Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de brieven aan partijen waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald.
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
beidegefactureerde bedragen gaan lopen op 21 januari 2019 en zijn de vorderingen daarom op 22 januari 2024 verjaard. De kantonrechter volgt [gedaagde] hierin niet, omdat zij op die datum (21 januari 2019) de auto heeft ingeleverd voor reparatie bij [eiseres] en de leenauto heeft meegekregen; op die datum zijn de vorderingen van [eiseres] niet ontstaan dan wel opeisbaar geworden. Ook al zouden de vorderingen van [eiseres] op 21 januari 2019 opeisbaar zijn geworden, dan nog slaagt het beroep van [gedaagde] op verjaring en rechtsverwerking niet. Daartoe overweegt de kantonrechter het hierna volgende.
4.De beslissing
- te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag van € 83,25 (aan benzinekosten) en
- te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het bedrag van € 2.785,76 (aan btw en eigen risico),