In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 24 januari 2025, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 6 januari 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiser heeft op 27 november 2024 beroep ingesteld, nadat verweerder op 7 februari 2024 in gebreke was gesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum voor een vooraankondiging op 4 maart 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het door hem betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.