In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar verzoek om aanvullende schadevergoeding, ingediend op 22 maart 2023. De Dienst Toeslagen heeft op 23 september 2024 een verweerschrift ingediend, maar geen van de partijen heeft verzocht om een zitting. De rechtbank heeft het onderzoek daarop gesloten. De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, en dat de beslistermijn in deze zaak is overschreden. Eiseres heeft de Dienst Toeslagen op 6 juni 2024 in gebreke gesteld, en heeft vervolgens op 15 september 2024 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de Dienst Toeslagen nog geen besluit heeft genomen. De rechtbank draagt de Dienst Toeslagen op om binnen zes weken na de uitspraak een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn overschreden wordt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Dienst Toeslagen worden vergoed.