dient te worden tot een bedrag van € 5.000,-.
7.4.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat er een causaal verband bestaat tussen de verzochte schade en alle bewezenverklaarde feiten, zeker nu de rechtbank het verspreiden van de kinderpornografische foto’s en video’s bewezen oordeelt. Ook oordeelt de rechtbank dat het causaal verband voldoende is onderbouwd, omdat de benadeelde na de verspreiding van de beelden lange tijd niet meer naar school is geweest.
Materiële schade
Op grond van het dossier en het onderzoek op de zitting kan daarom worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten, voor het gevorderde bedrag. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van materiële schade daarom geheel toe.
Immateriële schade
Vergoeding van immateriële schade is op grond van art. 6:106 sub b BW mogelijk als de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen, is aangetast in de eer en goede naam of ‘op andere wijze’ in de persoon is aangetast. De rechtbank begrijpt dat de vordering van de benadeelde partij in dit geval op deze laatste grondslag is gebaseerd.
Uit de rechtspraak van de Hoge Raad blijkt dat van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ in ieder geval sprake is als het slachtoffer geestelijk letsel (psychische schade) heeft opgelopen. Het bestaan van geestelijk letsel moet naar objectieve maatstaven worden vastgesteld. Als geestelijk letsel niet kan worden vastgesteld, kan de aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ volgen uit de aard en de ernst van de normschending (het strafbare feit) en de gevolgen daarvan. De gevolgen moeten met concrete gegevens worden onderbouwd. In uitzonderlijke situaties kunnen de nadelige gevolgen voor het slachtoffer zó voor de hand liggen dat ook zonder nadere onderbouwing kan worden aangenomen dat sprake is van een aantasting in de persoon.
In dit geval is naar het oordeel van de rechtbank sprake van zo’n uitzonderlijke situatie, zodat de benadeelde partij recht heeft op vergoeding van immateriële schade. Voor de bepaling van de hoogte van deze schade maakt de rechtbank gebruik van de zogenaamde ‘Rotterdamse schaal’. Bij een ernstige variant van ontucht met binnendringen wordt uitgegaan van een bedrag van € 6.000,- tot € 12.500,-. Gelet op de duur, de hoeveelheid en de ernst van de handelingen, waaronder het vastbinden van de handen op de rug tijdens de seks, oordeelt de rechtbank dat een bedrag van € 12.500,- passend is. Het openbaar maken van het seksueel getinte beeldmateriaal plaatst de rechtbank in de categorie ‘ernstig’. Daarbij wordt uitgegaan van een bedrag tot € 2.500,-. Gelet op de hoeveelheid beeldmateriaal dat van het slachtoffer is aangetroffen en de verspreiding naar haar klas- en schoolgenoten, oordeelt de rechtbank dit bedrag passend.
De rechtbank is daarom van oordeel dat een vergoeding van in totaal € 15.000,- billijk is. De rechtbank wijst de vordering van de benadeelde partij daarom tot dat bedrag toe.
De rechtbank wijst het meer gevorderde af.
In totaal zal de vordering van de benadeelde partij daarom voor een bedrag van € 32.750,-,
Wettelijke rente
De rechtbank wijst de gevorderde wettelijke rente toe vanaf 19 januari 2025 tot de dag dat de verdachte de schadevergoeding volledig heeft betaald.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank legt de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte op, zodat (kort gezegd) de benadeelde partij de schadevergoeding niet zelf bij de verdachte hoeft te incasseren, maar dat de Staat dit voor haar doet. De rechtbank bepaalt daarom dat de verdachte een bedrag van € 32.750,- aan de Staat moet betalen.
Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2025 (datum ontstaan schade) tot de dag dat de verdachte het volledige bedrag heeft betaald.
Als de verdachte de schadevergoeding niet (volledig) betaalt, kan gijzeling (een vorm van vrijheidsbeneming van de verdachte) worden toegepast voor de duur van 198 dagen. De gijzeling komt niet in de plaats van de verplichting om te betalen. Ook als gijzeling wordt toegepast, blijft de verdachte dus verplicht om de schadevergoeding te betalen.
BEM clausule
Omdat de benadeelde partij minderjarig is, bepaalt de rechtbank dat de schadevergoeding moet worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen rekening met een zogenoemde BEM clausule (Belegging, Erfenis en andere gelden Minderjarigen). Een BEM-clausule is bedoeld ter bescherming van de belangen van de minderjarige. De minderjarige en zijn wettelijke vertegenwoordiger kunnen – tot de minderjarige achttien jaar is – alleen met toestemming van de kantonrechter over het geld op de rekening beschikken.

8.Toegepaste wetsartikelen

De opgelegde straf en maatregelen en beslissing op het beslag zijn gebaseerd op de volgende wetsartikelen, zoals deze luiden ten tijde van de tenlastegelegde feiten:
- 28, 31, 36b, 36c, 38v, 38w, 57, 240b (oud), 245 (oud), 245, 248, 252, 254 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat de verdachte de feiten 1, 2 en 3 heeft gepleegd, zoals hierboven in paragraaf 3 is omschreven;
- verklaart het overige dat in de beschuldiging staat niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in paragraaf 4 is vermeld;
strafbaarheid verdachte
- verklaart de verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 6 (zes) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
-
ontzet de verdachte van het recht tot uitoefening van het beroep van docent, voor zover dit ziet op het geven van onderwijs aan minderjarigen, voor de
duur van 3 (drie) jaar;
  • legt aan verdachte op de
  • beveelt dat verdachte
 zich niet ophoudt in:
o een straal van 200 meter rondom het adres [adres] , [woonplaats] ;
o een straal van 200 meter rondom het adres [adres] , [woonplaats] ;
o een straal van 200 meter rondom de school [school] op het adres [adres] , [plaats] ;
 zich onthoudt van contact met [slachtoffer] (geboren op [2010] );
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel
dadelijk uitvoerbaaris.
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door 2 (twee) weken hechtenis per overtreding, met een maximum van 6 (zes) maanden;
beslag (feit 3)
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • een zwarte Apple telefoon met voorwerpnummer 3468824;
  • een zwarte Apple telefoon met voorwerpnummer 3468834;
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • een harddisk van het merk Freecom met voorwerpnummer 3468830;
  • een computer van het merk Dell Latidude 5520 met voorwerpnummer 3468837;
vordering tot schadevergoeding (feiten 1, 2 en 3)
- wijst de vordering van [slachtoffer] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 32.750,-, bestaande uit € 17.750,- materiële schade en € 15.000,- immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2025 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt de verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 32.750,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 januari 2025 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 198 dagen gijzeling;
- bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding moet worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] te openen rekening met een BEM-clausule.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.F. Hammerle, voorzitter, mrs. V.A. Groeneveld en A.Ş. Doğan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 november 2025.
De oudste en jongste rechter zijn niet in de gelegenheid dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is na nadere omschrijving van de tenlastelegging ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 februari 2023 tot en met 30 juni 2024 te Almere, althans in Nederland,
met [slachtoffer] , geboren op [2010] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten een of meerdere ma(a)l(en) (telkens)
- het zoenen/tongen van die [slachtoffer] en/of
- het samen douchen met die [slachtoffer] en/of
- het vaginaal inbrengen van een dildo, althans een voorwerp, waarbij hij, verdachte, die [slachtoffer] verzoekt, de hierboven genoemde ontuchtige handeling bij zichzelf te verrichten en/of hiervan meerdere filmpje te maken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] te verzoeken voornoemde filmpjes naar hem, verdachte, te sturen en/of
- het aanraken/betasten/beffen van de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het laten aftrekken van zijn penis door die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen/houden van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen/houden van zijn penis in de mond van die [slachtoffer] en/of
- (vervolgens) klaarkomen in de mond van die [slachtoffer] ;
2
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2024 te Almere, althans in Nederland,
met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer] , geboren op [2010] , een of meer seksuele handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht,
te weten een of meerdere ma(a)l(en) (telkens),
- het zoenen/tongen van die [slachtoffer] en/of
- het samen douchen met die [slachtoffer] en/of
- het vaginaal inbrengen van een dildo, althans een voorwerp, waarbij hij, verdachte, die [slachtoffer] verzoekt, de hierboven genoemde ontuchtige handeling bij zichzelf te verrichten en/of hiervan meerdere filmpje te maken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] te verzoeken voornoemde filmpjes naar hem, verdachte, te sturen en/of
- het aanraken/betasten/beffen van de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het laten aftrekken van zijn penis door die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen van zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen/houden van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen/duwen/houden van zijn penis in de mond van die [slachtoffer] en/of
- (vervolgens) klaarkomen in de mond van die [slachtoffer] ,
terwijl dit feit werd begaan onder de in artikel 245, eerste lid, onder a en/of b, omschreven omstandigheden, te weten jegens verdachtes kind, jegens een kind dat werd verzorgd en/of opgevoed als behorend tot het gezin van verdachte, jegens een kind waarover verdachte het gezag uitoefende en/of jegens een anderszins aan de zorg, waakzaamheid en/of opleiding van verdachte toevertrouwd kind en/of jegens een aan verdachte ondergeschikt kind;
3
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 tot en met 19 januari 2025 te Almere, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(I) (in de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2024, artikel 240b Wetboek van Strafrecht)
een of meer afbeeldingen en/of - gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] en/of onbekend gebleven jongetjes was/waren betrokken en/of schijnbaar was/waren betrokken
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft
en/of
(II) (in de periode van 1 juli 2024 tot en met 19 januari 2025, artikel 252 Wetboek van Strafrecht)
een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] en/of onbekend gebleven jongetjes was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft te weten afbeeldingen (te weten foto’s en/of video’s, afkomstig van een gegevensdrager te weten een Apple XR en/of Apple 6), waarop te zien is dat:
die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong en/of het eigen lichaam vaginaal wordt gepenetreerd met een vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), door die persoon (PV VGL, pagina 550-553 & PV PF, bijlage II: collectiescan p646 en bijlage III fotonummer 01 en 02 p649)
en/of
het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten en/of het lichaam van die persoon met een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong wordt/worden aangeraakt en/of het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van een ander kind/persoon met een vinger(s) en of hand wordt/worden aangeraakt door die persoon en/of die persoon het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of de eigen borsten en/of het eigen lichaam met een vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), aanraakt (PV VGL, pagina 550-553 & PV PF, bijlage II: collectiescan p.646+647 en bijlage III fotonummer 07, 08, 09, 10 t/m 13 pagina 650-652)
en/of
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of virtueel/digitaal gemanipuleerde afbeeldingen van een naakt persoon en/of
- door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht (PV PF, bijlage II: collectiescan p647 en bijlage III fotonummer 14 t/nl 18 p.652-653 en bijlage III fotonummer 21-23, 25-26, p.654-655)
terwijl van het begaan van dit feit een beroep of gewoonte werd gemaakt.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Midden-Nederland met proces-verbaalnummer PL0900-2025017535 (onderzoek 03Bismmut), doorgenummerd pagina 1 tot en met 769. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, opgemaakt proces-verbaal. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 van het Wetboek van Strafvordering worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
2.Pagina’s 450 tot en met 478.
3.Pagina’s 483 tot en met 505.
4.Pagina’s 550 tot en met 552.
5.Pagina’s 638 tot en met 642 met bijlage II ‘collectiescan’ op pagina’s 646 tot en met 648 en bijlage III ‘Overzicht geselecteerde visuele weergaven’ op pagina’s 649 tot en met 655.
6.Pagina’s 520 en 522.
7.Pagina’s 528 en 529.
8.Pagina’s 491, 492, 494, 495, 501 en 502.
9.Verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 12 november 2025.
10.Pagina 415 en 417.
11.Pagina 76.
12.Pagina 81.