Uitspraak
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
tenzijde wetgever besluit om toch weer huurovereenkomsten voor bepaalde tijd mogelijk te maken. Dat is volgens [eiseres] ook logisch, want in dat geval – als de wetgever huurovereenkomsten voor bepaalde tijd toch weer mogelijk had gemaakt – dan had [gedaagde] nog nieuwe onderhuurovereenkomsten kunnen aangaan. Die huurovereenkomsten had [eiseres] dan kunnen overnemen omdat die toch vanzelf zouden aflopen. [eiseres] had dan geen belang gehad bij het leeg en vrij van huur opleveren van de appartementen. Maar aangezien de Wet vaste huurcontracten in werking is getreden, moet [gedaagde] alle appartementen leeg en vrij van huur opleveren, aldus [eiseres] .