Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 januari 2022 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag (meermalen gepleegd), diefstal en mishandeling;
- het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 20 december 2022 waarbij het cassatieberoep niet-ontvankelijk is verklaard;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 19 januari 2023;
- de vordering van de officier van justitie van 25 november 2024 die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
- het verlengingsadvies van CTP [locatie] van 7 november 2024, opgemaakt door [A] (psychiater) en [B] (directeur behandeling), inhoudend het advies om de tbs met verpleging te verlengen met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene over de periode 15 december 2023 tot en met 7 augustus 2024.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
- de officier van justitie, mr. N. Schapendonk;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. Y.H.G. van der Hut, advocaat te Den Haag;
- de aan de inrichting verbonden deskundige [deskundige] .
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en zal daarom de maatregel met twee jaren verlengen.
7.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.