ECLI:NL:RBMNE:2025:6301

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
24 november 2025
Zaaknummer
C/16/25/526 F
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring van Het Publieke Domein B.V. na afwijzing Whoa-procedure

Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een verzoek tot faillietverklaring van de besloten vennootschap Het Publieke Domein B.V. toegewezen. De Belastingdienst had op 10 oktober 2025 een verzoekschrift ingediend, omdat Het Publieke Domein in de toestand van 'hebben opgehouden te betalen' verkeerde. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een pluraliteit van schuldeisers en dat de financiële situatie van Het Publieke Domein ernstig was, met een totale schuldenlast van meer dan € 30 miljoen, waarvan ruim € 26 miljoen aan de Belastingdienst. Ondanks de claim van Het Publieke Domein dat zij in staat was haar schulden binnen vier jaar terug te betalen, bleek uit de feiten dat de werkelijke omzet ver achterbleef bij de prognoses en dat er geen realistisch vooruitzicht op herstructurering was.

De rechtbank stelde vast dat de toestand van Het Publieke Domein niet het gevolg was van de handelswijze van de Belastingdienst, die beslag had gelegd op privévermogen van de bestuurders. De rechtbank benoemde mr. R.W.J. van Veen en mr. K.G. van der Streek als rechter-commissarissen, met specifieke taken in de afwikkeling van het faillissement. Het vonnis werd uitgesproken door mr. P.J. Neijt en de faillietverklaring werd officieel vastgesteld, met de curator mr. A.P.G. Gielen aangesteld om de afwikkeling te begeleiden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Toezicht
Locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/25/526 F
Vonnis op grond van artikel 1 Fw (verzoek tot faillietverklaring)
d.d. 4 november 2025
in de zaak van
DE ONTVANGER Van De BELASTINGDIENST/MIDden- EN KLEINBeDRijf,
gevestigd te Amsterdam,
verzoeker,
hierna: de Belastingdienst,
advocaat: mr. E.E. Schipper,
tegen
de besloten vennootschap
Het Publieke Domein B.V.,
statutair gevestigd te Zeist,
verweerster,
hierna: Het Publieke Domein,
advocaten: mrs. J.V. Maduro en D.A.A.P. de Jong.

1.De procedure

1.1.
De Belastingdienst heeft een verzoekschrift tot faillietverklaring van verweerster op 10 oktober 2025 bij de rechtbank ingediend.
1.2.
Het verzoekschrift is behandeld tijdens een zitting van deze rechtbank achter gesloten deuren van 4 november 2025. Namens de Belastingdienst zijn verschenen mevrouw mr. [persoon1] en de heer [persoon2] . Namens Het Publieke Domein zijn verschenen mevrouw mr. J.V. Maduro en mr. D.A.AP. de Jong, voornoemd, en mevrouw [persoon3] en de heer [persoon4] , beiden middellijk bestuurder van Het Publieke Domein.

2.De beoordeling

2.1.
Nu niet is gesteld of gebleken dat het centrum van de voornaamste belangen van Het Publieke Domein zich in een andere lidstaat bevindt dan die waarin de plaats van haar statutaire zetel is gelegen, gaat de rechtbank op grond van het bepaalde in artikel 3 van de EU Insolventieverordening uit van de bevoegdheid van de Nederlandse rechter.
2.2.
De wettelijke vereisten voor faillietverklaring liggen vast in artikel 6 lid 3 Fw. Allereerst moet de verzoekende schuldeiser (de Belastingdienst) een geldige vordering op de schuldenaar (Het Publieke Domein) hebben. Ten tweede moet worden vastgesteld dat Het Publieke Domein in de toestand van 'hebben opgehouden te betalen' verkeert. Dit betekent dat sprake moet zijn van pluraliteit van schuldeisers – er moet minstens één andere onbetaalde schuldeiser zijn. Daarnaast moet sprake zijn van omstandigheden waaruit die toestand blijkt, zoals mislukte betalingsregelingen, executoriale beslagen of liquiditeitsproblemen.
2.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat Het Publieke Domein een schuld heeft aan de Belastingdienst en daarnaast andere schuldeisers onbetaald laat. De vraag die partijen verdeeld houdt, is of Het Publieke Domein verkeert in een toestand van te hebben opgehouden te betalen. De rechtbank is van oordeel dat dit wel het geval is, om de volgende redenen.
2.4.
De totale schuldenlast van Het Publieke Domein beloopt ruim € 30 miljoen. Onderdeel hiervan is een schuld aan de Belastingdienst van ruim € 26 miljoen. Het Publieke Domein heeft gesteld dat zij in staat is haar schulden volledig terug te betalen in een periode van ongeveer vier jaar. Zij is van plan de schulden terug te betalen uit geprognosticeerde omzet c.q. winst. Nog los van het gegeven dat de werkelijke omzet gedurende geheel 2025 ver achter blijft bij de geprognosticeerde omzet, kan Het Publieke Domein in redelijkheid niet van haar schuldeisers verwachten dat zij de onderneming gedurende deze periode financieren. Een herstel van de onderneming is niet mogelijk zonder extern geld en een herstructurering van de schulden. Het Publieke Domein heeft in het kader van een Whoa-procedure op 15 augustus 2025 toegezegd binnen twee maanden een akkoord aan haar schuldeisers aan te bieden, maar is deze toezegging niet nagekomen. Enig ander concreet vooruitzicht op een herstructurering van de schulden van Het Publieke Domein werd niet aannemelijk gemaakt.
2.5.
De toestand waarin Het Publieke Domein verkeert, is niet het gevolg van de handelswijze van de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft weliswaar beslag heeft gelegd op privévermogen van de bestuurders van Het Publieke Domein, waardoor dit vermogen niet kan worden gebruikt voor de herfinanciering van schulden van Het Publieke Domein. Maar, dat recht heeft de Belastingdienst onder omstandigheden nu eenmaal. Bovendien is dit een recht dat niet zonder meer middels een Whoa-akkoord kan worden weggesaneerd. De bestuurders hebben nog gesteld dat zij op dit moment geen nieuwe verplichtingen aangaan, omdat zij niet weten of Het Publieke Domein die verplichtingen kan nakomen. Dit is niet het gevolg van de faillissementsaanvraag die de Belastingdienst heeft gedaan, maar komt door de financiële toestand waarin de onderneming verkeerd.
2.6.
Het verzoek zal met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 1, 2, 4, 6, en 14 Fw worden toegewezen.
2.5.
In dit faillissement zullen twee rechter-commissarissen worden benoemd, te weten mr. R.W.J. van Veen en mr. K.G. van de Streek. De reden hiervoor is dat de rechtbank verwacht dat dit in het belang is van een goede afwikkeling van het faillissement. Er is namelijk sprake van een faillissement, waar uiteenlopende en omvangrijke belangen een rol spelen.
2.5.
De rechter-commissarissen zijn ieder afzonderlijk en tezamen bevoegd om de in de Faillissementswet genoemde bevoegdheden uit te oefenen. Zonder af te doen aan dit wettelijke uitgangspunt, geldt dat de rechter-commissarissen zullen werken volgens de volgende taakverdeling. Mr. Van de Streek krijgt tot taak het beslechten van geschillen in het kader van de afwikkeling van het faillissement. Hij beslist met name over:
- het optreden in rechte door de curator (artikel 68 lid 3 Fw),
- tegen de curator gerichte verzoeken van derden (artikel 69 Fw), en
- de uitoefening van dwangmiddelen (onder meer artikel 87 Fw).
Mr. Van Veen krijgt tot taak om toezicht te houden op de werkzaamheden van de curator. Hij oefent daarmee in beginsel alle taken uit die hiervoor niet aan mr. Van de Streek werden opgedragen

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verklaart
de besloten vennootschap
Het Publieke Domein B.V.,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer [nummer] ,
statutair gevestigd ZEIST,
vestigingsadres: [postcode] [vestigingsplaats] , [adres] ,
in staat van faillissement,
3.2.
benoemt tot rechter-commissarissen mr. R.W.J. van Veen en mr. K.G. van der Streek, leden van deze rechtbank, en stelt aan tot curator mr. A.P.G. Gielen, advocaat te Utrecht, telefoonnummer 030-2001176,
3.3.
geeft de curator last tot het openen van de aan gefailleerde gerichte brieven.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Neijt en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2025 te 15:14 uur.