5.3.Oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank rekening met de ernst van het gepleegde feit en de omstandigheden waaronder de verdachte dit feit heeft gepleegd. Ook weegt de rechtbank het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden mee.
Ernst en omstandigheden van het feit
Door het tamelijk open en bloot aanwezig hebben van zelfgemaakte explosieven heeft de verdachte grote veiligheidsrisico’s genomen. Naar eigen zeggen lagen de explosieven op de bank in zijn woning, waar ook zijn kinderen bij konden. Het gevaar dat hiermee is ontstaan, spreekt voor zich.
Explosieven zoals deze vormen bovendien een groot en groeiend probleem in de samenleving. Met 678 explosies in de eerste helft van 2025, is het aantal opnieuw gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Hoewel de verdachte geen betrokkenheid bij dergelijke explosies ten laste is gelegd, heeft hij door het maken en bewaren ervan laten zien dat gevaar voor eenieder zomaar dichtbij kan zijn. Naast direct gevaar voor mensen in de buurt, veroorzaakt dergelijk gedrag dan ook gevoelens van angst en onveiligheid bij anderen en in de samenleving als geheel.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft over de persoon van de verdachte kennisgenomen van:
- het strafblad van de verdachte van 29 september 2025;
- een e-mailbericht van Reclassering Nederland van 31 oktober 2025.
Het strafblad
Uit het strafblad van de verdachte blijkt dat hij eerder, op 8 augustus 2023, is veroordeeld voor het veroorzaken van een explosie, meermalen gepleegd. Hier houdt de rechtbank enerzijds in strafverzwarende zin rekening mee, omdat de verdachte ook na deze
veroordeling explosieven in zijn bezit heeft gehad. Anderzijds houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte de ten laste gelegde explosieven naar eigen zeggen vóór deze veroordeling en al geruime tijd geleden, in 2021, heeft gemaakt en dat hij zich daar vervolgens niet meer om heeft bekommerd en te laks is geweest om ze weg te doen.
Het reclasseringsadvies
Uit het bericht van de reclassering volgt dat het schorsingstoezicht zonder problemen verloopt en dat de verdachte goed in contact is met de reclassering. Sinds de verdachte over een eigen huurwoning beschikt, zijn er positieve ontwikkelingen zichtbaar op vrijwel alle leefgebieden. De verdachte is gestopt met het drinken van alcohol en wil een goed voorbeeld zijn voor zijn kinderen. Verder werkt hij fulltime, kan hij van de inkomsten goed rondkomen en heeft hij betrokken werkgevers die op de hoogte zijn van zijn situatie en hem kunnen steunen waar dat nodig is. De risico’s op recidive, geweld en onttrekking aan voorwaarden worden dan ook als laag ingeschat.
Strafkader
De rechtbank oordeelt dat de ernst van het feit zoals hierboven uiteengezet, in beginsel de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meerdere maanden meebrengt. Gelet op wat de reclassering naar voren heeft gebracht en wat ter terechtzitting is besproken, zal de rechtbank, in het kader van speciale preventie, de gevangenisstraf geheel voorwaardelijk opleggen.
De verdachte heeft sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis op 6 december 2023 volledige medewerking verleend aan de reclassering. Deze houding heeft geleid tot de positieve ontwikkelingen die in het hiervoor genoemde bericht van de reclassering naar voren komen. De rechtbank vindt het, in het belang van zowel de samenleving als de verdachte, wenselijk dat deze positieve ontwikkeling wordt voortgezet. Daarnaast heeft meegewogen dat de aangetroffen explosieven van langere tijd geleden lijken en dat de rechtbank er vertrouwen in heeft dat de verdachte al geruime tijd niet meer met explosieven in de weer is. Dit alles heeft bijgedragen aan de keuze voor een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf.
Met een geheel voorwaardelijk gevangenisstraf van lange duur wordt verder beoogd de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te begaan.
Alles overwegende legt de rechtbank aan de verdachte op een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Vanwege de ernst van het feit en om de verdachte te doordringen van het strafwaardige van zijn handelen, zal de rechtbank tot slot een onvoorwaardelijke taakstraf van 180 uren opleggen met aftrek van het voorarrest, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag. De taakstraf valt lager uit dan geëist, omdat de rechtbank de voornoemde persoonlijke omstandigheden van verdachte zwaarder laat wegen en omdat aannemelijk is dat het oude pijpbommen waren die verdachte door laksheid nog niet had verwijderd.
Voorlopige hechtenis
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het geschorste bevel voorlopige hechtenis opheffen.
6. Vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf
De rechtbank in Leeuwarden heeft aan de verdachte in de zaak met parketnummer 18/335759-21 op 8 augustus 2023 onder meer een gevangenisstraf van 90 dagen voorwaardelijk opgelegd, met een proeftijd van 2 jaar.