ECLI:NL:RBMNE:2025:6128
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking beroep door verzoeker in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 november 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen Stichting Philadelphia Zorg en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Verzoeker, Stichting Philadelphia Zorg, is eigenrisicodrager voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) en had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv, waarin een WIA-uitkering was toegekend aan een (ex)werknemer per 31 juli 2024, maar niet duurzaam. Het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond, waarna verzoeker beroep instelde. Tijdens de zitting op 15 juli 2025 werd het onderzoek aangehouden om het Uwv de kans te geven het bestreden besluit te herzien.
Op 24 oktober 2025 heeft het Uwv het bestreden besluit vervangen door een gewijzigde beslissing op bezwaar, waarin werd geoordeeld dat de (ex)werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Verzoeker heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling beoordeeld en vastgesteld dat het Uwv geheel aan verzoeker is tegemoetgekomen door de gewijzigde beslissing op bezwaar. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen en het Uwv veroordeeld tot betaling van € 907,- aan proceskosten, alsook het griffierecht van € 385,- te vergoeden.
De uitspraak benadrukt dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft deze uitspraak gedaan zonder zitting, en de beslissing is openbaar gemaakt op 14 november 2025.