4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelenvoor feit 1 (primair)
1) Uit het
proces-verbaal van aangiftevan 3 oktober 2024 blijkt dat [slachtoffer 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Plaats delict: ’s-Graveland
Pleegdatum/tijd: tussen 3 oktober 2024 om 19:25 uur en 19:40 uur
Op 3 oktober 2024 omstreeks 19:25 uur lag ik in mijn bed. Ik had een tasje/koffertje naast mij in bed liggen. Daar zat in totaal drieduizend euro in. In het tasje had ik ook juwelen. Dit waren twee diamanten armbanden, twee diamanten ringen, een zilveren tabaksdoosje en een goud pillendoosje van Cartier. Ook zaten er twee bankpassen in het tasje. Ook zat er een taxi-pas in. Ik hoorde een geluid en toen hoorde ik mevrouw [slachtoffer 3] (de rechtbank begrijpt: aangeefster [slachtoffer 3] ) gillen. Ik hoorde verzorgster [slachtoffer 1] gillen. Ze zei dat ze was bedreigd met een revolver. Toen kwam er ineens een persoon, gebukt lopend, mijn kamer binnen. Ik zag dat de man direct met gebogen houding naar de open kast liep. In die open kast lagen een aktetas, een beautycase, een dokterstas en nog een tas. De persoon pakte deze alle vier. Vervolgens kwam de persoon naar mij toe, ging aan mijn rechterkant staan en pakte het tasje die ik bij mij had van mij af. Daarna ging de persoon direct weg. In de aktetas en andere tassen die meegenomen zijn, zitten bankpapieren, papieren van concentratiekampen en correspondentie.
2) Uit het
proces-verbaal van aangiftevan 4 oktober 2024 blijkt dat [slachtoffer 1] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Op 3 oktober 2024 omstreeks 19:37 uur was ik aan het werk te [woonplaats] . Ik liep de kamer in met mevrouw [slachtoffer 3] . Ik zag ineens een man in de kamer. Ik zag dat hij een voorwerp in zijn handen had, wat ik herkende als een pistool. Ik zag dat hij het pistool tegen mijn hoofd aanduwde. Ik voelde dat het pistool hard tegen mijn hoofd aangeduwd werd. Ik voelde dat het pijn deed. Ik hoorde hem zeggen dat ik een kamer in moest. Terwijl hij met zijn ene hand het vuurwapen tegen mijn hoofd vasthield, duwde hij met zijn andere hand mevrouw [slachtoffer 3] naar de grond. Ik zag dat mevrouw [slachtoffer 3] op de grond lag en dat hij zijn voet op mevrouw [slachtoffer 3] haar rug zette. Hij schopte mevrouw [slachtoffer 3] meerdere keren tegen haar rug. Ik hoorde mevrouw [slachtoffer 3] schreeuwen van de pijn. Toen hij mevrouw [slachtoffer 3] met zijn voet tegen de grond hield, zag ik dat hij de deur naar de achterste kamer opende. Ik hoorde hem zeggen dat wij de achterste kamer in moesten. Ik liep de achterste kamer in. Ik hoorde hem zeggen: 'neem haar mee’. Enkele momenten later was ik weer teruggelopen naar de eerste kamer. Ik zag door de ruiten van de kamer de dader wegrennen. Ik hoorde vanuit kamer negen luidkeels geroepen worden: 'ik ben beroofd!'.
3) Uit het
proces-verbaal van aangiftemet bijbehorende fotobijlage van 11 oktober 2024 blijkt dat [slachtoffer 3] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
V: Wat kunt u mij vertellen over wat er op 3 oktober is gebeurd?
A: Nadat ik op de grond werd gegooid, voelde ik dat diegene met zijn poten op mijn rug begon te stampen. Ik was met [slachtoffer 1] in de woning. Wij zijn naar de kamer van mevrouw [B] gelopen. Ik hoorde een mannenstem. Het eerste wat ik hoorde is dat de man met een zeer bedreigende stem riep dat ik op de grond moest gaan liggen. Ik voelde dat de man mij een harde zet gaf waardoor ik op de grond terechtkwam. Ik voelde dat ik hard tegen de grond aankwam en meteen daarna is de man met zijn volle gewicht op mij gaan staan. Door de duw heb ik letsel en pijn aan mijn pols overgehouden. Mijn pols had gebloed. Ik zag dat ik een wond eraan overgehouden had. Ik voelde dat de man met zijn volle voet op mijn rug ging staan waardoor ik niet meer overeind kon komen. De man riep ondertussen ook een paar keer, met harde dreigende stem, dat ik moest blijven liggen en dat de deur dicht moest.
V: Hoe ging de man op uw rug staan met zijn voet? Was dat hard, zacht of anders?
A: Het was zeker niet zacht. Ieder keer als ik probeerde op te staan kreeg ik zijn voet op mijn rug en hij riep daarbij: "liggen jij!". Ik heb door wat er gebeurde daar een pijnlijke rug aan overgehouden. Die is nu nog steeds stijf. Hij heeft wel echt een paar keer vol met zijn voet op mijn rug gestompt waardoor ik geen kant op kon. Ik probeerde wel eronderuit te komen maar dat lukte niet.
V: Waar heeft u nog meer pijn door de mishandeling?
A: Ik zag later dat ik een opgezwollen lip had. Ik voelde aan de binnenkant van mijn lip dat daar een klein sneetje in zat. De huisarts heeft uiteindelijk geconstateerd dat ik gekneusde ribben had en een gekneusde pols.
4) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 5 oktober 2024 blijkt dat verbalisant [verbalisant 1] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Op 3 oktober 2024 omstreeks 19:00 uur had er een gewapende overval in een woning aan het [adres] te [woonplaats] plaatsgevonden. Ik hoorde dat er een BMW-autosleutel op de plaats delict was aangetroffen. Op 4 oktober 2024 omstreeks 00:55 uur reed ik over het [straat] . Ik had de genoemde autosleutel meegenomen. Ik klikte meermaals op de ontgrendeling van de autosleutel. Ik zag hierop de alarmlichten van een langs de weg geparkeerde auto oplichten. Ik zag dat de auto ter hoogte van [adres] geparkeerd stond. Ik zag dat het een BMW met het kenteken [kenteken] (de rechtbank begrijpt: [kenteken] ) betrof. Ik heb vervolgens het genoemde kenteken in de politiesystemen bevraagd. Ik zag dat het kenteken op naam van [bedrijf] B.V. stond. Ik zag meerdere digibonnen (verkeersovertredingen) waarbij het kenteken geregistreerd stond. Ik zag dat drie van deze verkeersovertredingen, de laatste in februari 2024, waren begaan door
[verdachte] , geboren [1971] . Ik zag dat [verdachte] op de [adres] te [woonplaats] woont. Ik liep hierop naar de rij geparkeerde voertuigen waar ik de genoemde BMW tussen had zien staan. Ik zag dat de BMW weg was. Ik ben hierop naar de [adres] in [woonplaats] gereden. Ik zag daar omstreeks 02:00 uur ter hoogte van huisnummer [huisnummer] hetzelfde genoemde voertuig met kenteken [kenteken] staan.
5) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 4 oktober 2024 blijkt dat verbalisant [verbalisant 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Op 4 oktober 2024 om 01:11 uur heb ik het bedrijf [bedrijf] B.V. opgebeld. Ik kreeg een man aan de telefoon welke opgaf te zijn genaamd [getuige] . Ik vroeg aan hem of zij ook een auto op het bedrijf hadden met het kenteken [kenteken] . Dit bevestigde hij. Ik hoorde hem zeggen dat de persoon welke in het voertuig zou rijden hem vanavond had gebeld dat hij zijn sleutel kwijt was en hij had vanavond de reservesleutel opgehaald. Ik vroeg hem wie er in het voertuig zou moeten rijden. Ik hoorde dat hij zei: ‘ [verdachte] ’.
6) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 4 oktober 2024 blijkt dat verbalisant [verbalisant 3] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Op 4 oktober 2024 omstreeks 09:35 uur zagen wij dat de BMW geparkeerd stond op de [straat] in [woonplaats] . De [straat] betreft een zijstraatje van de [straat] in [woonplaats] . De BMW stond op ongeveer 150 meter afstand van de woning van de verdachte geparkeerd. Omstreeks 09:55 uur zag ik dat een persoon de weg overstak en in de richting van de BMW liep. Nadat ik het rijbewijs van de verdachte heb gecontroleerd, zag ik dat het om [verdachte] ging. Ik vroeg vervolgens aan de verdachte waar de sleutels waren van de BMW. Vervolgens stak de verdachte zijn hand in zijn jaszak en haalde hij een sleutelbos tevoorschijn waar een BMW-autosleutel aan hing. Tijdens de fouillering trof ik een zwarte Apple iPhone aan. Tijdens de fouillering zag ik dat de telefoon van de verdachte in een van de achterste zakken van zijn broek zat en op het scherm zat waarmee je het toestel kan uitschakelen.
7) Uit het
proces-verbaal van verhoor getuigevan 5 oktober 2024 blijkt dat [getuige] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
V: Hoeveel sleutels had [verdachte] van de BMW?A: Hij had één sleutel en heeft mij donderdagavond, laat, gebeld toen hij de sleutel kwijt was van de auto. Er zouden allemaal spullen van hem in de auto liggen aan huissleutels enzo. Hij is toen naar kantoor gekomen om de sleutel op te halen en dat was rond 23:45/00:00 uur. Ik ben speciaal voor hem naar kantoor gereden omdat hij de sleutel nodig had.V: Hoe kwam [verdachte] verder over bij u? Nerveus of rustig?A. Een beetje gestrest, hoe hij eruitzag en hoe snel hij naar binnen kwam voor de sleutel. We hebben elkaar maar kort gesproken, omdat hij snel weer weg was.V: Hoe laat heeft [verdachte] u gebeld?A: 23:46.
V: Kunt u aantonen door middel van een screenshot van uw belhistorie hoe laat hij u gebeld heeft?A: Ik zag dat [verdachte] mij belde met een nummer dat ik niet herkende. [verdachte] zei toen dat dat het telefoonnummer was van de taxichauffeur waarmee hij ’s avonds op kantoor stond. Op de screenshot gaat het om het tweede telefoonnummer van boven, dus [telefoonnummer] ..
8) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 8 oktober 2024 blijkt dat verbalisant [verbalisant 4] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Er is onderzoek verricht naar het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit de CIOT-bevraging bleek het nummer te zijn tenaamgesteld bij een reeds overleden persoon genaamd [C] , adres [adres] te [woonplaats] . Uit onderzoek in het register kadaster bleek dat de woningstichting Eigen Haard eigenaar is van het pand [adres] te [woonplaats] .
9) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 11 oktober 2024 blijkt dat verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, hebben verklaard:
Op 11 oktober 2024 deelde ik, verbalisant, [verbalisant 5] , [getuige] mede dat wij gegevens wilde vorderen over aangenomen opdrachten die zijn verricht in de periode juli 2024. Ik deelde mede dat wij met name geïnteresseerd waren in het adres [adres] te [woonplaats] . Wij, verbalisanten, hoorden [getuige] direct roepen “dat adres zijn wij nu mee bezig! Dat loopt sinds week 40, dus afgelopen en vorige week. Daar is [verdachte] ook geweest. Dat is een opdracht van de woningbouw waar een persoon is overleden in de woning. Dat kan goed dat dat al in juli is geweest”.
10) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 25 oktober 2024 met bijbehorende bijlage blijkt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Op 11 oktober 2024 was de werkgever van verdachte, [getuige] , in het bezit van de track and trace gegevens van de BMW, voorzien van het kenteken [kenteken] . De werkgever [getuige] overhandigde aan de rechercheurs een rittenstaat van een voertuig [kenteken] in de periode 3 oktober 2024 tot en met 4 oktober 2024.
Track and trace gegevens BMW voorzien van het kenteken [kenteken] .
Tijd:
Status:
Locatie:
16:37 uur
Beweging
[adres] te [woonplaats]
16:53 uur
Contact uit
[adres] te [woonplaats]
17:08 uur
Beweging
[adres] te [woonplaats]
17:19 uur
Contact uit
A10, 1079 LL te Amsterdam
18:18 uur
Beweging
A10, 1079 LL te Amsterdam
18:18 uur
Contact uit
A10, 1096 te Amsterdam
Op de Track and trace lijst is te zien dat de track and trace gegevens BMW voorzien van het kenteken [kenteken] op 4 oktober 2024 te 01:05 uur weer zichtbaar is.
Tijd:
Status:
Locatie:
01:05 uur
Beweging
[adres] , [woonplaats] .
11) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 8 november 2024 blijkt dat verbalisant [verbalisant 7] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Bij verdachte [verdachte] werd op 4 oktober 2024 een mobiele telefoon, merk Apple, type iPhone 12 Pro, aangetroffen met goednummer 3414406. Ook werd er bij verdachte [verdachte] een tas aangetroffen met daarin onder andere een mobiele telefoon, merk Samsung, type Galaxy met goednummer 3414394. Ik heb mijn onderzoek gericht op de volgende sporendragers:
Sporendrager 1:Goednummer / Omschrijving: 3414406 - Telefoon - iPhone 12 proCategorie: TelefoonSIN-Nummer: AAJT0696NL
Sporendrager 2:Goednummer / Omschrijving: 3414394 Telefoon - Samsung A34Categorie: TelefoonSIN-Nummer: AAJT0694NL
Aan de hand van bovenstaande onderzoeksvraag kwam ik tot de volgende bevindingen:
Sporendrager 1:Ik zag dat Sporendrager 1 is uitgeschakeld op 03-10-2024 om 18:05:13 (UTC+2). Ik zag dat Sporendrager 1 weer werd ingeschakeld op 04-10-2024 om 01:31:27 (UTC+2).
Sporendrager 2:In de database van de applicatie genaamd "Rubin" de volgende databases.- Database met de gelogde locaties,- Database met de bewegingsdetectie,- Database met de WIFI status,
Ik zag dat de volgende locaties waren gelogd op het toestel vanaf 2 oktober 2024:
Nr
Time_string
Weergavenaam
1
3-10-2024
18:16
[straat] , ‘s-Graveland
2
3-10-2024
17:49
Amsterdamseweg, Uithoorn
3
3-10-2024
17:12
Van Leijenberghlaan, Amsterdam
4
3-10-2024
16:52
Arent Janszoon Ernststraat, Amsterdam
5
3-10-2024
16:48
Van Leijenberghlaan, Amsterdam
6
3-10-2024
16:44
Bulgerstein, Amsterdam
7
3-10-2024
16:39
President Kennedyplantsoen, Amsterdam
8
3-10-2024
16:38
Waalstraat, Amsterdam
9
3-10-2024
16:36
[straat] , Amsterdam
Ik zag aan de bewegingslog het volgende:
RUN
2024/10/03
19:35:56
STATIONARY
2024/10/03
18:23:45
STATIONARY
2024/10/03
16:37:04
WALK
2024/10/03
16:29:38
STATIONARY
2024/10/03
08:51:55
LOGGING_START
2024/10/0307:48:11
Aan de hand van bovenstaande zag ik dat sporendrager 2 op 3 oktober 2024 tussen 08:51 uur en 16:29 uur geen bewegingsdetectie heeft gedetecteerd. Ik zag dat sporendrager 2 om 16:29 uur beweging detecteerde welke deze identificeerde als zijnde lopen. Ik zag dat sporendrager 2 om 16:37 uur een beweging detecteerde welke deze identificeerde als zijnde een voertuig. Ik zag dat sporendrager 2 om 18:23 uur geen beweging detecteerde welke deze identificeerde als zijnde stilstaan. Ik zag in de locatie database dat sporendrager 2 zich op dat moment op het [straat] ter hoogte van perceelnummer [huisnummer] te [woonplaats] bevond. Ik zag dat sporendrager 2 om 19:35 uur een beweging detecteerde welke deze identificeerde als rennen.
ssid
bssid
connection_type
time-string
[nummer]
[nummer]
DISCONNECTED
2024/10/0316:35:09
[nummer]
[nummer]
CONNECTED
2024/10/0222:02:09
Ik heb bovenstaande WIFI-netwerken vergeleken met de WIFI-netwerken welke aanwezig waren op Sporendrager 1. Ik zag dat het WIFI-netwerk " [WIFI-netwerk] " ook een bestaand netwerk was op Sporendrager 1. Ik zag op sporendrager 1 de volgende informatie met betrekking tot dit netwerk:
wifi.network. [WIFI-netwerk]
BSSID : AsciiString = [nummer]
IPv4NetworkSignature : AsciiString = IPv4.Router= [nummer] ;IPv4.RouterHardwareAddress= [nummer] IPv6NetworkSignature : AsciiString = IPv6. Prefix= [nummer] . RouterHardwareAddress= [nummer]LocationLatitude : real = [nummer]
LocationLongitude : real = [nummer]
LocationTimestamp : date = [nummer] .
Bovengenoemde locatie gegevens is op de [straat] ter hoogte van perceelnummer [huisnummer] te [woonplaats] . Het genoemde adres, is het woonadres van verdachte [verdachte] , welke tevens beslagene is van de eerder genoemde sporendrager 1 en sporendrager 2. Ik zag bij het WIFI netwerk " [WIFI-netwerk] " het volgende: Ik zag dat Sporendrager 2 verbonden was van 2 oktober 2024 om 22:02:09 uur en dat de verbinding verbroken werd op 3 oktober 2024 om 16:35:09 uur. Dit betekent dat Sporendrager 2 tussen deze tijden in de omgeving was van de [adres] te [woonplaats] .
Google maps applicatie:Ik zag in de database van de applicatie van Google Maps de volgende zoekopdrachten:
De aangegeven tijdstippen zijn aangegeven in UTC+0. Ten tijde van het incident was de tijd UTC+2.
Ik zag dat er enkele afbeeldingen waren opgeslagen op Sporendrager 2- Foto 1: Tas met inhoud. Tevens een hand zichtbaar.- Foto 2: Kist met inhoud. Op een formulier de naam ( [slachtoffer 2] ) van het slachtoffer te zien.- Foto 3: Koffer met diverse formulieren. Bij slachtoffer is oorlogsdocumentatie weggenomen. De volgende tekst is te lezen: " […] "
Foto 1:- Naam: [bestandsnaam] .jpg- Camera Make: Samsung- Camera Model: Galaxy A34 5G- Capture Time: 3-10-2024 23:17:26
Foto 2:- Naam: [bestandsnaam] .jpg- Camera Make: Samsung- Camera Model: Galaxy A34 5G- Capture Time: 3-10-2024 23:17:30
Foto 3:- Naam: [bestandsnaam] .jpg- Camera Make: Samsung- Camera Model: Galaxy A34 5G- Capture Time: 3-10-2024 23:17:26
Ik zag in de bovenstaande meta data van de afbeeldingen dat deze data overeenkomt met de fabrikant van de camera van Sporendrager 2. Ik zag dat de afbeeldingen opgeslagen waren in de map genaamd "DCIM". Dit staat voor "Digital camera images". Het besturingssysteem "Android", welke op deze telefoon geïnstalleerd is, gebruikt standaard twee (2) mappen. "DCIM" en "Pictures". Afbeeldingen welke gemaakt worden met de camera van de telefoon worden standaard opgeslagen in de map "DCIM". Afbeeldingen welke worden opgeslagen vanuit applicaties worden standaard opgeslagen in de map "Pictures".
12) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 1 april 2025 blijkt dat verbalisant [verbalisant 8] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
[verdachte] heeft aangegeven dat hij gebruik maakte van telefoonnummer [telefoonnummer] . Van dit nummer zijn de historische printgegevens opgevraagd over de periode 4 april tot en met 4 oktober 2024. Het betreft gegevens van provider Odido. Nummer [telefoonnummer] maakt op 3 oktober 2024 om 16:39 uur contact met de mast Vreelandseweg te Kortenhoef. Vervolgens wordt om 16:46 uur contact gemaakt met de mast Vreelandseweg te Kortenhoef en om 17:16 uur met de mast Slotlaan te Loenersloot. Tussen 3 oktober 17:16 uur en 4 oktober 01:31 uur zijn er geen registraties te zien.
*De historische gegevens zijn i.v.m. mogelijke herleidbaarheid naar personen verwijderd.
Inzake mastgegevens dient het volgende te worden opgemerkt: Spraak-/data-/printertap en historische telecomgegevens bevatten onder andere informatie over het type verbinding dat tot stand is gekomen, datum en tijdstip van de verbinding, het bedienende basisstation (hierna: zendmast) en de antenne (hierna: Cell-ID). Samen geven deze gegevens een beeld van de locatie van de gebruiker van een telefoontoestel met bijbehorend telefoonnummer.
Het is van belang om te vermelden dat de providers Odido en KPN hebben aangegeven dat er bij data-registraties niet mag worden aangenomen dat in alle gevallen op de weergegeven starttijd c.q eindtijd, gebruik is gemaakt van de weergegeven Cell-ID. Er mag wel worden aangenomen dat er ergens gedurende het geregistreerde tijdsbestek van de bewuste datasessie daadwerkelijk gebruik is gemaakt van de weergegeven Cell-ID. De vermelde Cell-ID kan dus gerelateerd zijn aan het begin van een sessie, het einde of ergens tussentijds.
Naast de bovenstaand genoemde registraties op 3 oktober 2024, wordt in de opgevraagde periode ook op 26 september 2024 op 14:04 uur contact gemaakt met de mast Slotlaan te Loenersloot en om 14:46 uur met de masten Slotlaan te Loenersloot en Vreelandseweg te Kortenhoef. Contact met de mast in Loenersloot is tijdens een gesprek, deze tijd- en mastgegevens zijn wel betrouwbaar.
Op 27 september 2024 om 15:54 uur wordt contact gemaakt met de mast Middenweg te Nederhorst den Berg, om 15:55 uur met de mast Vreelandseweg te Kortenhoef en om 15:58 uur de masten De Kwakel en Vreelandseweg te Kortenhoef. Contact met de masten in Kortenhoef is tijdens gesprekken, deze tijd- en mastgegevens zijn wel betrouwbaar.
*De historische gegevens zijn i.v.m. mogelijke herleidbaarheid naar personen verwijderd.
13) Uit de
rapporten van Centrum voor Biometriemet bijbehorende onderbouwing van 27 maart 2025, opgemaakt door X.R. Asanredjo en E.O. Thormar, onderzoekers, blijkt dat voornoemde onderzoekers onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, hebben verklaard:
Bij het Centrum voor Biometrie is er op 13 februari 2025 een aanvraag binnengekomen om vergelijkend onderzoek uit te voeren met de handen uit het veiliggestelde beeldmateriaal, afkomstig van de in beslag genomen mobiele telefoon met goednummer 3414394. Met de aanvraag van dit onderzoek zijn er afbeeldingsbestanden geleverd: twee afbeeldingen als opsporingsmateriaal met afbeeldingen van handen en zeven afbeeldingen van handen als referentiemateriaal. Deze zijn in het rapport “vergelijkend onderzoek 14BRUGGE24” verwerkt. De onderzoekers hebben de volgende morfologische kenmerken van de hand met elkaar vergeleken:
De dorsale bewegingsplooien op de knokkels van de vingers
Huidrimpels
Patroon van haargroei
Aanwezige huidvlekken
De overeenkomende kenmerken zijn door de onderzoekers gewaarmerkt op de vergelijkingsafbeeldingen. De onderzoekers hebben de volgende overige aanvullende opvallende overeenkomsten waargenomen:
De vorm van de handen: de vorm en de lengte van de vingers en hand komen overeen.
De onderzoekers hebben de volgende overeenkomsten met licht verklaarbare afwijkingen waargenomen:
Huidvlekken: zowel op de opsporingsafbeelding als de referentieafbeelding is waarneembaar dat er op dezelfde locaties een aantal huidvlekken aanwezig zijn.De vlekken wijken licht van elkaar af. Dit is te verklaren door de tijd die tussen de opsporings- en referentieafbeelding zit en door andere belichting. De aanvrager heeft aangegeven dat de referentieafbeeldingen op 3 januari 2025 zijn gemaakt. De opsporingsafbeelding met kenmerk [bestandsnaam] is gemaakt op 4oktober 2024 en opsporingsafbeelding met kenmerk [bestandsnaam] is op 1 maart 2020 gemaakt.
Na de gezamenlijke bespreking zijn de onderzoekers tot de conclusie gekomen dat er veel aanwijzingen zijn dat de hand op opsporingsafbeelding [bestandsnaam] van dezelfde persoon afkomstig is als van de referentieafbeeldingen. Ook zijn de onderzoekers tot de conclusie gekomen dat er aanwijzingen zijn dat de hand op opsporingsafbeelding [bestandsnaam] van dezelfde persoon afkomstig is als op de referentieafbeelding.
14) Uit de
verklaring van verdachte ter terechtzittingvan 10 oktober 2025 blijkt dat verdachte onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Ik was de gebruiker van de BMW met kenteken [kenteken] .
Ik heb op 3 oktober rond 00:00 uur de reservesleutel van de BMW met kenteken [kenteken] opgehaald bij mijn werkgever in [woonplaats] . Kort daarna heb ik de BMW opgehaald bij het [straat] in [woonplaats] .
De hand die zichtbaar is op één van de foto’s waarop een gedeelte van de buit zichtbaar is, gemaakt op 3 oktober 2024 om 23:17:26 met de Samsungtelefoon met goednummer 3414394, is mijn hand.
Ik heb tijdens een ontruiming van een woning de Samsungtelefoon met goednummer 3414394 meegenomen. De iPhone met goednummer 3414406 is mijn telefoon.
Het oordeel van de rechtbank (feit 1 primair)
Vaststelling van de feiten
Op 3 oktober 2024 rond 19:30 uur in [woonplaats] heeft er een gewapende overval in een zorginstelling plaatsgevonden, waarbij onder andere een geldbedrag, meerdere juwelen en documenten zijn weggenomen. Op de grond van de kamer waaruit de goederen zijn weggenomen is een autosleutel van een BMW met kenteken [kenteken] aangetroffen. Deze BMW stond op 4 oktober 2024 rond 0:55 uur geparkeerd ter hoogte van [adres] te [woonplaats] . De verdachte was de gebruiker van de BMW en heeft diezelfde avond rond middernacht de reservesleutel van de BMW opgehaald bij zijn werkgever. Vervolgens heeft de verdachte kort daarna de BMW, die in de buurt van de plaats delict geparkeerd stond, opgehaald. De BMW is omstreeks 02.00 uur nabij zijn woning aangetroffen.
Betrouwbaarheid verklaringen aangevers
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van de aangevers betrouwbaar zijn. De aangevers hebben uitgebreide verklaringen afgelegd en op hoofdlijnen hetzelfde verklaard over de gebeurtenissen op 3 oktober 2024 in de zorginstelling. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaringen van aangevers en is, nu de verschillende verklaringen elkaar ondersteunen, dan ook van oordeel dat die verklaringen als uitgangspunt kunnen dienen bij de verdere beoordeling van het tenlastegelegde.
Betrokkenheid verdachte
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte betrokken is geweest bij de overval op de zorginstelling op 3 oktober 2024 in
’s-Graveland. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt hiertoe als volgt.
Aan de hand van onderzoek aan de gegevens van de bij de verdachte in gebruik zijnde Samsung(telefoon), de iPhone en het track and trace systeem van de BMW kan de volgende tijdlijn worden geschetst.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] , toebehorend aan de iPhone die op dat moment in het bezit was van de verdachte, heeft daags voor de overval meerdere keren contact gemaakt met zendmasten in de (directe) nabijheid van de plaats waar de overval heeft plaatsgevonden.
Uit onderzoek is ook gebleken dat een dag voor de overval, op 2 oktober 2024, met de applicatie Google Maps op de Samsung is gezocht naar de straat- en plaatsnaam waar de overval heeft plaatsgevonden. De Samsungtelefoon was op dat moment verbonden met het wifi-netwerk dat gekoppeld was aan de woning van de verdachte. Uit onderzoek volgt dat de Samsung van 2 oktober 2024 om 22:02 uur tot 3 oktober 2024 om 16:35 uur onafgebroken verbinding heeft gemaakt met dit betreffende wifi-netwerk.
De track and trace gegevens van de BMW geven weer dat de BMW van de verdachte enkele minuten nadat de wifi-verbinding was verbroken (16:37 uur) richting het Gelderlandplein in Amsterdam is gereden. Voorgaande vindt bevestiging in de verklaring van de verdachte zelf dat hij rond dat tijdstip met zijn BMW bij zijn woning is vertrokken en boodschappen heeft gedaan op het Gelderlandplein.
Uit de track and trace gegevens blijkt dat de BMW daarna rechtstreeks naar de A10 in Amsterdam is gereden, waarna het track and trace systeem om 18:18 uur is uitgeschakeld.
De Samsung is op hetzelfde tijdstip (17:37 uur) als de track and trace van de BMW in beweging gekomen (gedetecteerd als zijnde voertuig) en is, nadat de telefoon eerst in de buurt van het Gelderlandplein is geweest, vlak voor de overval (18:16 uur) in de nabijheid van de plaats delict terechtgekomen.
De iPhone van verdachte blijkt vlak voor de overval (18:05 uur) te zijn uitgeschakeld. Rond het tijdstip waarop de overval plaatsvond (19:35 uur), waarbij volgens één van de aangevers de dader zou zijn weggerend, detecteerde de Samsungtelefoon een beweging die zich identificeerde als rennen.
Enkele uren na de overval is de verdachte in de nabijheid geweest van (een gedeelte van) de goederen die bij de overval zijn buitgemaakt. Dit volgt uit de foto’s die om 23:17 uur zijn gemaakt met de Samsung en waarop de hand van verdachte zichtbaar is.
Kort daarop (00:31 uur) is weer met de Samsung middels de applicatie Google Maps gezocht naar het adres van de overval. De iPhone van de verdachte is op hetzelfde tijdstip weer aangezet.
De BMW is omstreeks 02.00 uur gezien in de directe nabijheid van de woning van de verdachte. Dat vindt bevestiging in de track and trace, waaruit volgt dat – nadat de track and trace om 01.05 uur weer zichtbaar was – de BMW om 01.05 uur in beweging is gekomen op de [straat] in [woonplaats] en dat uiteindelijk om 01.43 uur het contact uit is gegaan. De auto stond toen op het adres [adres] in [woonplaats] , nabij de woning van de verdachte. Ook de iPhone maakt om 01.31 contact met een mast in [woonplaats] .
Verklaringen verdachte
De verdachte heeft tegenover de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij op 3 oktober 2024, na zijn bezoek aan het Gelderlandplein (rond 17:15 uur), met de BMW terug is gereden naar zijn woning in [woonplaats] . Ook heeft hij verklaard dat ene [D] rond 18:00 uur bij zijn woning kwam en de BMW, waarin de iPhone en Samsung nog aanwezig waren, heeft geleend en meegenomen. Daarnaast heeft de verdachte verklaard dat zijn hand zichtbaar is op één van de foto’s waarop een gedeelte van de buit zichtbaar is.
Nadat [D] bij de woning van de verdachte kwam om te vertellen dat hij sleutel van de BMW was kwijtgeraakt, zou [D] de verdachte tassen met daarin goederen hebben laten zien. Hoewel de verdachte deze goederen zou hebben vastgehouden, zou hij zelf geen foto’s van de goederen hebben gemaakt. Hij verklaart dat hij zich niet bewust was van de omstandigheid dat [D] de foto’s heeft gemaakt en dat niet heeft gezien. Hij ontkent dan ook enige betrokkenheid te hebben gehad bij de woningoverval. De rechtbank acht die verklaringen van de verdachte, gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, ongeloofwaardig en gaat daaraan voorbij.
De rechtbank betrekt daarbij verder nog de volgende omstandigheden. Allereerst heeft de verdachte bij de politie en ter terechtzitting op meerdere punten steeds wisselende en niet consistente verklaringen afgelegd. Bovendien lijken deze verklaringen in hoge mate te zijn afgestemd op de onderzoeksbevindingen van de politie.
Vaak nadat door de politie weer nieuwe onderzoeksbevindingen aan het dossier waren toegevoegd, heeft de verdachte zijn verklaring daarop afgestemd. De rechtbank neemt verder in aanmerking dat de verdachte niet uit eigen beweging enige concrete en verifieerbare gegevens heeft verstrekt die zijn verklaring ten aanzien van [D] onderbouwen. Het enkel noemen van de naam ‘ [D] ’ kan naar het oordeel van de rechtbank niet als zodanig gelden. Verder wordt de verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij rond 17:15 uur met de BMW terug is gereden naar zijn woning, niet ondersteund door enig bewijsmiddel. Integendeel, uit de track and trace gegevens van de BMW blijkt dat het voertuig na zijn bezoek aan het Gelderlandplein niet meer in de buurt van zijn woning is geweest. Ook uit de onderzochte gegevens van de Samsung blijkt niet dat de telefoon nog in de nabijheid van de woning is geweest.
De verklaring van de verdachte over zijn hand op de foto’s met de buit gelooft de rechtbank evenmin. Zelf als [D] de foto, waarop de hand van de verdachte zichtbaar is, zou hebben gemaakt, moet dit zo dicht in de buurt van de verdachte zijn geweest dat hij dit naar het oordeel van de rechtbank moet hebben opgemerkt.
De verdachte heeft een deel van de buitgemaakte goederen, slechts enkele uren nadat de overval op de zorginstelling had plaatsgevonden, voorhanden gehad. Deze omstandigheid, in samenhang met de verdere inhoud van de bewijsmiddelen beschouwd en de daaruit volgende tijdlijn zoals hiervoor geschetst, kan redengevend zijn voor het bewijs van het aan hem tenlastegelegde feit. De verdachte heeft daarvoor geen aannemelijke concrete en verifieerbare verklaring gegeven. Gelet op de bewijsmiddelen en de daaruit te trekken conclusies had het op de weg van de verdachte gelegen om opheldering te verschaffen en de redengevende bewijsmiddelen te ontzenuwen, wat hij heeft nagelaten. Voor het door de verdachte geschetste alternatieve scenario is geen enkel concreet aanknopingspunt te vinden, zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de verdachte de goederen heeft gestolen.
Conclusie
In onderling verband beschouwd, brengen deze feiten en omstandigheden de rechtbank tot het oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte op 3 oktober 2024 rond 19:30 uur op het Noordeinde in ’s-Graveland is geweest en de overval in de zorginstelling heeft gepleegd. De rechtbank komt dan ook tot een bewezenverklaring van het onder 1 primair tenlastegelegde.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat het procesdossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde medeplegen te komen. De verdachte zal van dit onderdeel worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen voor de feiten 2, 3 en 4
Deze feiten zijn door de verdachte begaan. De verdachte heeft bekend deze feiten te hebben gepleegd en de raadsman heeft geen vrijspraak bepleit van deze feiten. De rechtbank volstaat onder voornoemde omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- het in wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van bevindingen, genummerd MD1R024062, opgemaakt door [verbalisant 3] , hoofdagent bij politie Midden-Nederland, en gesloten op 4 oktober 2024
(paginanummers 38 tot en met 45);
- het in wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagnemingmet bijbehorende fotobijlage, genummerd MD1R024062-18, opgemaakt door [verbalisant 9] , brigadier bij politie Midden-Nederland, en gesloten op 4 oktober 2024
(paginanummers 52, 53, 64, 65, 68, 70 t/m 76, 79 t/m 81 en 84);
- het in wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal onderzoek verdovende middelenmet bijbehorende fotobijlage, genummerd 2024313906-29, opgemaakt door [verbalisant 10] , hoofdagent bij politie Midden-Nederland, en gesloten op 5 oktober 2024
(paginanummers 114 tot en met 121);
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 10 oktober 2024;
- het in wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagnemingmet bijbehorende fotobijlage, genummerd MD1R024062-18, opgemaakt door [verbalisant 9] , brigadier bij politie Midden-Nederland, en gesloten op 4 oktober 2024
(paginanummers 52, 53, 64, 65, 68, 70 tot en met 76, 79 tot en met 81 en 84);
- het in wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, genummerd 241004-605-304 en MD 2024313906, opgemaakt door [verbalisant 11] , hoofdagent bij politie Midden-Nederland, en gesloten op 7 oktober 2024
(paginanummers 184 en 185);
- een NFiDENT rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 7 oktober 2024, opgemaakt door ing. P.H. Walinga, NFI-deskundige, houdende een verklaring van voornoemde deskundige
(paginanummer 187);
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 10 oktober 2024;
- het in wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagnemingmet bijbehorende fotobijlage, genummerd MD1R024062-18, opgemaakt door [verbalisant 9] , brigadier bij politie Midden-Nederland, en gesloten op 4 oktober 2024
(paginanummers 52, 53, 64, 65, 68, 70 t/m 76, 79 t/m 81 en 84);
- het in wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van bevindingen, genummerd MD1R024062-185, opgemaakt door [verbalisant 12] , inspecteur bij politie Midden-Nederland, en gesloten op 6 mei 2025
(
paginanummers 550 en 551);
- een geschrift, te weten een
kennisgeving van inbeslagneming, genummerd 2024313906-16, opgemaakt door [verbalisant 12] en [verbalisant 13] , rapporteurs
(
paginanummers 90 tot en met 101);
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 10 oktober 2024.