Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
thans verblijvende te [verblijfplaats] op het adres:
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten aanwezigen in voornoemd pand, te duchten was;
levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten aanwezigen in het voornoemde pand, te duchten was;
- deze [benadeelde partij 2] te knijpen en haar nagels in de arm van deze [benadeelde partij 2] te zetten en
- deze [benadeelde partij 1] bij de arm vast te pakken en vervolgens te duwen.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
- verklaart [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 1] toe tot een bedrag van € 400,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan € 400,- van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2024 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 1] aan de Staat € 400,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2024 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 8 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
- gemeen gevaar voor goederen, te weten het pand gelegen aan de [adres 2] , en/of de in dit pand aanwezige goederen, en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten aanwezigen in voornoemd pand te duchten was;
- gemeen gevaar voor goederen, te weten het pand gelegen aan de [adres 2] , en/of de in dit pand aanwezige goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten aanwezigen in het voornoemde pand te duchten was;
- gemeen gevaar voor goederen, te weten het pand gelegen aan de [adres 2] , en/of de in dit pand aanwezige goederen en/of,
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten aanwezigen in het voornoemde pand te duchten was
- deze [benadeelde partij 2] te knijpen in de arm en/of haar nagels in de arm van deze [benadeelde partij 2] te zetten en/of
- deze [benadeelde partij 1] bij de arm vast te pakken en/of haar (vervolgens) te duwen;