ECLI:NL:RBMNE:2025:5569

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 oktober 2025
Publicatiedatum
28 oktober 2025
Zaaknummer
600864
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onteigening en vervroegde plaatsopneming in het kader van de Onteigeningswet

In deze zaak heeft de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Woerden op 8 oktober 2025 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Midden-Nederland, met het doel een rechter-commissaris en deskundigen te benoemen voor een vervroegde opneming van onroerende zaken in het kader van een voorgenomen onteigening. Het verzoek is gedaan op basis van artikel 54a van de Onteigeningswet. De rechtbank heeft op 29 oktober 2025 uitspraak gedaan in deze zaak.

De Gemeente heeft in haar verzoekschrift aangegeven dat er een Koninklijk Besluit is genomen op 9 november 2024, waarbij bepaalde onroerende zaken ter onteigening zijn aangewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Gemeente de nodige stappen heeft ondernomen, waaronder het overleggen van bewijsstukken en het betekenen van exploten aan belanghebbenden. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de Onteigeningswet nog van toepassing is, ondanks de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024, omdat het verzoek voor deze datum is ingediend.

De rechtbank heeft de Gemeente in de gelegenheid gesteld om de deskundige te benoemen en heeft mr. J.M. van Wegen aangewezen als rechter-commissaris. De deskundige, ing. H.M. Dorenbosch, is benoemd voor de opneming van de onroerende zaak. De rechtbank heeft verder bepaald dat de kosten van het verzoek, inclusief advertentiekosten, voor rekening van de Gemeente komen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken op 13 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Lelystad
Zaaknummer / rekestnummer: C/16/600864 / HL RK 25-48
Beschikking van 29 oktober 2025
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE WOERDEN,
te Woerden,
verzoekende partij,
hierna te noemen: de Gemeente;
advocaat: mr. C.M.E. Verhaegh,
tegen

1.[belanghebbende 1] ,

te [plaats 1] ,
hierna te noemen [achternaam] sr.,
2.
[belanghebbende 2],
te [plaats 1] ,
hierna te noemen: [achternaam] jr.,
3. STEDIN NETBEHEER B.V.,
te Rotterdam,
hierna te noemen: Stedin,
belanghebbenden.

1.De procedure

1.1.
De Gemeente heeft bij verzoekschrift, ter griffie van deze rechtbank ingekomen op 8 oktober 2025, een verzoek ex artikel 54a Onteigeningswet (Ow) ingediend. Het verzoek strekt tot benoeming van een rechter-commissaris en één deskundige, althans een oneven aantal deskundigen, ten behoeve van een vervroegde opneming van een onroerende zaak in het kader van een voorgenomen onteigening, met bepaling van de dag waarop de opneming door de deskundige(n) zal plaatsvinden, en met de bepaling dat de deskundige(en) conform artikel 54e Ow een voorlopig oordeel geeft/geven over de schadeloosstelling.
1.2.
Op 15 oktober 2025 heeft de Gemeente de exploten van betekening – conform artikel 54b lid 1 Ow – overgelegd.
1.3.
Ten slotte is een datum voor deze tussenbeschikking bepaald

2.De feiten

2.1.
Bij brief van 18 december 2023 heeft de Gemeente de Kroon verzocht over te gaan tot aanwijzing ter onteigening van de onroerende zaken, zoals hierna nader omschreven.
2.2.
Het ontwerp Koninklijk Besluit heeft met de daaraan ten grondslag liggende stukken van 23 april 2024 tot en met 3 juni 2024 ter inzage gelegen bij de gemeente Woerden en bij Rijkswaterstaat. De Gemeente heeft het bewijs als bedoeld in artikel 23 onder 2° Ow overgelegd.
2.3.
Bij Koninklijk Besluit van 9 november 2024 (nummer 2024002464), gepubliceerd in de Staatscourant van 5 december 2024 (nummer 39360) zijn ten name van de Gemeente de volgende onroerende zaken ter onteigening aangewezen:
Van de onroerende zaak,
kadastraal bekend,
gemeente [plaats 1]
grondplan nr.
te onteigenen grootte m2
als
ter grootte van m2
sectie & nr.
1
4.745
52.14
[letter] [nummeraanduiding 1]
2
985
4.97
(thans na splitsing 1.359)
[letter] [nummeraanduiding 2]
(thans na splitsing bekend als [letter] [nummeraanduiding 3] )
2.4.
Blijkens de openbare registers van het Kadaster is [achternaam] jr. de eigenaar van perceel L [nummeraanduiding 1] en is [achternaam] sr. de eigenaar van perceel [letter] [nummeraanduiding 3] .
2.5.
Perceel [letter] [nummeraanduiding 3] is belast met een zakelijk recht als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Belemmeringenwet Privaatrecht ten name van Stedin.
2.6.
Perceel [letter] [nummeraanduiding 3] is ook belast met een erfdienstbaarheid van weg ten behoeve van het heersend erf zijnde het perceel [letter] [nummeraanduiding 1] .
2.7.
Van het bestaan van andere zakelijk gerechtigden of belanghebbenden in de zin van artikel 3 en 4 Ow is niet gebleken.

3.De beoordeling

3.1.
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De Onteigeningswet is komen te vervallen. Op grond van artikel 4.4 Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet is de Onteigeningswet in deze zaak nog van toepassing, omdat vóór 1 januari 2024 een verzoek tot het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 72a Onteigeningswet is ingediend.
3.2.
De Gemeente heeft verzocht een rechter-commissaris en één deskundigen, althans een oneven aantal deskundigen, te benoemen voor een vervroegde opneming door de deskundigen van de te onteigenen onroerende zaak, zoals bedoeld in artikel 54a Ow.
3.3.
De Gemeente is voornemens om de vervroegde onteigening van de onder randnummer 2.3 genoemde onroerende zaken te vorderen.
3.4.
De Gemeente is voornemens om bij dagvaarding aan [achternaam] jr. als schadeloosstelling voor de onteigening van het perceelsgedeelte van perceel [letter] [nummeraanduiding 1] een bedrag van € 94.000,0 + PM (deskundigenkosten en belastingschade) aan te bieden, en aan [achternaam] sr. voor het perceelsgedeelte van perceel [letter] [nummeraanduiding 3] een bedrag van € 16.500,- + PM (deskundigenkosten en belastingschade).
3.5.
De Gemeente is voornemens om Stedin bij dagvaarding een schadeloosstelling van nihil aan te bieden, omdat het zakelijke recht op perceel [letter] [nummeraanduiding 3] op kosten van de Gemeente opnieuw op de onroerende zaak zal worden gevestigd.
3.6.
De Gemeente is voornemens om de rechthebbende van de erfdienstbaarheid een schadeloosstelling van nihil aan te bieden, omdat er geen schade wordt geleden nu de erfdienstbaarheid en de onteigeningsprocedure dezelfde strekking hebben. De erfdienstbaarheid houdt namelijk in dat de verharde weg op het dienend erf (perceel [letter] [nummeraanduiding 3] ) gebruikt mag worden om te kunnen komen en gaan van en naar het heersend erf (perceel [letter] [nummeraanduiding 1] ). De onteigening strekt er (onder andere) toe de verharde weg op het thans nog dienende erf als openbare weg voor het algemene publiek in stand te houden waaronder de gebruikers van het thans nog heersende erf.
3.7.
De stukken bedoeld in artikel 54a lid 2 Ow zijn overgelegd en overeenkomstig artikel 54b Ow is aan belanghebbenden een afschrift van het verzoek betekend.
3.8.
Naar het oordeel van de rechtbank kan – gelet op de beperkte omvang van de onroerende zaken en verwachte beperkte complexiteit van de begroting van de schadeloosstelling – worden volstaan met de benoeming van één deskundige.
3.9.
Bij brief van 16 oktober 2025 zijn de Gemeente, [achternaam] sr. en [achternaam] jr. bericht dat de rechtbank voornemens is om ing. H.M. Dorenbosch als deskundige te benoemen. Zij hebben daartegen geen bezwaar gemaakt.
3.10.
Verder is het verzoek op de wet gegrond en kan het worden toegewezen als hierna vermeld.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
benoemt mr. J.M. van Wegen tot rechter-commissaris;
4.2.
benoemt tot deskundige voor de opneming van de ligging en gesteldheid van de
onroerende zaak:
ing. H.M. Dorenbosch
adres: [adres] , [postcode] [plaats 2]
telefoon: [telefoonnummer]
e-mail: [e-mailadres]
4.3.
bepaalt dat verzoekster, belanghebbenden en de deskundige uiterlijk op
12 november 2025bij brief aan de rechtbank kunnen opgeven op welke dagen zij in de maanden
januari tot en met april 2026verhinderd zijn, daarbij moeten ten minste 15 dagen, of 30 dagdelen, vrij zijn gelaten waarop de opneming van de ligging en gesteldheid van de onroerende zaak kan plaatsvinden;
4.4.
bepaalt dat voor het opgeven van verhinderdagen geen nader uitstel zal worden verleend;
4.5.
bepaalt dat wanneer de tijd en plaats van de plaatsopneming bekend zijn de in de gemeente Woerden verschijnende editie van het Algemeen Dagblad als nieuws- en advertentieblad wordt aangewezen als het nieuwsblad waarin de aankondiging als bedoeld in artikel 54d Ow moet geschieden;
4.6.
bepaalt dat de Gemeente kopieën van het verzoekschrift en de daarbij behorende stukken aan de deskundige dient toe te zenden;
4.7.
bepaalt dat partijen uiterlijk twee weken voor de datum van de descente de stukken waarop zij tijdens de descente een beroep wensen te doen alsmede de stukken die voor de plaatsopneming relevant zijn dienen toe te zenden aan de rechtbank met een afschrift aan de andere partij en de deskundige;
4.8.
bepaalt dat de kosten van dit verzoek, waaronder de advertentiekosten en van de opneming door de deskundige ten laste van de Gemeente komen;
4.9.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. van Wegen en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2025.
45353