4.3.Oordeel van de rechtbank
Overweging ten aanzien van de rechtmatigheid van het bewijs
De rechtbank stelt vast dat er tijdens de nacht van de overval op 4 november 2024 telefonisch contact was tussen de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] .
Verder staat vast dat de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] een aantal jaren eerder, in 2020, samen zijn veroordeeld voor het plegen van een woningoverval.
In de nacht van 4 november 2024 vond er ook woningoverval plaats waarbij gebruik werd gemaakt van een vuurwapen. Dit is een ernstige verdenking. De feiten en omstandigheden zoals op dat moment in die nacht bekend, waren voldoende om tot een redelijk vermoeden van schuld te komen ten aanzien van de verdachte. Hetgeen vervolgens bij het binnentreden en de daarop volgende doorzoeking is aangetroffen is dan ook op rechtmatige wijze verkregen en zal voor het bewijs worden gebruikt. Het verweer wordt verworpen.
De rechtbank oordeelt dat de feiten 2, 3 en 4 zijn bewezen.
Ten aanzien van feit 3 stelt de rechtbank vast dat de verdachte dit feit heeft bekend. De raadsman heeft, buiten het rechtmatigheidsverweer, geen vrijspraak bepleit voor dit feit. In die situatie hoeft de rechtbank niet de inhoud van de bewijsmiddelen op te schrijven.
Ten aanzien van de feiten 2 en 4
De rechtbank baseert dit oordeel op de volgende bewijsmiddelen:
De verklaring van de verdachte
Het klopt dat ik eind 2024 een handel in harddrugs heb overgenomen. Het klopt dat er een lading drugs bij mij is aangetroffen. Ik deed het allemaal zelf. De politie heeft een [naam] -lijn bij mij aangetroffen. Het klopt dat ik die telefoon heb overgenomen. De rechtbank houdt mij de op de tenlastelegging opgenomen hoeveelheden aangetroffen drugs voor. Ik zeg dat die hoeveelheden kloppen.
Proces-verbaal van doorzoeking
Op 7 januari 2025 omstreeks 6:00 uur, werd [verdachte] aangehouden in een woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Hij staat op dit adres ingeschreven.
Doorzoeking
Aansluitend aan de aanhouding werd de woning doorzocht. Er werden verschillende goederen inbeslaggenomen die, allemaal op de kamer van [verdachte] gevonden werden.
In het ladenblok in het middelste deel van de kledingkast op de kamer van [verdachte] , werd in de
bovenste lade tussen kleding een stapel bankbiljetten aangetroffen. Deze bankbiljetten zaten in stapeltjes verpakt met een elastiekje eromheen. De stapel werd geteld en bestond uit drie stapeltjes van duizend euro in biljetten van vijftig en twintig euro. In totaal was het drieduizend euro.
Achter de onderste lade van hetzelfde ladenblok werd (naast vermoedelijk verdovende middelen) nog een stapel geld aangetroffen. Het geld was op een vergelijkbare wijze verpakt als de andere stapel. Een stapel bankbiljetten die bestond uit kleinere stapeltjes met een elastiekje eromheen. De stapel werd geteld en bestond uit tien stapeltjes van duizend euro in biljetten van tweehonderd, honderd en vijftig euro. In totaal was het tienduizend euro.
Proces-verbaal van bevindingen
In onderzoek Schip werd een Samsung Galaxy A22 in beslag genomen onder verdachte [medeverdachte] , hij bleek ook de gebruiker te zijn. De Samsung bleek een dealer telefoon te zijn waarin gesprekken stonden die wezen op het handelen in verdovende middelen. Op de Samsung werd een gesprek aangetroffen tussen [A] (gebruiker van de telefoon) en ‘ [B] ’. Dit gesprek vond plaats op 14 november 2024. In dit gesprek geeft [A] aan dat hij niet meer in Nederland is. Vervolgens geeft [A] het nummer van een maatje van hem door die [B] kan bereiken totdat hij weer terug is de 26e. Het nummer van het maatje dat werd doorgegeven was [telefoonummer verdachte] . Het telefoonnummer [telefoonummer verdachte] bleek gekoppeld te zijn aan de Apple iPhone 13, in gebruik bij verdachte [verdachte] . Het telefoonnummer was gekoppeld een WhatsApp Business account met de naam ' [Whatsapp Business account] ’, dit account was gekoppeld aan de iPhone 13.
Ik zag dat, onder andere, de volgende user accounts gekoppeld waren aan de telefoon:
Telegram
Name: [Telegram naam verdachte]
Name: [Telegram naam 1]
Name: [Telegram naam 2]
Proces-verbaal van bevindingen
In dit proces-verbaal beschrijf ik de resultaten van het onderzoek van de telefoon waarvan de
gegevens hieronder vermeld staan. Dit onderzoek is aanvullend op het onderzoek genoemd in onderzoek in iPhone 13 telefoon [verdachte] .
Gegevens telefoon:
Merk: Apple, Type: iPhone 13, Telefoonnummer [Telegram naam 2]
Telegram: [Telegram naam verdachte] , [Telegram naam 1] , [Telegram naam 2]
Ik zag dat de gebruiker van de telefoon onder drie verschillende telegramnamen had gewerkt. Ik zag dat onder de telegramnaam [Telegram naam verdachte] tussen de periode van 26 oktober 2023 en 12 september 2024 14.374 berichten van prijslijsten waren geplaatst in verschillende Telegramgroepen.
Ik zag dat de gebruiker van de telefoon onder de telegramnaam [Telegram naam 1] tussen de periode van 3 februari 2024 tot en met 23 oktober 2024 3.184 berichten van prijslijsten had geplaatst in verschillende Telegramgroepen.
Ik zag dat de gebruiker van de telefoon onder de telegramnaam [Telegram naam 2] tussen de
periode van 13 februari 2024 tot en met 20 september 2024 6.617 berichten van prijslijsten had geplaatst in verschillende Telegramgroepen.
Proces-verbaal van bevindingen
De Samsung Galaxy A14 werd, op 7 januari 2024 inbeslaggenomen, op de [adres] te [woonplaats] , waar verdachte [verdachte] kort daarvoor buiten heterdaad was aangehouden. De telefoon lag op het bed, onder het kussen waarin verdachte [verdachte] lag ten tijde van de aanhouding. De telefoon stond ten tijde van de inbeslagneming aan.
k zag dat twee Whatsapp accounts waren gebruikt. Ik zag zowel WhatsApp Business en WhatsApp de gebruikersnaam [accountnaam verdachte] gebruikte.
Ik filterde op enkel WhatsApp en WhatsApp Business gesprekken en bekeek deze. Ik zag dat alle gesprekken gingen over de koop en verkoop van verdovende middelen en/ of afspreken van locaties en/ of sturen van prijslijsten van verdovende middelen.
Ik zag een gesprek tussen [accountnaam verdachte] @s.whatsapp.net) en een contact dat in de
telefoon opgeslagen staat als [accountnaam] @s.whatsapp.net). Ik zag dat [accountnaam verdachte] op 11 december 2024 een prijslijst stuurde met de prijzen van verschillende verdovende middelen. Ik zag dat [accountnaam] op 29 december 2024 voor iemand 3-MMC wilde kopen en dat ze een afspraak maakte om 3 gram 3-MMC te kopen voor 50,- euro. Ik zag dat [accountnaam verdachte] later op 30 december nog een ‘nieuwjaarsaanbieding’ stuurde waarin hij zegt dat ‘Team [accountnaam verdachte] ’ iedereen een gelukkig nieuwjaar wenst.
Laatste gesprek januari 2024:
Ik zag een gesprek tussen [accountnaam verdachte] @s.whatsapp.net) en een contact dat in de
telefoon opgeslagen staat als [contactnaam] @s.whatsapp.net). In het gesprek vroeg Ds of ze de prijslijst wilde zien en snus wilde kopen. Ik zag geen gesprek over een voltooide verkoop, maar het feit dat [accountnaam verdachte] de prijslijst stuurde, impliceerde dat hij op 6 januari 2024 nog steeds handelde in verdovende middelen.
Feit 3
De verdachte bekent dat hij het feit nummer 3, namelijk het bezit van 709,23 gram cocaïne en 23,93 gram MDMA, heeft gepleegd, zoals dit hieronder bewezen is verklaard. Namens hem is ook niet om vrijspraak van dat feit gevraagd. In die situatie hoeft de rechtbank niet de inhoud van de bewijsmiddelen op te schrijven. De rechtbank noemt daarom alleen de bewijsmiddelen waarop zij haar oordeel baseert
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2025;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking van 7 januari 2025, BVH 2024350427, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 446-467;
- de rapporten NFIDENT van het Nederlands Forensisch Instituut onder de zaaknummers 2025.01.09.035, aanvragen 001 tot en met 007, doorgenummerde pagina’s 482-488.
4.3.3.Bewijsoverwegingen
De periode van de drugshandel en het witwassen
De rechtbank stelt vast dat er bij de doorzoeking in de slaapkamer van de verdachte twee telefoons zijn aangetroffen waarop diverse chatberichten staan die zien op de handel in harddrugs.
De verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij pas eind 2024 de dealertelefoon, de zogenaamde ‘ [accountnaam verdachte] -lijn’ heeft overgenomen en daarvoor niet heeft gehandeld in harddrugs. Dat laatste vindt de rechtbank niet aannemelijk. Uit de berichten op de telefoon die bij de verdachte is aangetroffen, blijkt namelijk dat al sinds 26 oktober 2023 onder de telegramnaam [Telegram naam verdachte] diverse harddrugs worden aangeboden. Die berichten bevatten geen aanwijzing dat de telefoon van eigenaar is gewisseld en de verdachte heeft dit ook niet verder onderbouwd. Op grond van deze omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte al vanaf 26 oktober 2023 handelde in harddrugs.
Gezien deze lange handelsperiode vindt de rechtbank het niet aannemelijk dat de verdachte hiermee slechts 1.000 euro heeft verdiend, zoals hij betoogt. De verdachte heeft geen aannemelijke verklaring kunnen geven voor het bij hem aangetroffen contante geldbedrag van 13.000 euro en de aangetroffen kostbare designergoederen, reden waarom de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat dit geldbedrag en deze goederen afkomstig zijn van de handel in harddrugs. De verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan witwassen