Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
hierna te noemen: DV ,
1.De procedure
- de producties 1 tot en met 34 van BBN,
- de conclusie van antwoord van de Gemeente,
- de producties 1 tot en met 6 van de Gemeente,
van antwoord van DV ,
- de producties 1 tot en met 3 van DV .
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken.
2.Waarover gaat dit kort geding?
3.De achtergrond van dit kort geding
a. in haar plan van aanpak de lopende opdracht niet heeft geëvalueerd en geen verbeteringen heeft voorgesteld,
- de vordering genoemd in 3.3. onder 1 afgewezen,
- de Gemeente geboden om de voorlopige gunningsbeslissing van 20 november 2024 in te trekken, en het plan van aanpak van alle inschrijvers (dus ook die van DV) opnieuw door dezelfde beoordelingscommissie te laten beoordelen.
19 september 2025 [1] deze provisionele vordering toegewezen. Deze beslissing luidt als volgt:
verbiedt de gemeente, hangende het oordeel van het hof in deze hogerberoepprocedure, over te gaan tot definitieve gunning van de opdracht aan DV , dan wel het sluiten van de overeenkomst met DV“.
a. intrekking van de voorlopige gunningsbeslissing van 17 juni 2025,
c. een gebod om de inschrijvingen van alle inschrijvers (met uitzondering van die van DV) opnieuw door een nieuwe beoordelingscommissie te laten beoordelen.
4.Voorvraag: moet kort geding worden aangehouden?
- DV moet worden uitgesloten van deelname aan de aanbesteding, omdat sprake is van één of meer facultatieve uitsluitingsgronden,
- de inschrijving van DV aan de kant moet worden gelegd omdat DV heeft ingeschreven met een abnormaal lage prijs,
- buiten het beoordelingskader is getreden door mee te wegen dat in het plan van aanpak geen aandacht is besteed aan de Wet DBA.
- de inschrijving van DV aan de kant moet worden gelegd, omdat sprake is van één of meer uitsluitingsgronden en/of DV heeft ingeschreven met een abnormaal lage prijs, en
- een herbeoordeling moet plaatsvinden van alle inschrijvingen, met uitzondering van die van DV , door een nieuwe beoordelingscommissie.
BBN zal zodra dit eindarrest is gewezen een afschrift van dit eindarrest aan de voorzieningenrechter moeten verstrekken met daarbij gevoegd een (korte) akte waarin zij alleen gemotiveerd toelicht wat de betekenis is van dit eindarrest voor de vorderingen die zij in dit kort geding heeft ingesteld. De Gemeente en DV mogen daarna binnen een termijn van 2 weken een antwoordakte nemen.
De voorzieningenrechter realiseert zich dat door de aanhouding wat vertraging ontstaat. De grootste vertraging ontstaat echter niet door de aanhouding van dit kort geding, maar door het op vordering van BBN door het hof opgelegde verbod. Zo lang dit verbod van kracht is, kan de opdracht niet definitief worden gegund.