ECLI:NL:RBMNE:2025:5657

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 oktober 2025
Publicatiedatum
3 november 2025
Zaaknummer
C/16/598601 / KL ZA 25-207
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verwijdering van negatieve Google-reviews door incassobedrijf afgewezen

In deze kortgedingprocedure vordert [eiseres sub 2] c.s., een incassobedrijf, van Google de verwijdering van drie negatieve reviews die op hun bedrijfsvermelding op Google zijn geplaatst. Eiseres sub 2 heeft eerder aan Google gevraagd om tien negatieve reviews te verwijderen, waarvan er zeven zijn verwijderd vanwege schending van het beleid. Na de dagvaarding heeft Google nog een review verwijderd, maar de resterende twee reviews blijven onderwerp van geschil. De voorzieningenrechter heeft op 31 oktober 2025 uitspraak gedaan en de vorderingen van [eiseres sub 2] c.s. afgewezen. De rechter oordeelt dat de reviews niet onrechtmatig zijn, omdat de inhoud en bewoordingen subjectieve meningen zijn en niet als feitelijke beschuldigingen kunnen worden gekwalificeerd. De voorzieningenrechter stelt vast dat de vorderingen onvoldoende zijn onderbouwd en dat er geen bewijs is dat de reviews grievend zijn. Eiseres sub 2 c.s. wordt veroordeeld in de proceskosten van Google, die in totaal € 1.999,00 bedragen.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Lelystad
Zaaknummer: C/16/598601 / KL ZA 25-207
Vonnis in kort geding van 31 oktober 2025
in de zaak van

1.[eiseres sub 1] B.V.,

te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [eiseres sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [eiseres sub 2] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eiseres sub 2] c.s.,
advocaten: mr. J.G.J. van Groenendaal en mr. P . P .A. Steijvers,
tegen
GOOGLE IRELAND LTD,
te Dublin (Ierland),
gedaagde partij,
hierna te noemen: Google,
advocaten: mr. A.J. Tromp en mr. A.I.L. Meiring.

1.De procedure

1.1.
De volgende stukken zitten in het procesdossier:
- de dagvaarding van 25 augustus 2025 met producties (1-12),
- de conclusie van antwoord van 8 oktober 2025 met producties (1-2),
- de aanvullende producties van [eiseres sub 2] c.s. (13-18).
1.2.
Op 13 oktober 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken en de advocaten van partijen hebben spreekaantekeningen voorgedragen, die ook aan het procesdossier zijn toegevoegd. Aan het einde van de zitting heeft de rechter bepaald dat uiterlijk op 3 november 2025 vonnis zal worden gewezen. Omdat het vonnis eerder klaar is, wordt deze vandaag uitgesproken.

2.De kern

2.1.
[eiseres sub 2] is een onderneming die diensten verleent op het gebied van onder meer incasso. [eiseres sub 1] is enig bestuurder en aandeelhouder van [eiseres sub 2] . Bij de bedrijfsvermelding van [eiseres sub 2] op Google zijn een aantal negatieve reviews geplaatst. [eiseres sub 2] c.s. heeft vóór deze procedure aan Google gevraagd om tien van deze reviews te verwijderen. Google heeft er toen zeven verwijderd vanwege beleidsschendingen. In deze procedure vordert [eiseres sub 2] c.s. van Google de verwijdering en het verwijderd houden van de overgebleven drie reviews en daaraan vergelijkbare beschuldigingen gericht aan haar en haar zuster en/of dochtervennootschappen. Google heeft na de dagvaarding nog een van de overgebleven reviews verwijderd (die van ‘ [naam 1] ’). Partijen verschillen van mening over de vraag of de laatste twee reviews en daaraan vergelijkbare beschuldigingen ook moeten worden verwijderd. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [eiseres sub 2] c.s. af.

3.De beoordeling

De voorzieningenrechter is bevoegd en het Nederlands recht is van toepassing
3.1.
Google is gevestigd in Ierland. Daarom heeft het geschil een internationaal karakter en moeten de (internationale) rechtsmacht en het toepasselijk recht worden beoordeeld. De vorderingen van [eiseres sub 2] c.s. zijn gebaseerd op een door [eiseres sub 2] c.s. gestelde onrechtmatige daad, waarbij de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan in Nederland. Volgens artikel 7 aanhef en lid 2 van de herschikte EU-Verordening (EU 1215/2012) heeft de voorzieningenrechter daarom rechtsmacht en is zij bevoegd om over de zaak te beslissen. De door [eiseres sub 2] c.s. gestelde schade wordt geleden in Nederland. Volgens artikel 4 lid 1 Rome II-Verordening (EG 864/2007) is daarom Nederlands recht van toepassing.
Algemeen
3.2.
Het gaat hier om een kortgedingprocedure. In een kortgedingprocedure wordt gevraagd om een spoedmaatregel te nemen. De wet gaat ervan uit dat na de kortgedingprocedure een gewone rechtszaak zal komen. Dit heet een ‘bodemprocedure’. Een kortgedingprocedure loopt op een bodemprocedure vooruit. In kort geding moet daarom worden ingeschat of een bodemrechter de vordering waarschijnlijk zal toewijzen. Een kortgeding uitspraak is daarom niet meer dan een voorlopige beslissing. Daarom moeten belangrijke feiten duidelijk zijn, want tijd voor bewijslevering is er niet. Daarnaast moet een spoedeisend belang bij de gevraagde maatregel aanwezig zijn.
3.3.
Het spoedeisend belang van [eiseres sub 2] c.s. ligt in de aard van de zaak besloten. [eiseres sub 2] c.s. stelt dat zij voortdurend schade lijdt door negatieve reviews bij haar bedrijfsvermelding op Google. Hoewel Google aanvoert dat het grootste deel van deze reviews al is verwijderd en de resterende reviews niet prominent zichtbaar zijn op de bedrijfspagina van [eiseres sub 2] , zijn de reviews online beschikbaar en daarmee kenbaar voor het in de diensten van [eiseres sub 2] c.s. geïnteresseerde publiek. Vanwege de doorlopende inbreuk op haar rechten kan van [eiseres sub 2] c.s. niet worden gevergd dat zij met betrekking tot deze kwestie het oordeel van de bodemrechter afwacht. Zij kan daarom worden ontvangen in haar vorderingen.
3.4.
Toewijzing van beide vorderingen van [eiseres sub 2] c.s. kan pas aan orde zijn als de inhoud en/of bewoordingen van de respectievelijke reviews onrechtmatig zijn tegenover [eiseres sub 2] c.s. Daarbij wordt vooropgesteld dat een review die in strijd is met het beleid van Google niet om die reden onrechtmatig is tegenover [eiseres sub 2] c.s. Een review kan naar inhoud en bewoordingen onrechtmatig zijn als deze niet is gebaseerd op daadwerkelijke ervaringen van de recensent met de aanbieder, als deze feitelijk onjuist is of als deze onnodig grievend is. Dit moet per review individueel worden beoordeeld. De beoordeling van andere reviews in andere gerechtelijke procedures werken dus niet zomaar door in deze procedure.
3.5.
De drie reviews waarvan [eiseres sub 2] c.s. vordert om deze te verwijderen en verwijderd te houden betreffen de reviews van ‘ [naam 1] ’, ‘ [letter] ’ en ‘ [naam 2] ’.
De review van ‘ [naam 1] ’ is al verwijderd
3.6.
Google heeft onweersproken gesteld dat de review van recensent ‘ [naam 1] ’ na de dagvaarding is verwijderd en verwijderd zal worden gehouden, omdat deze een schending van haar beleid oplevert. De voorzieningenrechter heeft geen reden om eraan te twijfelen dat Google zicht houdt aan die toezegging. De vordering tot de verwijdering en het verwijderd houden van deze review zal daarom worden afgewezen.
De reviews van ‘ [letter] ’ en ‘ [naam 2] ’ zijn niet onrechtmatig
3.7.
In de review van recensent ‘ [letter] ’ staat het volgende:
“fraude. [bedrijfsnaam] is ander Name van [eiseres sub 2] . Het versturen van valse en niet-authentieke facturen. Er wordt geen bevestiging uitgevoerd. Zelfs als je bewijs levert, zeggen ze dat ze het niet nodig hebben. Je moet betalen, ze proberen je op te lichten. Er was geen enkele communicatie. Er worden alleen betalingsgegevens verzonden. Geloof de goede recensies niet. Ze zijn allemaal nep.”
In de review van recensent ‘ [naam 2] ’ staat het volgende:
“Ik ben zeer ontevreden over de werkwijze en beschouw de acties als oplichting. De dreigementen zijn volstrekt onacceptabel en veroorzaken onnodige stress. Ik verwacht dat het bedrijf onmiddellijk stopt met deze praktijken. Deze mensen komen met eisen van bedragen die niet kunnen. Ze komen heel agressief en arrogant over. Nooit meer!”
3.8.
[eiseres sub 2] c.s. stelt allereerst dat de reviews niet authentiek zijn. [eiseres sub 2] c.s. heeft niet onderbouwd waarom de review van ‘ [letter] ’ niet authentiek zou zijn. [eiseres sub 2] c.s. heeft het namelijk bij haar onderbouwing alleen over de review van ‘ [naam 2] ’. Volgens [eiseres sub 2] c.s. is het twijfelachtig deze recensent bestaat, omdat die accountnaam niet bij haar bekend is en niet door haar wordt aangetroffen in openbare bronnen. Dat [eiseres sub 2] c.s. de accountnaam van de schrijver van een review niet herkent of kan traceren, betekent niet dat het hier niet kan gaan om een daadwerkelijke klantervaring. Het is ook mogelijk en niet ongebruikelijk dat een recensent een review plaatst onder een pseudoniem. Voor zover [eiseres sub 2] c.s. dus met haar stelling dat de reviews niet authentiek zijn bedoeld heeft te zeggen dat de reviews geen daadwerkelijke klantervaringen betreffen, gaat de voorzieningenrechter daar niet in mee.
3.9.
[eiseres sub 2] c.s. stelt bovendien dat de reviews onjuist zijn. Zij voert aan dat ze in de reviews wordt beschuldigd van ‘fraude’ en ‘oplichting’ en dat dit geen subjectieve, maar feitelijke verwijten zijn. In de tekst van de tweede review staat “ik (…) beschouw de acties als oplichting”. Hier is geen sprake van een feitelijke kwalificatie. Met deze review wordt niet de suggestie gewekt dat [eiseres sub 2] door de rechtbank is veroordeeld voor fraude. De recensent deelt alleen zijn of haar eigen beschouwing. Een beschouwing is een subjectief belevingsoordeel, waarvan de feitelijke (on)juistheid zich niet objectief laat vaststellen. In de review staat verder dat bepaalde dreigementen “volstrekt onacceptabel” zijn en “onnodige stress” veroorzaken bij de recensent, dat [eiseres sub 2] “bedragen eist die niet kunnen” en dat [eiseres sub 2] “heel agressief en arrogant” over komt. Ook deze klachten betreffen subjectieve belevingsoordelen, waarvan de feitelijke (on)juistheid niet objectief kan worden vastgesteld.
In de tweede review staat de tekst “fraude” en “je moet betalen, ze proberen je op te lichten”. Ook hier is geen sprake van een feitelijke kwalificatie. De woorden ‘fraude’ en ‘oplichting’ zijn in het normaal gangbare taalgebruik brede begrippen en worden niet alleen in een strafrechtelijke context gebruikt. Volgens de voorzieningenrechter zal de gemiddelde lezer de inhoud van deze review niet als een strafrechtelijk verwijt begrijpen.
3.10.
Niet is gesteld of gebleken dat de in de reviews gebruikte bewoordingen grievend van aard zijn. [eiseres sub 2] c.s. heeft alleen gesteld dat een georganiseerde groep bestaat waarin kwaadwillende personen zich hebben verzameld om in overleg en systematisch negatieve en onjuiste reviews te plaatsen bij de bedrijfsvermelding van [eiseres sub 2] op Google. Volgens [eiseres sub 2] c.s. heeft deze groep het doel om [eiseres sub 2] c.s. schade toe te brengen. [eiseres sub 2] c.s. weet naar eigen zeggen niet welke personen in deze groep zitten en of dat dezelfde personen zijn die de ter discussie staande reviews hebben geplaatst. Dat een samenhang bestaat tussen de groep kwaadwillende personen en deze reviews staat daarom niet vast. Zelfs als deze samenhang wel zou vaststaan, zouden de reviews niet alleen om die reden onrechtmatig zijn.
3.11.
[eiseres sub 2] c.s. verwijst ter verdere onderbouwing van de onrechtmatigheid van de ter discussie staande reviews naar het verstekvonnis van deze rechtbank van 9 april 2025. In dat vonnis – waarin gelet op het karakter van de verstekprocedure slechts een marginale toets heeft plaatsgevonden - is geoordeeld dat een andere partij dan Google onrechtmatig heeft gehandeld tegenover [eiseres sub 2] c.s. Het vonnis heeft gezag van gewijsde gekregen. Dat betekent dat aan de beslissingen in het vonnis bindende kracht toekomt in een ander procedure tussen
dezelfdepartijen. Omdat Google geen partij was bij de procedure die tot het vonnis van 9 april 2025 heeft geleid, zijn de beslissingen daarin niet bindend voor partijen. Daarbij komt dat uit het verstekvonnis, anders dan [eiseres sub 2] c.s. kennelijk daaruit afleidt, niet blijkt dat beschuldigingen onder alle omstandigheden onrechtmatig zijn. Bovendien geldt, zoals de voorzieningenrechter in 3.4 heeft overwogen, dat de beoordeling van een review in een gerechtelijke procedure niet zomaar doorwerkt in andere procedures. De onrechtmatigheid moet per review individueel worden beoordeeld.
3.12.
Kortom, de conclusie is dat de onrechtmatigheid van de twee overgebleven reviews niet is gebleken. De vorderingen tot verwijdering en het verwijderd houden van deze reviews zal daarom worden afgewezen. De bijbehorende gevorderde dwangsom zal ook worden afgewezen.
De vordering tot het verwijderen en verwijderd houden van vergelijkbare reviews is onvoldoende onderbouwd
3.13.
De vordering van [eiseres sub 2] c.s. om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis vergelijkbare beschuldigingen gericht aan [eiseres sub 2] c.s. en zuster- en/of hun dochtervennootschappen, afkomstig van dezelfde accounts en/of IP-adressen van al haar platformen te verwijderen en verwijderd te houden is onvoldoende onderbouwd. [eiseres sub 2] c.s. voert aan dat zij wil voorkomen dat zij van hetzelfde wordt beschuldigd, maar dan met licht verschillende termen (zij noemt als voorbeeld het gebruik van ‘bedrog’ in plaats van ‘oplichting’). Ook voor reviews die [eiseres sub 2] c.s. vergelijkbaar vindt met de in deze zaak ter discussie staande reviews geldt dat per review individueel moet worden beoordeeld of deze onrechtmatig is tegenover [eiseres sub 2] c.s. Voor zover [eiseres sub 2] c.s. met ‘vergelijkbare’ reviews bedoelt ‘identieke’ reviews, geldt dat niet is gesteld of gebleken dat bij de bedrijfsvermelding van [eiseres sub 2] op Google een review is geplaatst die identiek is aan de review van ‘ [naam 1] .’ Zoals genoemd in overweging 3.6 vormt deze review volgens Google een schending van haar beleid en is deze daarom verwijderd en zal deze verwijderd worden gehouden. Over de reviews van ‘ [letter] ’ en ‘ [naam 2] ’ is hiervoor al geoordeeld dat deze niet onrechtmatig zijn tegenover [eiseres sub 2] c.s. Hetzelfde geldt voor daaraan identieke reviews.
3.14.
De vorderingen tot verwijdering en het verwijderd houden van reviews met vergelijkbare beschuldigingen zal daarom worden afgewezen, nog daargelaten dat onduidelijk is wie precies de zuster- en /of dochtervennootschappen van [eiseres sub 2] c.s. zijn (die hebben zich in ieder geval niet in deze procedure gesteld). De bijbehorende gevorderde dwangsom zal ook worden afgewezen.
3.15.
Omdat de vorderingen van [eiseres sub 2] c.s. worden afgewezen, kunnen de overige verweren van Google in het midden worden gelaten.
[eiseres sub 2] c.s. moet de proceskosten betalen
3.16.
[eiseres sub 2] c.s. is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Google worden begroot op:
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.999,00

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
wijst de vorderingen van [eiseres sub 2] c.s. af,
4.2.
veroordeelt [eiseres sub 2] c.s. in de proceskosten van € 1.999,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiseres sub 2] c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M.J. Schoenaker en in het openbaar uitgesproken op
31 oktober 2025.