In deze zaak heeft de werknemer, die op 26 juni 2025 op staande voet is ontslagen, verzocht om vernietiging van het ontslag, doorbetaling van zijn loon en toelating tot zijn werkzaamheden, indien zijn gezondheid dat toelaat. De werkgever heeft verweer gevoerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag niet rechtsgeldig is, omdat er geen dringende reden voor het ontslag op staande voet aanwezig was. De werkgever had onvoldoende onderzoek gedaan naar de feiten en had de werknemer niet in de gelegenheid gesteld om te reageren op de beschuldigingen. De kantonrechter heeft de verzoeken van de werknemer toegewezen, waardoor het ontslag op staande voet is vernietigd en de werkgever is veroordeeld tot doorbetaling van het loon en toelating tot de werkzaamheden. Tevens is de werkgever veroordeeld in de proceskosten.