ECLI:NL:RBMNE:2025:559
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- B. Fijnheer
- M.L. Bressers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tegen betaald parkeren in Zeist
Op 6 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak UTR 24/8231, waarin verzoeker een voorlopige voorziening heeft aangevraagd tegen het Aanwijzingsbesluit voor het instellen van betaald parkeren in Zeist. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek kennelijk ongegrond is. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen spoedeisend belang is, aangezien het college van burgemeester en wethouders van Zeist heeft aangegeven dat de invoering van het betaald parkeren is uitgesteld tot 1 april 2025. Dit uitstel is genomen om het bezwaar van verzoeker en anderen zorgvuldig te kunnen behandelen. De voorzieningenrechter heeft verder opgemerkt dat de voorbereidingen voor de invoering van betaald parkeren, zoals het bestellen van borden en plaatsen van parkeerautomaten, geen onomkeerbare maatregelen zijn en derhalve geen spoedeisend belang opleveren. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.