ECLI:NL:RBMNE:2025:5480
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van voorgeschoten bedragen door VvE, geen verjaring
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 oktober 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser] en [gedaagde] over de terugbetaling van voorgeschoten bedragen door [eiser] aan de Vereniging van Eigenaren (VvE). De procedure volgde op een tussenvonnis van 2 juli 2025 en een mondelinge behandeling op 24 september 2025. De partijen zijn eigenaren van appartementsrechten in hetzelfde pand en hebben afgesproken dat [eiser] de kosten voor gas, elektriciteit en onderhoud van de VvE zou voorschieten voor [gedaagde], die financieel niet in staat was om haar deel te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een afspraak tussen partijen bestond over het voorschieten van deze kosten, ondanks dat [gedaagde] dit betwistte. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van [eiser] niet verjaard was, omdat de verjaringstermijn pas begint te lopen na aankondiging van de opeising. Uiteindelijk is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 14.894,00 aan [eiser], vermeerderd met wettelijke rente vanaf 24 september 2025. Daarnaast zijn buitengerechtelijke kosten van € 962,75 toegewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, omdat [gedaagde] meerdere keren om specificaties had gevraagd en [eiser] zijn vordering pas later deugdelijk had onderbouwd.