ECLI:NL:RBMNE:2025:61
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkoop van facturen op basis van een factoringovereenkomst met boete en proceskosten
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 15 januari 2025, gaat het om de terugkoop van facturen die zijn verkocht op basis van een factoringovereenkomst. De eiseres, [eiseres] B.V., heeft twee facturen aan [gedaagde] B.V. verkocht, waarvan [onderneming] de debiteur is. De facturen bleken niet inbaar te zijn, wat leidde tot een geschil over de verplichtingen van [gedaagde] onder de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] verplicht is de facturen terug te kopen, omdat zij in strijd met de overeenkomst heeft gehandeld door facturen te verkopen zonder dat de goederen waren geleverd. Daarnaast moet [gedaagde] een contractuele boete van € 6.651,28 betalen, omdat zij garanties heeft geschonden die in de overeenkomst zijn opgenomen. De kantonrechter wijst de vordering van [eiseres] tot terugbetaling van het bedrag van € 6.651,28 toe, evenals de boete. De kantonrechter oordeelt dat er geen aanleiding is om de boete te matigen, ondanks de argumenten van [gedaagde] over de disproportionaliteit van de boete. Verder wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van proceskosten en wettelijke rente over de hoofdsom en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.