ECLI:NL:RBMNE:2025:5551

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
UTR 25/6145
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening demonstratie in Utrecht

Op 25 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van de beweging ‘Samen tegen Fascisme’. Verzoekers wilden een demonstratie houden op het Domplein in Utrecht op 26 oktober 2025, maar de burgemeester had hen verplicht om deze te houden op het Moreelsepark. De burgemeester stelde dat er ernstige vrees was voor wanordelijkheden als de demonstratie op het Domplein zou plaatsvinden, mede door de aanwezigheid van andere groepen die bekend staan om gewelddadig gedrag. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester voldoende had gemotiveerd waarom het Domplein niet veilig was voor de demonstratie en dat de aanwijzing van het Moreelsepark als locatie gerechtvaardigd was. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor de demonstratie op het Moreelsepark kon plaatsvinden. De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van de burgemeester om het recht op demonstratie te beperken ter voorkoming van wanordelijkheden, en dat de veiligheid van de openbare orde voorop staat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/6145

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van25 oktober 2025 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

de beweging ‘Samen tegen Fascisme, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], uit [woonplaats] , verzoekers
(gemachtigde: mr. W.H. Jebbink),
en

de burgemeester van de gemeente Utrecht,

(gemachtigde: mr. O. Boubkari).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen het voorschrift van de burgemeester om de door hen aangekondigde demonstratie op 26 oktober 2025 van 13.00 tot 17.00 uur te laten plaatsvinden op het Moreelsepark in Utrecht.
1.1.
De burgemeester heeft dit voorschrift gegeven bij besluit van 24 oktober 2025. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht een voorziening te treffen die inhoudt dat het hen is toegestaan de demonstratie te laten plaatsvinden op het Domplein in Utrecht, zoals eerder door hen aangekondigd.
1.2.
De burgemeester heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De voorzieningenrechter ziet af van het houden van een zitting, omdat onverwijlde spoed dat vereist [1] .

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3. Verzoekers hebben de burgemeester op 19 oktober 2025 in kennis gesteld van het voornemen om op 26 oktober 2025 te demonstreren in Utrecht. Verzoekers hebben de burgemeester geïnformeerd dat zij om 13:00 uur zullen verzamelen op het Domplein, dat zij rond 13:30 uur over de Zadelstraat naar de Mariaplaats lopen, dan over de Mariastraat en de Steenstraat, via het Vredenburg, naar de Smakkelaarskade en van de Sijpesteijnkade naar het Moskeeplein, waar ze rond 14.30 uur willen aankomen en de afsluitende toespraken willen houden.
4. Het gaat in deze zaak om een beperking van het recht op demonstratie [2] van verzoekers. De burgemeester mag het recht om te demonstreren beperken als dat nodig is om wanordelijkheden te voorkomen. [3] Daarvoor gelden wel strenge eisen. De burgemeester heeft in dit geval van deze bevoegdheid gebruik gemaakt. De burgemeester heeft voorgeschreven dat de demonstratie dient plaats te vinden op het Moreelsepark en daar ook moet blijven. Er mag geen route gelopen worden door de stad.
5. Verzoekers accepteren dat zij geen route mogen lopen door de stad, maar zijn het niet eens met de aangewezen locatie. Zij willen demonstreren op het Domplein. Allereerst is dit de plaats die zij in hun kennisgeving hebben aangegeven. Daarnaast is het volgens verzoekers volstrekt aannemelijk dat zij en de deelnemers aan hun demonstratie vreedzaam zijn en blijven. Op de derde plaats hebben verzoekers belang bij bescherming van hun veiligheid en die van de deelnemers aan hun demonstratie. Het besluit tot de aanwijzing van het Moreelsepark als enige demonstratielocatie is door de burgemeester niet gemotiveerd. Verder voeren verzoekers aan dat er geen sprake is van bestuurlijke overmacht; op geen enkele wijze is (concreet en inzichtelijk) uitgelegd waarom niet op het Domplein kan worden gedemonstreerd.
6. De voorzieningenrechter is het met verzoekers eens dat de burgemeester in haar besluit van 24 oktober 2025 niet heeft gemotiveerd waarom de demonstratie niet op het Domplein kan plaatsvinden. In het verweerschrift heeft de burgemeester naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter wel afdoende gemotiveerd en aannemelijk gemaakt dat ernstig gevreesd moet worden voor wanordelijkheden als de demonstratie plaatsvindt op het Domplein. De burgemeester heeft zich daarbij mede gebaseerd op twee bestuurlijke rapportages van de politie, te weten de rapportages van 22 en 24 oktober 2025.
7. In die bestuurlijke rapportages is door de politie in kaart gebracht wat er rond de demonstratie speelt en kan spelen. Van belang is dat tegelijkertijd met de demonstratie van verzoekers een demonstratie ‘Nationaal Protest’, zijnde een anti-immigratie demonstratie, in Utrecht was aangekondigd door [A] , namens ‘Nederland in Opstand’. Op 22 oktober 2025 heeft [A] via sociale media bekend gemaakt dat deze demonstratie is afgelast. Echter, diverse anti-immigratie groepen waaronder: ‘Nederland zegt NEE tegen AZC’, Defend Netherlands en de Nederlandse Nationalistische Beweging roepen op social media op om zondag 26 oktober 2025 alsnog naar het Domplein te komen. Een aantal van deze groepen, zo staat in de rapportages vermeld, staat bekend om hun oproepen tot geweld tegen anti-fascistische bewegingen, de overheid en de politie en was betrokken bij gewelddadige confrontaties in Den Haag op 20 september 2025, in Amsterdam op 12 oktober 2025, en op 14 oktober 2025 in Houten en Uithoorn. Tijdens die confrontaties vonden vernielingen, geweld tegen personen en politie plaats en zijn meerdere aanhoudingen verricht. Doordat de organisator van ‘Nederland in Opstand’ zich heeft teruggetrokken, is er geen aanspreekpunt meer voor de demonstratie ‘Nationaal Protest’, waardoor nu elk sturingsmechanisme ontbreekt en de situatie juist gevaarlijker is geworden. Er wordt rekening gehouden met de komst van enkele honderden anti-immigratie demonstranten. Onduidelijk is hoe deze groep demonstranten zich door de stad gaat verplaatsen.
Verder acht de voorzieningenrechter van belang dat de politie tijdens een verkiezingsdebat van de Universiteit Utrecht op 22 oktober 2025 heeft moeten ingrijpen tussen voor- en tegenstanders van Thierry Baudet, waarbij Defend Netherlands en Antifa aanwezig waren. Volgens de burgemeester is cruciaal dat de politie heeft gehoord dat beide groepen tegen elkaar zeiden dat ze elkaar komende zondag wel weer zouden treffen in Utrecht. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester hiermee voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat gevreesd moet worden voor wanordelijkheden als bedoeld in artikel 2 van de Wom. Het feit dat verzoekers stellen zelf vreedzaam te zijn en niet uit op een confrontatie, kan hier niet aan afdoen.
8. Om de demonstratie van verzoekers toch mogelijk te maken heeft de burgemeester het Moreelsepark aangewezen als locatie om te demonstreren. Een demonstratie op het Domplein is niet voldoende veilig te houden volgens de burgemeester, zelfs niet met de voorgenomen grootst mogelijke inzet van politie in de recente geschiedenis van Utrecht. Het Domplein ligt in de drukke binnenstad met winkelend publiek, horeca en bewoners rondom het plein. Beide groepen hebben de expliciete wens geuit naar het Domplein te gaan. Zonder organisator bij de anti-immigratie demonstranten bestaat de zeer reële dreiging dat zij massaal naar het Domplein trekken. Een confrontatie is dan onvermijdelijk. Het Domplein kent meerdere toegangswegen via steegjes en straatjes die niet allemaal zijn af te schermen. Het realistische scenario van het gooien van zwaar vuurwerk op deze drukke locatie – zoals ook omschreven in de bestuurlijke rapportages en het verweerschrift – zorgt ervoor dat een demonstratie daar kan leiden tot ernstige wanordelijkheden. Het Moreelsepark is volgens de burgemeester wel voldoende te beveiligen, omdat deze locatie overzichtelijker is, het aantal toegangswegen beperkt is en er veel minder winkelend publiek in de omgeving is.
9. Verzoekers hebben hier naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende tegen in gebracht. Dat het Domplein een belangrijke symbolische plek is voor ‘Samen tegen Fascisme’, omdat de Domkerk een kerk is waar iedereen welkom is en waarvan de deuren altijd open staan, weegt niet op tegen het belang van de burgemeester van een veilig verloop van de demonstratie. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat verzoekers hun demonstratie al hebben gepromoot onder de vermelding van het Domplein als locatie.

Conclusie en gevolgen

10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. De burgemeester mag het recht op demonstratie van verzoekers beperken. Dit betekent dat de door verzoekers op
26 oktober 2025 om 13.00 uur aangekondigde demonstratie kan plaatsvinden op het Moreelsepark en niet op het Domplein.
10.1. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 oktober 2025 door
mr. M.M. Vollebregt-Kuipers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
mr.M.L. Bressers, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 9, eerste lid, van de Grondwet.
3.Artikelen 2 en 5 van de Wet openbare manifestaties (Wom).